Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
Afbeelding van Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuwToon afbeelding van titelpagina van Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.50 MB)

Scans (12.51 MB)

ebook (5.38 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw

(1999)–Ton van Strien, Els Stronks–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Principium a Jesu. I. Ianuarij.aant.

Stem: Vestiva i colli

 
Den achtsten dagh en d'eersten alder tijden,
 
Wanneermen plagh de kind'ren te besnijden
 
Nae Moysis wet, en was nau omgekomen,
 
Of 't maegden-kindt heeft voor ons aengenomen
5[regelnummer]
Door middel van een roo-bebloede snede,
 
Ontfangen in sijn alderwitste leden,
 
Den soeten naem, den soeten naem van Iesus,
 
Voor ons' ellend', veel rijcker als van Cresus.
 
 
 
Dit arme kindt, tot noch toe inde latten
10[regelnummer]
Gedoken van een Betleëmsche krebbe,
 
Doet wijcken all' des werelds gulde schatten,
 
Die yemandt had, of immermeer kon hebben:
 
Geen oor, geen hert, geen oog en sag oyt waerder
 
Geschenck als 't geen ons Iesus den bewaerder,
15[regelnummer]
Op huyden geeft uyt Goddelijcker minne,
 
Om 't nieuwe Jaer geluckig te beginnen.
 
 
 
't Is reden dat den Christen nu verdove
 
Het oude woordt: Principium à Iove;
 
Jupijn is wind en daerom moet na desen
20[regelnummer]
Van Iesus naem al ons beginsel wesen,
 
Van Iesus naem, die ons met prijs van bloede
 
Eens d'oude schuld ten vollen sal vergoeden;
 
Des geeft hy hier alrede t' onsen beste
 
Een deel sijns bloets, als hand-gift vande reste.
 
 
[pagina 45]
[p. 45]
25[regelnummer]
O dierbaer pand! o liefde boven maten!
 
Mijns Hey'lands! die om d'armen mensch te baten,
 
Hier op hem neemt een slag van sulcke pijnen,
 
Die schier de glans sijns hoogheydts doen verdwijnen.
 
Hoe had den Heer oyt lager kunnen duycken,
30[regelnummer]
Dan dat hy aen sijn leden laet gebruycken
 
Het merck daer mee de sonde werdt getekent,
 
End' al die 't draegt voor sondaer wert gerekent?
 
 
 
Maer 't was voor ons dat Iesus dit wou lijden,
 
Om dat hy oock ons leeren sou besnijden
35[regelnummer]
Al wat in ons verkleynen mogt sijn glory:
 
Gesigt, gehoor, verstandt, wil en memory,
 
Met al de rest van sinnen en van leden,
 
Want nu den Heer sich t'onsen dienst besteden
 
Komt gansch en gaer, 't is re'en dat wy hem geven
40[regelnummer]
Weer ziel en lijf, om t'sijnder eer te leven.
 
 
 
Och, dat wy dit niet vroeger en begonnen!
 
Och, dat ons oyt den vyandt heeft verwonnen!
 
Och, dat wy door des wereldts argelisten
 
Zoo schoonen tijdt van jaren soo verquisten!
45[regelnummer]
Dan nu 't soo is, soo laet ons niet wanhopen,
 
Maer door 't verswijm voordaen te snelder lopen.
 
En wie soud' niet wat arbeydts avonturen
 
Voor hem die 't werc ooc loont van d'elfster uren?
 
 
 
Mitsdesen sal, Heer Iesus ons bewaren,
50[regelnummer]
Tot dat wy eens ten eynde onser jaren
 
Gewandelt door sijn aengewese paden,
 
Van hem de Croon ontfangen der genaden.
 
Hier na verlangt mijn ziel met all' haer krachten.
 
O Iesu! laet ick my van sonden wachten.
55[regelnummer]
End' op dat ick my naer uw' wil mag dragen
 
Gunt dat ghy hiet, en hiet na u behagen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Gulde-jaers feest-daghen of den schat der geestelycke lof-sangen gemaeckt op elcken feest dagh van 't geheele Iaer