Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het begrip metaphoor: een taalkundig en wijsgerig onderzoek (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het begrip metaphoor: een taalkundig en wijsgerig onderzoek
Afbeelding van Het begrip metaphoor: een taalkundig en wijsgerig onderzoekToon afbeelding van titelpagina van Het begrip metaphoor: een taalkundig en wijsgerig onderzoek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.07 MB)

Scans (45.08 MB)

XML (2.09 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie
non-fictie/filosofie-ethiek
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het begrip metaphoor: een taalkundig en wijsgerig onderzoek

(1941)–C.F.P. Stutterheim–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina VII]
[p. VII]

Voorrede

De laatste uomo universale is reeds lang gestorven. Aan onze universiteiten gaat de specialisering steeds verder. Oude problemen worden anders geformuleerd, nieuwe problemen ontstaan: dat zijn de kernen, waaromheen nieuwe wetenschappen snel uitgroeien. Als momenten van andere wetenschappen leefden vele van hen reeds eerder, maar met een eigen naam verkrijgen zij zelfstandigheid. Op hun beurt ontwikkelen zij zich tot complexen, die weer in momenten uiteen kunnen vallen. Elk onderdeel van elke detail-wetenschap eist het leven van een mens geheel op. Specialisering is mooi en nuttig en wordt wel beschouwd als het noodzakelijk kenmerk van ‘wetenschappelijkheid’. Maar zeker niet minder wetenschappelijk is het: te streven naar samenvatting, te zoeken naar samenhang.

Van de wetenschappen zijn de cultuur-wetenschappen slechts een groep, en van de laatste is de philologie slechts een onderdeel. Maar zij staat nog hoog in de hiërarchische reeks, die ons aan de ene zijde langs taalkunde en betekenisleer, aan de andere zijde langs literatuur, stilistiek en tropologie omlaagvoert naar de monographie van één term, de betekenis en de geschiedenis van één woord. Niets schijnt erger - bijna zouden wij zeggen: ergerlijker - ‘Kleinmalerei’, bij geen ander onderwerp schijnen wij méér in het nauwe kamertje der detail-studie opgesloten. Maar dit kamertje heeft vele open vensters, die ons telkens dwingen op te zien van het concrete materiaal daar op tafel, naar de wijde ruimten der grootste problemen.

Wanneer wij zeggen: ‘Wij hebben een genetische descriptie en een systematische analyse willen geven van een begrip’, dan hebben wij onze doelstelling volledig getypeerd. En toch hebben de toegepaste methode (in het eerste Deel ontwikkeld) en nog meer de typische geaardheid van het begrip in kwestie een geheel ander werk doen ontstaan, dan de genoemde doelstelling op zichzelf zou doen vermoeden. Als karakteristieke momenten van de methode, volgens welke o.i. een begripsmonographie moet worden geschreven, noemen wij hier slechts: een logische analyse (immanente critiek), een ‘inlevend’ benaderen van het affectieve moment, een opnemen van het begrip in de beschavingsgeschiedenis der mensheid, in de samen-

[pagina VIII]
[p. VIII]

hang der wetenschappelijke problemen. Lang niet alle begrippen zijn zodanig, dat de bedoelde methode er volledig op kan worden toegepast. Het begrip ‘metaphoor’ echter voldoet in dit opzicht aan alle eisen.

De metaphoor is een zeer gecompliceerd verschijnsel, waarmee de denkende mens van vóór Aristoteles af tot op heden worstelt. Voor de beschrijving van dit verschijnsel zijn fundamentele termen nodig (als ‘naam, woord, betekenis, afwijking van de werkelijkheid’), die zelf nog steeds in wording zijn, zelf nog problematisch zijn gebleven. Een logische analyse heeft hier stof te over. Voorts wordt de metaphoor niet slechts (objectief) beschreven, doch ook (subjectief) gewaardeerd. Zij wordt aanvaard of (om aesthetische, ethische, logische of kennistheoretische redenen) verworpen. De waardering doorloopt tussen verheerlijking en verguizing alle mogelijkheden. De term ‘metaphoor’ heeft dus een grote gevoelswaarde. En eindelijk - en dit is, in verband met wat wij hierboven zeiden, het belangrijkste - het begrip heeft zovele aspecten, dat telkens grenzen doorbroken, telkens samenhangen zichtbaar gemaakt kunnen worden.

‘Metaphoor’ is niet slechts een stilistisch en taalkundig begrip. De nomina dei en ook de termen der philosophie en der detail-wetenschappen worden als metaphoren (als slechts metaphoren) onderkend. Vandaar dat deze begripsmonographie een geschiedenis en een systematische analyse van de negatieve wijsbegeerte, van de negatieve critiek op taal en kennen, bevat, een analyse ook van het probleem der universalia en van wat ‘slechts een naam (woord, beeld, enz.)’ en ‘slechts de naam gemeen’ alzo inhoudt. Rechtstreeks of via andere begrippen behoort ons begrip en behoren zijn problemen tot het ressort van zeer verschillende wetenschappen, als aesthetica, ethica, metaphysica, logica, kennistheorie (taal-critiek, significa, logistiek), semasiologie, etymologie, mythologie, psychologie, psycho-analyse, exegese. De strijd over het al dan niet metaphorisch interpreteren van religieuze teksten is meer dan alleen een wetenschappelijke controverse, en grijpt diep in het leven van den mens, in de geschiedenis der mensheid in. En telkens voert een analyse ons tot fundamentele problemen, waarvan wij hier slechts noemen: die der psychologische interpretatie, der identiteit en der werkelijkheid.

Ongetwijfeld hebben wij het begrip ‘metaphoor’ willen beschrijven in zijn wezen en zijn ontwikkeling. Wij menen zelfs door onze immanente

[pagina IX]
[p. IX]

critiek (‘in clearing the ground a little’, zoals Locke zegt) iets te hebben bijgedragen tot de kennis van het gelijknamige verschijnsel, dat met het begrip in een zo unieke verhouding staat (‘de metaphoor kan slechts in metaphoren worden beschreven’). Maar belangrijker voor ons was toch het complex van samenhangen - samenhangen van geloof, kunst en wetenschap, van detail-wetenschappen en wijsbegeerte, van de wetenschappen onderling, van taal en denken, van begrippen, methoden en problemen -, waarin, telkens op een andere wijze, het begrip ‘metaphoor’ als knooppunt fungeert. Belangrijker voor ons was, dat ons onderwerp ons niet slechts tot speciale, vak-wetenschappelijke vragen voerde, maar ons ook herhaaldelijk deel deed hebben aan de wijsgerige verwondering, die reikt naar het grote geheim van ons denken en van ons bestaan.

Moge de lezer bemerken, dat de schrijver zijn onderwerp inderdaad mooi en boeiend heeft gevonden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken