Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw
Afbeelding van Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuwToon afbeelding van titelpagina van Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.50 MB)

Scans (12.51 MB)

ebook (5.38 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het hart naar boven. Religieuze poëzie uit de zeventiende eeuw

(1999)–Ton van Strien, Els Stronks–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Geestelikke door-zichten op Constantin Huygens Hailige dagenaant.

 
constantin, 'k ben, door de woorden
 
Die ghy, uit het strenge Noorden,Ga naar voetnoot*
 
Van uw hard bevrosen hart;
 
By het Hóófd der Muyder-vlieten;
5[regelnummer]
Als een grond-ys op deed schieten,
 
Eens tot Rijmen uit-getart.
 
Ik ben, in verscheiden nachten,
 
Met mijn brandende gedachten,
 
Uwe Feesten door-gegaan:
10[regelnummer]
Maar ik kon geen Hailigheeden,
 
In die vleesschelikke reeden,
 
Voor mijn scharp gezicht zien staan.
 
't Woord, hoe breed en waits geschreeven,
 
Is gants zonder Ziel en leeven:
15[regelnummer]
Daar om noemje 't ook: Licht geld,
 
't Geen de waarde niet kan halen,
 
Om ten vollen te betalen:
 
Dan door loosheid of geweld.
[pagina 187]
[p. 187]

jan zoet, Amsterdammer

Zon-dag

 
Dit 's al vry wat stout gesprooken;
 
Doch ik zie uw Zond-dag spooken
 
Want de Zoen-dag zijtge quijt:
 
En Gods Zon is dicht bewonden,
5[regelnummer]
Met dat zwarte kleed der zonden,
 
Daar ghy in verduistert zijt.
 
Deese Mist, door quade wercken,Ga naar margenoot+
 
Die men oeffend in de Kercken,Ga naar margenoot+
 
Eerst ontstont, en noch ontstaat:Ga naar margenoot+
10[regelnummer]
Dat u hailig schijnt te weezen,Ga naar margenoot+
 
Is nu, eeven als voor deezen,Ga naar margenoot+
 
By de Hailigst 't grootste quaad.Ga naar margenoot+
 
Of ghy dan uw aardsche wandel,
 
Uw naturelikken handel,
15[regelnummer]
Naar de letterlikke Wet
 
Al herstelde, 't zou niets baten:
 
't Liegen moet men eerst verlaten;
 
Want daer in is 't al besmet:
 
Als men 't teegenwoordigh preeken,
20[regelnummer]
Over al, moet laten steeken,
 
Dan zal 't niet meer Zond-dag zijn:Ga naar margenoot+
 
Maar Gods Zoons-dag, en Gods Zoen-dag,Ga naar margenoot+
 
Daar men 't Vleesch, aan 't Kruys, voor bloên zag;
 
Ons tot vreugde, en veel tot pijn.

Nieuwe Jaar

25[regelnummer]
Dan zal 't Oude Iaer verdwijnen
 
En een Nieuwe Zonne schijnen;Ga naar margenoot+
 
Dan zal Gods volkomen woordGa naar margenoot+
 
Eeuwig voor elcx oogen blincken,Ga naar margenoot+
 
Dan zal 't over d' aardboom klincken,
30[regelnummer]
't Geen geen oor ooit had gehoort.
[pagina 188]
[p. 188]
 
Dan zal't Hailig volck in vreeden
 
d'Opper-Macht alleen bekleeden.Ga naar margenoot+
 
Zoeckje naar die zaalge staat?
 
Zo is't tijd om weêr te keeren;
35[regelnummer]
Laatje, als een Leerling, leerenGa naar margenoot+
 
Hoe men hier uit Babel gaat.Ga naar margenoot+

3 Koningen-Avond

 
Och! uw vat is vol geschoncken,
 
't Klinckt: den Koning heeft gedroncken,Ga naar margenoot+
 
En, voor ons, wat wil men meêr?
40[regelnummer]
Gants vol-daan. ontzielde schimmen,
 
Waagje 't zo! laat staan dat klimmen:
 
Want dit is een krancke leer.

Goede Vry-dag

 
Koom, help, in uw zelfs mishagen;
 
Kristi Kruis ten berg op dragen:Ga naar margenoot+
45[regelnummer]
Staat dus leedig niet en gaapt.Ga naar margenoot+
 
Zijt g' een Ridder? poog naar 't strijden.Ga naar margenoot+
 
Win de Ridder-kroon, door lijden,
 
Proef hoe 't Vleesch op Doornen slaapt.
 
Zoek niet, als de valsche Papen,Ga naar margenoot+
50[regelnummer]
Achter Moord-geweer en Wapen,
 
Der Geweld'gen macht t'ontgaan:
 
Maar sta bloot op Gods genaden;
 
Want door zulcke stoute daden
 
Word de Schuld-brief voort voldaen.Ga naar margenoot+

Paaschen

55[regelnummer]
Die dan dus ten end vol-harden;
 
Zullen vry ge-oordeeld warden,Ga naar margenoot+
 
Als den slaanden Engel koomt,Ga naar margenoot+
 
Die de boozen uyt zal rooyen,Ga naar margenoot+
 
En het duyvels rijk verstrooyenGa naar margenoot+
60[regelnummer]
Dat vol bloeds en etters stroomd.
[pagina 189]
[p. 189]

Heemel-vaart

 
Kijk niet om naar het voor-leeden:
 
Maar wilt tijd en vlijt besteeden,
 
Om voort-aan recht-uit te zien.
 
't Heemel-varen is voor-streeken,
65[regelnummer]
Hoor de Geest der waarheid spreeken,
 
Hoe zijn weêr-koomst zal geschiên.
 
Wilt uw vleeschlikke gedachten, vers 16.Ga naar margenoot+
 
Hier omtrent, voor-al verkrachten:Ga naar margenoot+
 
Wijl dit geestlik toe zal gaan,Ga naar margenoot+
70[regelnummer]
En niet vleeschlik, na uw meenen.Ga naar margenoot+
 
Och! hier door, 't is te beweenen,Ga naar margenoot+
 
Heeft de booze al 't volck verraên.

Pinxteren

 
't Schijnt wat wonders in uw ooren,
 
Zulck een Nieuwe spraak te hooren,Ga naar margenoot+
75[regelnummer]
En 't is al een zelfde tong;Ga naar margenoot+
 
Doch volkomen in'er spreeken,
 
Als die Petrus, tot een teeken
 
Zijner zending, toen ontfong.
 
Laat uw wercken dan getuygen,Ga naar margenoot+
80[regelnummer]
Dat uw wijsheid hier moet buygen:
 
Want ghy kunt my niet verstaen.Ga naar margenoot+

'sHeeren Avontmaal

 
En in deeze blinde treeden,
 
Roemd ghy u, met Kristi Leeden,
 
Noch ten Avont-maal te gaan.Ga naar margenoot+
85[regelnummer]
Doch 't Geweeten schijnd te knagen:
 
Want de tong vangt aan te klagen,Ga naar margenoot+
 
En bekennen: dat Gods Wraak
 
U niets zou ver-ongelijken,
 
Schoon z'u, in de duystre rijken,
90[regelnummer]
Stiet, van 't Eeuwige vermaak.
 
Daar op rusten voort uw zorgen:
 
Recht of God noch wel wil borgen,
[pagina 190]
[p. 190]
 
En, met woorden, word gepaid.
 
Slaap zo niet. Hy eischt betaling.
95[regelnummer]
Keer weêr-om, van uwe dwaling,Ga naar margenoot+
 
Eer de Haan het leste kraid.

Kars-Mis

 
Oh! mocht ik u hier eens wijzen
 
Waar de Leid-star op koomt rijzen,Ga naar margenoot+
 
Die, recht boven Bethlehem, rust.
100[regelnummer]
Mocht ik u de Kribbe toone,Ga naar margenoot+
 
Daar Gods aller-liefste Zoone,Ga naar margenoot+
 
Van Maria, word gekust:
 
Ghy zoud, in een hoog verblijden,
 
Rond, en openbaar, belijden,
105[regelnummer]
Dat ghy 't daar niet had gezocht:
 
Maar wat helpen duizend wenschen!
 
Buiten 't willen van de Menschen
 
Word dit werk heel swaar vol-brocht.
 
Nu, 'tis, voor die geen die 't Leeven
110[regelnummer]
Zoekt, al haast genoeg geschreeven,
 
Want men ziet hier, wat en hoe.
 
constantin, zijt niet verleegen;
 
'k Wijs, aan u, des Heeren zeegen,
 
En schenck u mijn' Kars-dag toe.

jan soet, Amsterdammer.

 

In Aemsteldam, na midder-nacht, tusschen den acht en neegenden van Louw-maand, des Jaers 1647. gerijmd, en den 14. der zelver schriftelik aan den voor-noemden Ridder gezonden.

voetnoot*
Strenge Noorden, om dat 'er een sture gure en altijdts-durende nacht der ongherechtigheid is; alles, wat daer uit voort koomt, moet vergaen, en als Ys in de zon, dat is in de Hailige Geestelikke waarheid, smelten, Iesai. 5. van het 12. tot het 25. vers. Iesai. 27. vers 14. Micha 4. vers 1. En naer dien uwe Rymen, hoe wel ze voor de naturelikke menschen, met een hailigen schijn ter baan komen; gants geen Geestelikke hailigheid in zich hebben, zo ben ik, daar door tot Rijmen uit getart; in voegen dat ik, na verscheyden doorzichten, tusschen den acht en neegenden deezer, des nachts ten twaelf uuren heb moeten aenvangen, dat ghy hier gedaan ziet; wilt het in danck ontfangen, en tot uwe zaligheid gebruiken. Vale.

margenoot+
Iesai. 3. vers 8.
margenoot+
Mich 3. v. 2, 3, 4, 5, 6, 7.
margenoot+
Psal. 106.35, 36, 37, 38.
margenoot+
Iesai. 1.11, 12, 13, 14, 15.
margenoot+
Ierem. 5. vers 31.
margenoot+
Ierem. 23 van het elfde vers tot het einde des Cap. De wercken moeten in de waarheid, of de menschen moeten in de H. Geestelikke waarheidgehailigt zijn, eer zy eenige hailige wercken kunnen of mogen doen: besie hier op Christi gebed, Ioh. 17. vers 17. en zijn woorden Iohan. 14.
margenoot+
Ezech. 34. v. 10.
margenoot+
Ezech. 37. v. 23.

margenoot+
Iesai. 6 vers 20.
margenoot+
Apoc. 21.2, 3, 4, 5.
margenoot+
Iesai. 65.17.
margenoot+
Dan. 7. vers 27.
margenoot+
Matth. 10. v. 15.
margenoot+
Apoc. 18. vers. 4.

margenoot+
1 Petr. 2. vers 24. Verstaat de zonden die zy voor 't geloof, teegen de Vader, onder Moyses Wet, hadde gedaan, voort moesten zy Christi voetstappen, to voldoeningen, na-volgen. 1 Petr. 2. vers 21.

margenoot+
Matth. 27.32.
margenoot+
1 Pet. 1.22. en 4. vers 12, 13, 14.
margenoot+
Hebr. 12. van 't eerste tot aan het vijftiende vers.
margenoot+
Matth. 10. vers 16, 17, 18.
margenoot+
Matth. 16. v. 24.25.

margenoot+
Iesai. 28. vers 5.
margenoot+
Psal. 37.; Ioël 3. vers 16.
margenoot+
Apoc. 21. vers 7.; Iesai. 27. v. 12, 13.
margenoot+
4 Esdre 2. vers 27.
margenoot+
Heb. 7. v. 1, 2, 3, 4.; 2. Cor. 5. vers 16.
margenoot+
1 Pet. 1. vers 5.
margenoot+
Actor. 3. vers 6, 7.; Apoc. 12 vers 5.
margenoot+
Ezech. 37. vers 24.
margenoot+
Apoc. 3. vers 12.
Iesai. 41. vers 23.
Rom. 11. vers 26.
Psal. 14.
Iesai. 54.

margenoot+
Apoc. 14. vers 16.
margenoot+
1 Cor. 13. vers 9, 10, 11, 12.
margenoot+
Iesai. 3. vers 12.; Iesai. 29. vers 10, 11, 12, 13.
margenoot+
Iesai. 28. vers 7, 8.; Iesai. 27. v. 11, 12.

margenoot+
Apoc. 3. vers 20.
margenoot+
Om dat ghy u selven, met Christi vleesch, daer mee niemand, dan alleen God, inden heemel, kan zijn bekleed, zoekt te bekleeden: maer van het sneeu-wit en Geestelik kleed zijt ghy, beneeven alle vleesschelikke gezinden, noch ontbloot; derhalven zult ghy uwe schanden niet kunnen bedekken.
margenoot+
Apoc. 3. v. 17, 18.; Iesai. 27. vers 3.

margenoot+
Iesai. 61. v. 1, 2, 3.
margenoot+
Ies. 26. v. 11, 12, 13.
margenoot+
Iesai. 27. vers 4.; Iesai. 42. vers 16.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Geestelikke door-zichten op Constantin Huygens Hailige Dagen


datums

  • 9 januari 1647