Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius
Afbeelding van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en EliusToon afbeelding van titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.05 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

(1804)–Naatje van Streek-Brinkman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 175]
[p. 175]

Drie-en-veertigste brief.
Adelson aan Elius.

Heb hartelyk dank voor uw vriendelyk onthaal, als ook voor de genoegens, welke gy my, geduurende den tyd dien ik by u doorbragt, hebt doen smaaken: ik tel deze onder de gelukkigste dagen van myn leven, en verheug my, dat gy thands in uwen huislyken kring al de genoegens smaakt van eenen gelukkigen echt: uwe gade is indedaad eene zeer beminnelyke en achtenswaardige vrouw, en uw kleine karel is een engel van een kind!... ô Geniet nog lang dit zo zalig huwlyksgeluk, dat alle andere genietingen overtreft... Ook eens durfde ik op hetzelve hoopen - maar dien tyd is voor by!....

Waartoe echter deze treurige herinnering!... wil ik dan altyd het tegenwoordige, door het herdenken aan het voorledene, verpesten?... Verschoon my dit oogenblik van zwakheid, vriend! neen, ik zal niet ondankbaar zyn tegen den Bestuurder van myn noodlot; ik zal my geduurig de genoegens voor oogen stellen, die ik in uw belangryk onderhoud genoot; ik zal, zo veel mooglyk,

[pagina 176]
[p. 176]

uw voorbeeld trachten te volgen, om waardig aan myn bestemming te leeven.... Ja, ik herhaal het, indien alle Leeraars van den Godsdienst uw menschlievend en beminlyk charakter bezaten; indien zy zich allen zo geheel de vriend der ongelukkigen betoonden, indien zy met zo veel nadruk op de beoeffenende pligten van den Christelyken Godsdienst, die niet dan vrede en zagtmoedigheid ademt, aandrongen: indien zy hunne toehoorers, zo duidelyk als gy, deeden begrypen, dat de Godsdienst geen dorre pligten voorschryft, die den band losrukt, dien ons aan de maatschappy en het gezellig leven hecht; maar dat hy een wezenlyke behoefte voor den mensch is; en alle onze betrekkingen verëdelt: alsdan zou men meer waare belyders, meer rechtschapene menschen vinden, die uit beginselen menschlievend, oprecht en getrouw handelden: en hunne maatschappylyke pligten met meer ernst zouden vervullen... Maar dorre afgetrokkene dogmatische voorstellingen, die veelëer het kenmerk van schoolsche geleerdheid hebben, dan van een hart, dat doordrongen is van de waarheid, die men anderen wil doen gevoelen, laaten ook het hart der toehoorersyskoud. Hierby komt nog, dat veele theologanten, wanneer zy het charakter van den een of ander groot man van de oudheid voorstellen, hetzelve schetsen, als waren zy een geheel ander soort van menschen dan

[pagina 177]
[p. 177]

wy zyn - terwyl zy daardoor de zo belangryke schakel, die de oudheid aan onze eeuw verbindt, ten, eenenmaal verbreeken, en de charakters van dien tyd geheel vreemd voor ons doen zyn: daar gy, door uwe natuurlyke schetsen, de charakters der ouden naast de onzen plaatst, en doet zien, dat zy onze neigingen en hartstogten hadden; dat zy, schoon onder verschillender omstandigheeden dan de onzen leevende, echter dezelfde deugden of gebreken bezaten, die, nog in onze eeuw, den mensch tot zyn wezenlyke waarde verheffen, of hem beneden zyne bestemming doen handelen. Ziedáár, vriend! het geen ook zeer veel licht verspreidt op schetsen, die ons anders duister voorkomen. Vandáár ook, dat gy door uwe redevoeringen zulk een algemeen genoegen geeft, en de harten treft. Vandáár, dat gy de lieveling zyt van al de geen die u kennen: en gy verdient dit ook te zyn!... Verschoon my deze uitwyding, daar dezelve u meer dan woorden zal overtuigen, hoe zeer ik uw hart op prys stel.

Myne goede moeder was zeer verheugd van my weder te zien, en ik moest haar verhaalen hoe ik myn' tyd by u heb doorgebragt - voor het ouderlyk, zo wel als voor het vriendschapshart, zyn de minste omstandigheeden belangryk. Hoe gelukkig zou ik my achten, indien zich ooit de eene of andere gelegenheid aanbood, om my

[pagina 178]
[p. 178]

in den omtrek van de stad, welke gy bewoont, te vestigen; hoe vee zou uwe dagelyksche vriendschappelyke verkeering tot myn geluk toebrengen: zo lang als ik by u was, waren al myne wenschen voldaan; thands gevoelt myn hart weder eene vreeslyke ledigheid, en behoefte, die niet vervuld wordt. Ik gevoel een zeeker opbruisschend verlangen om bestendig een' vriend by my te hebben, aan wien ik alle myne aandoeningen kan mededeelen, die myne kieschte gewaarwordingen verstaat; ik heb hier geen enkel mensch dien ik, in den volsten zin van het woord, myn' vriend kan noemen: myne goede moeder is myne eenigste vertrouwde, maar hoe kiesch zy ook denke, zyn 'er echter somtyds aandoeningen in myne ziel, somtyds woelt 'er eene zekere onrust in my, waarvan zy, uit hoofde van het verschil der jaaren, zich geen denkbeeld kan vormen; en die, om openhartig te spreeken, my zelven raadselachtig toeschynen. Sinds ik eenige dagen by u doorgebragt heb, gevoel ik deze onrust, meer dan te vóóren; echter drukt het woord onrust deze gewaarwording niet juist uit. Het bloed bruischt my met meer drift door de aderen, ik doe alles met meer spoed, eeven als of ik door eene onzichtbaare hand voortgedreeven wierd. Hoe zonderling is toch de mensch, de vervulling zyner wenschen doet nieuwe wenschen ontstaan; aldus volgt het eene verlangen op het andere, ter-

[pagina 179]
[p. 179]

wyl hy meestal het tegenwoordige vlugtig geniet, om zich met het toekomende bezig te houden.

By het naleezen van dezen brief zie ik dat hy zeer verward is, en dat ik over verscheide dingen schrijf die juist in geen verband met elkander staan. Nu de pen volgt de denkbeelden op - en stelt dan maar alles op het papier wat in myn hersens omgaat. ik eindig dus met uwe gade van myne hoogachting te verzeekeren; u tevens verzoekende uwe beminnelyke vriendin clementina, als ook haare achtenswaardige moeder van my te groeten: en u te verzeekeren dat ik met het oprechtste hart ben

 

Uw vriend

 

adelson.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken