Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988) (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)
Afbeelding van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)Toon afbeelding van titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.94 MB)

ebook (13.43 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

(1990)–Ricky W. Stutgard–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Boksen:

Boksen: De moderne vorm van het vuistgevecht, behoort tot de zgn. zelfverdedigingssporten en wordt alleen door mannen beoefend. Het is een spel van aanval en verdediging, waarbij speciaal bij het verdedigen de geringste fout wordt gestraft. Ook uit de in het Engels gebruikte benaming voor boksen, the noble art of selfdefence (de edele kunst der zelfverdediging) blijkt de betekenis van de verdediging.

Bij een wedstrijd wint hij die de meeste treffers heeft geplaatst d.w.z. door de verdediging van de tegenstander heen is gekomen.

De belangrijkste aanvalsstoten zijn de rechte stoot, de hoekstoot en opstoot (uppercut), de zwaaislag (swinging blow of swing), de neerstoot en de opzwaai. Voor zelfverdediging komt vooral de rechte stoot in aanmerking, daar hij veilig is voor de blote vuist en de tegenstander terugwerpt. Ditzelfde doet de opstoot (uppercut) op korte afstand. De verdediging beschikt over ontwijken, stoppen en afweren, of opvangen met de armen of handschoenen. In de ring is ontwijken meestal te verkiezen. Het beenwerk (footwork) ondersteunt zowel het ontkomen als de aanval. Men onderscheidt: de schijnbewegingen waardoor men 1. de tegenstander noopt een plaats te verdedigen en daarbij een andere open te laten (feinting) en 2. hem verleidt tot een (tegen) aanval, waarbij hij zich blootgeeft.

De wedstrijd vindt plaats in een boksring gewoonlijk een vierkant podium (minimaal 5 × 5m2, maximaal 6 × 6m2) afgesloten door 3 strak gespannen, zacht omwonden koorden van tenminste 2,5 cm doorsnede, waarvan het laagste 40, het middelste op 80 en het hoogste op 120 cm van de ringvloer moeten zijn bevestigd aan palen van 130 cm hoogte en sterk genoeg om de koorden te spannen. De ringvloer is opgebouwd uit hout afgedekt met vilt of viltpapier en daarover een strak gespannen zeildoek. De bokshandschoenen moeten een bepaald mini-

[pagina 46]
[p. 46]

mumgewicht hebben en wel voor beroepsboksers elk 6 ounces (171 g) voor amateurs 10 ounces (284 g). De wedstrijd gaat voor amateurs over 3 of 4 ronden van 3 minuten. De scheidsrechter die zich in de ring bevindt is absoluut heerser bij de wedstrijd. Als de boksers elkaar vastgrijpen of op elkaar hangen (clinch), dan commandeert hij: ‘break’ (los), waarop de boksers eerst de beginhouding moeten aannemen voordat zij weer door mogen gaan met de wedstrijd. Stoten mogen alleen geplaatst worden boven de gordel van de broek, slagen op de rug, het achterhoofd, de nek en de nierstreek zijn evenwel verboden. Komt een stoot hard aan en de ontvanger is niet direct in staat door te boksen dan krijgt hij tien seconden om weer gevechtsklaar te zijn. Is hij na 10 seconden, die duidelijk door de scheidsrechter worden aangegeven, nog niet in staat door te gaan, dan is hij liggend of staand knock out en heeft hij de wedstrijd verloren.

Verdeling in gewichtsklassen

Beroepsboksers

Vlieggewicht tot 50,802 kg
Bantamgewicht tot 53,542 kg
Vedergewicht tot 57,153 kg
Lichtgewicht tot 61,235 kg
Weltergewicht tot 66,235 kg
Middengewicht tot 72,574 kg
Halfzwaargewicht tot 79,378 kg
Zwaargewicht elk gewicht hierboven

Amateurs

Halfvlieggewicht tot 48 kg
Vlieggewicht tot 51 kg
Bantamgewicht tot 54 kg
Vedergewicht tot 57 kg
Lichtgewicht tot 60 kg
Lichtweltergewicht tot 63,5 kg
Weltergewicht tot 67 kg
Zwaarweltergewicht tot 71 kg
Middengewicht tot 75 kg
Halfzwaargewicht tot 81 kg
Zwaargewicht tot elk gewicht hierboven.

De bokssport ontstond reeds in de oude Griekse tijd, maar werd onder de naam van vuistschermen beoefend en uiteraard met andere regels (reglementen) dan de huidige.

Ook de Egyptenaren en de Romeinen bedreven de bokssport, maar weer op een andere wijze dan de Grieken dat deden. De Romeinen bijvoorbeeld vonden het boksen der Grieken veel te zachtzinnig. Ze betraden de arena liever met van koperen punten voorziene leren riemen, die om de vuisten gewikkeld waren en als middel dienden om de tegenstander ernstige verwondingen toe te brengen. Met het verdwijnen van het Romeinse keizerrijk verdween tevens deze vorm van boksen.

Aangetekend kan toch nog worden dat van de 14e tot de 16e eeuw in Italië een vorm van boksen populair was, waarbij het toegestaan was op de tenen van de opposant te staan, hem alzo op één plaats te houden en dan erop los te timmeren.

In Engeland verscheen een zekere John Figg, die de vader genoemd wordt van de moderne bokssport. Figg bleek voorstander te zijn van het gevecht met de blote vuisten, een methode die van 1700 tot 1866 grote navolging vond, maar die met de verschijning van de markies van Queensbury toch verdween, omdat deze strijdwijze te ruw was. De markies van Queensbury stelde reglementen vast, waarbij verplicht werd gesteld handschoenen aan te trekken. De bokssport werd gehumaniseerd en veel van wat de Britse markies vastlegde, vindt men thans nog terug in de wedstrijdreglementen.

 

Wie de bokssport naar Suriname heeft gebracht is niet duidelijk. Wat wel vasstaat is, dat deze tak van sport reeds vóór de Eerste Wereldoorlog werd bedreven in Suriname.

Het boksen had toen al een professioneel karakter en men vocht wel 20 ronden. De bokssport kon echter niet goed tot ontplooiing komen en een oorzaak hiervan was de slechte organisatie en de onsportiviteit in deze tak van sport.

Zo werd op maandag 4 september 1911 een gevecht georganiseerd tussen Taylor en Braffith. Vóór dit gevecht braken echter enkele gevechten uit. Zo verliet iemand zijn plaats om een drankje te kopen en de man was nog niet goed weg of een tiental mensen vochten om zijn plaats te bezetten. Bij terugkeer eiste de man zijn plaats op, maar toen hij deze niet terug kreeg, brak een gevecht uit. De heer O'Connor, die als scheidsrechter zou fungeren, kon bij zijn aankomst de vechtende partijen bedaren.

Het eerste gevecht ging tussen twee leerlingen van Taylor en Braffith. Bij de 3e ronde van dit gevecht brak er brand uit, wat paniek veroorzaakte. Iedereen probeerde de Sociale Hall, waar deze bokspartijen georganiseerd werden, te verlaten. Door deze paniek vielen vele vrouwen op de grond en ze werden door de menigte vertrapt. Enkele mensen verloren hun tegenwoordigheid van geest niet en konden het vuur doven. Ondanks deze gebeurtenissen was het enthousiasme voor de bokswedstrijden bij de menigte niet gedoofd. Het gevecht tussen de leerlingen van Taylor en Braffith ging echter niet door, daar dr. Voet één der boksers afkeurde vanwege zenuwachtigheid.

Toen vond het hoofdgevecht over 20 ronden plaats. De eerste ronde was voor Braffith, terwijl de tweede ronde gelijk eindigde. Na de tweede ronde maakte de hoofdinspekteur van politie echter bekend dat er maar vier ronden zouden mogen worden gevochten. De aanwezigen wilden hier niets van horen en eisten hun geld terug. De derde en vierde ronde werden onder verward geschreeuw afgemaakt en toen moest de voorstelling eindigen. De mensen eisten hun geld terug en nadat de politie ook nog de danspartij die hierna gepland was verbood, brak de hel los.

De oorzaak van deze wanordelijkheden lag in het feit dat bij het geven van de vergunning, niet bepaald was dat niet meer kaarten mochten worden verkocht dan de zaal aan personen kon bevatten. Ook was het schenken

[pagina 47]
[p. 47]

van sterke drank in de zaal niet door de wet of door de organisatoren verboden. De enige winnaar van deze nacht was de organisator van deze bokswedstrijden. Hij maakte zich namelijk vroegtijdig uit de voeten, met medeneming van de geldtrommel. Door deze negatieve invloeden verleende de politie geen medewerking meer voor het organiseren van bokswedstrijden. Vandaar dat maandag 4 september 1911 gezien kan worden als de eerste zwarte dag in de Surinaamse bokshistorie.

Het zou tientallen jaren duren eer de politie wederom een vergunning voor het organiseren van bokswedstrijden zou verstrekken.

 

Hoewel geen bokswedstrijden meer in Suriname werden georganiseerd, werd de bokssport vóór de Tweede Wereldoorlog door enkele Surinamers fel bedreven. Een bekende Surinaamse bokser uit deze periode was Joe Ralph meer bekend onder de naam ‘The Belgian Terror’ (zie Joe Ralph). Joe Ralph woonde en trainde in België, maar kwam naar het Caraibisch Gebied om het tegen boksers uit deze regio op te nemen. Joe Ralph versloeg vele West-Indische kampioenen. Zo vocht hij op maandag 26 februari 1932 tegen de Trinidadiaanse kampioen Kid Cephus te Port of Spain.

In november 1933 leed de toen 31-jarige Ralph een gevoelige nederlaag tegen Lionel Gibbs, de middengewichtkampioen van Guyana. Dit gevecht dat voor 10 ronden gepland was, werd te Georgetown georganiseerd.

Joe ontving in de eerste ronde een hevige rechtse, waarna een korte worsteling van man tot man ontstond. Dit treffen veroorzaakte niet alleen een bloeduitstorting in Ralph's ene oog, maar veroorzaakte ook tijdelijke blindheid aan het andere oog. Ralph zakte in elkaar, maar door reeds bij de 8ste tel weder overeind te staan werd het gevecht voortgezet.

Zijn tegenstander die dadelijk had opgemerkt dat Ralph aan het oog gewond was deed, terwijl Ralph zich oprichtte, een regen van slagen op zijn hoofd nederdalen. Ralph was vrijwel hulpeloos en wilde dadelijk de strijd staken, maar zijn promotor dwong hem om de 2e ronde in te gaan, daar het publiek anders hevig teleurgesteld zou worden. Ralph liet zich overhalen en betrad het strijdperk, nagenoeg blind.

Hij was niet instaat zijn tegenstander te zien en het enige wat hij onder een regen van slagen kon doen was zijn gelaat met zijn handen beschermen. Spoedig zakte hij opnieuw neer en was het voor een ieder duidelijk dat de strijd niet kon worden voortgezet. Het publiek was ten hoogste verbaasd. Ralph was niet de geduchte bokser zoals men hem uit tal van gevechten kende. Hij was vleugellam geslagen en het was pijnlijk te zien hoe een nagenoeg blinde man door zijn tegenstander werd toegetakeld. Joe Ralph verloor niet alleen het gevecht maar ook zijn gezichtsvermogen.

Op zaterdag 30 mei 1936 werd ten bate van Joe Ralph een bokswedstrijd te Georgetown georganiseerd. Daar dit gevecht weinig geld opbracht werd in 1937 in België een bokstoernooi georganiseerd, waaraan ook Nederlandse boksers deelnamen. Dit toernooi werd een kassucces (zie Joe Ralph).

Een andere bokser van Surinaamse origine was Andre Jessurun die op 20 november 1914 geboren werd. Op vierjarige leeftijd vertrok hij met zijn ouders naar de VS, alwaar hij zich op latere leeftijd ontplooide tot een goede bokser. Hij vocht 150-amateurgevechten en veroverde voor die tijd drie begeerde titels nl.: The State, the Metropolitan en the Inter City titel. In 1935 werd Andre Jessurun professional bokser in het middengewicht, waar hij grote faam verwierf. Hij viel zodanig in de belangstelling dat hij door een officieel boksorgaan ‘Ring’ in het april nummer van 1940 werd geinterviewd.

 

Wat de bokssport in Suriname betreft, het volgende rond 1933 werden in het Fort Zeelandia door sergeant van Helden bokslessen gegeven. Men werkte met zandzakken en bokskussens, wat voor de meeste amateurs hier nieuw was. De oefeningen waren zodanig, dat iedereen ze zonder bezwaar kon ondergaan. Ook werden vooroefeningen gegeven w.o. Zweedse gymnastiek. Aangetekend kan worden dat vóór 1933 Joe Ralph aan enkele vrienden bokslessen had gegeven.

Op zondag 6 oktober 1940 werden na jaren wederom bokswedstrijden in Suriname georganiseerd, n.l. amateurwedstrijden.

In de voorwedstrijden demonstreerden de jeugdige boksers hun kunnen. In de hoofdwedstrijd kwam Harry Krassens uit tegen ‘Bing Crosby’ in een gevecht van 3 ronden. Krassens won op punten.



illustratie
Harry Krassens (foto De Ware Tijd)


Door het succes van deze wedstrijden werd op zondag 24 november 1940 onder leiding van de heer Sparendam een boksdemonstratie op Saron gegeven, waarna verscheidene wedstrijden werden gevochten.

[pagina 48]
[p. 48]

Aangetekend kan worden dat in deze periode vele boksers op eigen kracht waren aangewezen en men had het voordeel niet, van anderen te leren die in de gelegenheid waren geweest meer te zien en ook meer te doen. Vandaar dat de gevechten niet op een al te hoog niveau waren. Sergeant van Helden was wel gerichter bezig, maar zijn bokslessen waren voor de militairen bestemd.

Hoewel de bokssport nog in de kinderschoenen was, werd Suriname toch gefascineerd door het boksgebeuren in de wereld. Vooral boksers als Joe Louis spraken tot de verbeelding van de Surinaamse jongeren, vandaar dat met de komst van de Amerikaanse militairen tijdens de Tweede Wereldoorlog (24 november 1941) een grote ommekeer op boksgebied in Suriname plaatsvond.

Onder de Amerikaanse militairen bevonden zich namelijk boksers die te Onverwacht (waar ze gestationeerd waren) hun kunnen demonstreerden.

Een bekende uit die tijd was sergeant Gilberto Caldona een talentvol bokser uit Puerto Rico. De Surinaamse jongeren raakten zodanig onder de indruk dat zij ook onder de leiding van de militairen besloten de bokssport serieuzer te bedrijven.

 

De eerste bokser die hier te lande faam verwierf en bij de amateurs respect afdwong was Harry Krassens, die toen tot de klasse lichtzwaar behoorde.

Op dinsdag 26 december 1944 werd de eerste professionele bokswedstrijd van Harry Krassens georganiseerd. Harry Krassens ofwel ‘Smashing Dutchy’ kwam uit tegen Lionel Fullerton alias ‘Fighting Shradrack’ van Guyana. Emile Dalen was de promotor van dit gevecht, terwijl Paramaribo Trading Co. deze organiseerde. In het voorprogramma dat om 15.30 aanving werden 2 wedstrijden van 3 ronden georganiseerd, terwijl de hoofdwedstrijd die om 16.45 startte 10 ronden telde.

De toegangsprijzen bedroegen Sf. 3,50 voor hoofdtribune, Sf. 2,50 voor de voor- en zijtribune en voor staanplaatsen Sf. 1,50.

Van de netto-opbrengst kwam 24 percent ten goede van het oorlogsnoodfonds. De scheidsrechter was Harry L. Dillashaw, bootsman aan boord van het Amerikaanse oorlogsvaartuig dat hier gestationeerd was.

De tijdopnemers en mede-juryleden waren de Amerikaan W.M. Flyn en de Guyanees Joseph A. Lewis.

Om de belangstelling te vergroten had de heer Dalen op woensdag 20 december 1944 demonstratie-wedstrijden in de van Sypensteinschool georganiseerd, waar shadow fighting gedemonstreerd werd. Ook waren er enkele vuistgevechten tezien.

 

Wat de gegevens van de boksers zelf betreft:

Naam Harry Krassens Fullerton
leeftijd 27 30
gewicht 170 lbs 170 lbs
lengte 68,5 inch 72,5 inch

Fullerton was bovendien kampioen van Berbice en semikampioen van Demerara. De historische bokswedstrijd in de Surinaamse boksgeschiedenis startte dus op 26 december 1944 om precies 16.45 uur. Het verloop van het gevecht was als volgt:

1e ronde onbeslist
2e ronde Fullerton
3e ronde Krassens
4e ronde Fullerton
5e ronde Fullerton
6e ronde Krassens
7e ronde Krassens
8e ronde onbeslist
9e ronde Krassens
10e ronde Krassens

De winnaar was onze landgenoot Krassens.

 

In de 4e ronde was Krassens de betere, maar daar hij twee ongeoorloofde slagen toebracht werd zijn tegenstander als winnaar van die ronde aangewezen. Een soortgelijk geval overkwam Fullerton in de 7e ronde.

Door deze overwinning verdiende Krassens 300 dollars. Aangetekend kan worden dat in de voorwedstrijd in de vedergewichtsklasse gestreden werd om de titel kampioen van Suriname, wat amateurs betreft. Het gevecht ging tussen Eugene Bouterse (21 jaar, 68,5 kg) die zichzelf ‘Tom Jenny’ noemde en Herman Arah (23 jaar, 64 kg) die meer bekend stond als ‘Trocadero kid’. Het werd een bloedige strijd welke meer op een stierengevecht leek, zodat de scheidsrechter er vroegtijdig tussen moest komen en Bouterse als winnaar aanwees.

Dat deze gevechten veel publieke belangstelling genoten, bleek uit het feit dat vele toenmalige autoriteiten aanwezig waren t.w. Statenvoorzitter Lim A Po, Procureurgeneraal Mr. de Niet; de territoriaal commandant, kolonel van Oosten, de oudste aanwezend zee-officier kapitein ter zee Jonkheer Boreel en Stadscommissaris Dr. Noorlander.

Op 1 januari 1945 kwam Fullerton uit tegen Sluisdom (de grootste concurrent van Krassens), maar de Guyanees won dit gevecht.

Op zaterdag 20 januari 1945 vond de tweede ontmoeting tussen Krassens en Fullerton plaats. De ronden verliepen als volgt:

1e ronde Fullerton
2e ronde Krassens
3e ronde Fullerton
4e ronde Krassens
5e ronde onbeslist
6e ronde onbeslist
7e ronde Fullerton
8e ronde Krassens
9e ronde Fullerton
10e ronde Krassens

De scheidsrechter wees Krassens als winnaar aan, daar Fullerton enkele ongeoorloofde slagen had toegebracht tijdens het gevecht.

Laatstgenoemde protesteerde, net als na zijn eerste nederlaag, maar dit maal deed hij er een schepje op door te zeggen nooit meer in Suriname te zullen boksen. Toch zou hij in april 1945 terug zijn in Suriname. Harry Krassens verdiende wederom 300 dollars en de winnaar kreeg bovendien van een onbekende gever een gouden medaille. Ook had de heer Jules Fernandes 75 gulden voor de winnaar en 25 gulden voor de verliezer uitgeloofd.

Zondag 8 april 1945 is de tweede zwarte dag in de Surinaamse bokshistorie. Op deze dag bleek tijdens het gevecht tussen Harry Krassens en Lionel Fullerton dat een overeenkomst tussen beide boksers, de promotor en de scheidsrechter was gesloten en dat van tevoren al de uitslag bepaald was. Ondanks het feit dat Fullerton heer en meester was van het gevecht en de eerste 7 ronden duidelijk won, terwijl Krassens steeds maar het gevecht ontliep, besliste scheidsrechter Charles Evariste Duzant dat

[pagina 49]
[p. 49]

dit gevecht in een draw was geëindigd. Het meest opvallendste op deze middag was dat Fullerton, in tegenstelling tot de twee vorige gevechten, ditmaal tevreden was met de uitslag en niet protesteerde. De reden dat een overeenkomst tot stand kon komen was dat belangstellenden bij de promotor een weddenschap konden aangaan, wie als winnaar uit de bus zou komen.

Deze wijze van bedrog in de bokssport zou veel schade voor deze tak van sport met zich meebrengen en dit zou ook één der redenen zijn waarom deze sport in ons land niet die ontwikkeling meemaakte die zij verdiende (zie worstelen).

Dat de promotors alleen geïnteresseerd waren in het vele geld dat zij aan de wedstrijden konden verdienen, blijkt uit het feit dat de boksring niet voldeed aan de gestelde eisen. Zo waren de touwen zodanig dat de leuner (bokser) uit de ring moest vallen en bij deze val kwam hij nergens anders terecht dan op de scherpe kanten van de ruw afgezaagde planken.

Op zondag 8 januari 1950 zou deze slechte omstandigheden van boksen voor wat ophef zorgen. Op die dag moest Henry Sno van Suriname (68 kg) het opnemen tegen de Guyanees Young Joe Louis (67 kg). De Guyanees weigerde echter het gevecht voortgang te doen vinden, daar hij en zijn trainer de mening waren toegedaan dat eerst aan de gestelde eisen omtrent de boksring voldaan moest worden. Iemand die dit gebeuren fel becritiseerde was de heer Ivan de Vries.

 

Aan het eind van de veertiger jaren begon de bokssport hoe langer hoe meer in populariteit te stijgen. Boksers die in die periode van zich liet horen waren Henry Sno, Oscar de Kom, George Sno en Eugene Held.

Dat de prestaties van de Surinaamse boksers tot in het Caribisch Gebied doordrongen, blijkt uit het feit dat vele buitenlanders onze boksers uitdaagden. Een duidelijk voorbeeld hiervan was de uitdaging van de Arubaan Alfredo Richardson ‘El Tigre’ kampioen lichtgewicht van Aruba (62,5 kg) die een Surinaamse bokser uitdaagde het tegen hem op te nemen. Richardson had al 49 gevechten achter de rug, waarvan hij 36 op knock out en 10 op punten had gewonnen, een partij eindigde remise en 2 had hij verloren.

Ook boksers als Kid Chocolate (kampioen van Curaçao) en de Guyanezen Dynamite Kid, Lesie Moore, Kid Cavilan en Sugar Bonny Garraway daagden Surinamers uit.

Een opvallende nederlaag van Krassens vond op 18 juni 1950 plaats. Krassens kwam uit tegen de Guyanees Dynamite Kid.

Tot tweemaal toe sloeg Harry Krassens de Guyanees in de touwen, maar deze herstelde zich en Krassens moest al in de eerste ronde een slag incasseren, die hem in de touwen liet gaan. Krassens was niet meer in staat verder te boksen en scheidsrechter Bouterse telde hem toen uit. De doktoren constateerden later dat Krassens in de nierstreek was geraakt.

Op zondag 15 juli 1951 kwam Henry Sno uit tegen de Guyanees Dynamite Kid. Dit gevecht trok veel belangstelling daar het zowat een jaar geleden was dat de Guyanees al in de eerste ronde Krassens had neergeslagen. Henry Sno hield de Surinaamse eer hoog door de Guyanees in de eerste ronde wel liefst driemaal neer te slaan. In de tweede ronde maakte de Guyanees wederom kennis met de boksvloer waardoor de scheidsrechter zich genoodzaakt zag het gevecht te beëindigen.

Enkele gevechten van Henry Sno zijn:

datum naam tegenstander resultaat
01-09-51 Kid Chocolate (Cur.) draw
09-09-51 Kid Chocolate (Cur.) verloren (3e ronde)
07-02-54 Kid Cavilan (Guyana) winst (5e ronde)
21-03-54 Sugar Bonny Garraway winst
24-06-54 Helslijne (Suriname) draw
1954 Cramp (Suriname) verloren (punten)

Aan het eind van de vijftiger jaren traden andere boksers naar voren, zoals Defares, Michel Blinker, Woelkens, Hubart, Eugene Grant, Weidum, Ronald Riedewald, Killer Mac Coy, Thomson, Bosse enz.

Behalve de professionele bokspartijen die regelmatig werden georganiseerd, werd in deze periode het boksen in verenigingsverband sterk bevorderd. Zo probeerde men op elke maandagavond steeds twee boksscholen tegen elkaar uit te laten komen. Opgemerkt dient te worden dat de Surinaamse Boks Bond op 21 december 1955 werd opgericht.

Een bokser die eind vijftiger en in de zestiger jaren van zich liet spreken is Ronald Riedewald.

Enkele gevechten van Ronald Riedewald zijn:

datum naam tegenstander resultaat
28-10-59 Gerard van Eyck (Ned.) draw
24-04-61 Killer Mac Coy (Sur.) winst (punten)
14-05-64 Bagis Hansen (Noorw.) winst (4e ronde)
25-09-64 Carlo (België) verlies
08-05-67 Jack Jackson (Cur.) winst (4e ronde)

In 1961 werd door het nieuwe bestuur enkele bepalingen ingevoerd voor titelgevechten. Van deze bepalingen maakten Killer Mac Coy en Kid Waldo (Ronald Riedewald) gebruikt om elkaar in het middengewicht uit te dagen om de titel kampioen van Suriname. Dit gevecht vond op vrijdag 28 april 1961 plaats en het was het eerste officiële titelgevecht dat in Suriname werd georganiseerd.

Deze keuze was mogelijk daar beide boksers nog nimmer als professionals in Suriname hadden verloren. Dit gevecht was gepland voor 15 ronden. Bijzonderheden van beide boksers waren:

Riedewald Mac Coy
Leeftijd 24 31
Gewicht 71 kg 73 kg
Lengte 1,81m 1,815m
Armlengte 76 cm 81 cm
vuist 30 cm 31 cm
borst 96 cm 98 cm
borst gespierd 98 cm 101 cm
middel 76 cm 73 cm
bisep 32 cm 32 cm
bisep gespierd 37 cm 36 cm

Ronald Riedewald won op punten en werd zodoende

[pagina 50]
[p. 50]

de eerste officiële boskampioen van Suriname.

Ook het gevecht dat op 8 mei 1967 werd gevochten was een titelgevecht, maar dan nu om het Nederlandskam-pioenschap. Het gevecht was voor 12 ronden gepland, maar Riedewald won middels knock out in de vierde ronde en werd zodoende de eerste Surinamer die een Nederlandse bokstitel veroverde.

 

Een groot aantal boksliefhebbers kon op dinsdag 17 april 1962 hun hart ophalen in het toenmalige Suriname Stadion van hetgeen de Amerikaanse bokser Sugar Ray Robinson hen vertoonde. Met feilloos voetwerk en weergaloze techniek toonde Sugar Ray zijn kunnen tijdens het demonstratie-gevecht tegen Otis Woodward.

In 1979 kwam een ander groot Amerikaanse bokser naar Suriname namelijk Mohamed Ali ofwel Cassius Clay. In de zeventiger jaren ging het berg afwaarts met de bokssport in Suriname. Roy Bottse die in 1974 naar Suriname kwam, trachtte meer leven in de bokssport te blazen. Hij richtte een school op die tot 1980 goed draaide. Het niveau van de veertiger en vijftiger jaren heeft de bokssport echter nooit kunnen bereiken (zie Roy Bottse).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken