Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988) (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)
Afbeelding van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)Toon afbeelding van titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.94 MB)

ebook (13.43 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

(1990)–Ricky W. Stutgard–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dammen:



illustratie

Dammen: is een bordspel dat door twee personen gespeeld wordt op een vierkant, in 50 witte en 50 donkere speelvelden verdeeld bord, met 20 witte schijven voor de ene en 20 zwarte schijven voor de andere partij. De speler die door middel van ‘slaan’ de schijven van de andere partij weet te reduceren tot er geen meer in het spel is, is winnaar.

Het bord wordt zo geplaatst dat elk der spelers links op de voor hem onderste rij een donker veld heeft. Volgens de bepaling van de wereld dambond wordt gespeeld op

[pagina 71]
[p. 71]

de donkere velden; in Frankrijk bijvoorbeeld speelt men op de lichte velden. Om standen en zetten op het bord te kunnen aanduiden worden de speelvelden geacht genummerd te zijn van 1 t/m 50, in dezelfde volgorde als de woorden in een boek. In de aanvangsstelling van een partij heeft zwart schijven op 1 t/m 20 en wit op 31 t/m 50. Wit begint; vervolgens zetten de spelers om beurten. Een schijf mag één veld diagonaal vooruit (nooit achteruit) naar een onbezet veld gespeeld worden. Slaan van een schijf geschiedt door over een aangrenzende vijandelijk stuk naar een onbezet veld te springen en daarna het vijandelijk stuk van het bord te nemen. Slaan mag zowel diagonaal vooruit als achteruit en is bovendien verplicht. Een schijf die door een zet of slag eindigt op de velden 1 t/m 5 voor wit of 46 t/m 50 voor zwart (de zg. damlijnen), wordt tot dam gekroond door er een tweede stuk van dezelfde kleur op te plaatsen, waarna het een dam genoemd wordt. Een dam mag vooruit en achteruit zetten over de gehele (diagonale) lijn, waarop zij staat, voor zover deze vrij is.

De dam kan elk vijandelijk stuk dat zij op haar weg ontmoet en waarachter zich een of meer onbezette velden bevinden, slaan.

Meerslag gaat voor d.w.z. men moet bij verschillende slagmogelijkheden het grootste aantal stukken slaan, waarbij zowel dam als schijf voor één stuk telt; de schijven mogen pas van het bord worden verwijderd, nadat de slag volledig is uitgevoerd. Men mag bij het slaan wel meermalen het zelfde veld, doch niet tweemaal dezelfde stuk passeren. Damslag gaat niet voor. Wie aan zet zijnde niet meer kan spelen, heeft verloren.

Behalve deze speelwijze zijn er nog andere zoals Friese dammen, Canadees dammen, Russisch dammen enz.

Op grond van vondsten van borden en stukken heeft men lang gemeend dat het damspel reeds ca. 2000 vóór Christus door de Egyptenaren zou zijn beoefend. Thans heeft men redenen aan te nemen dat de spelregels van het betrokken spel fundamenteel verschillen van die van het huidige damspel. Volgens recente gegevens is het spel in de 11de eeuw in Zuid-Frankrijk ontstaan.

Het oudste bewaard gebleven damboek dateert van 1591. Vóór de 18de eeuw werd uitsluitend gespeeld op een bord met 64 velden, het spelen op de 100 ruiten werd ca. 1722 in Parijs ontwikkeld.

In 1947 werd in Parijs de Federation Mondiale du Jeu de Dames (zie FMJD); oftewel de wereld dambond opgericht.

Het damspel werd met de komst van de Nederlandse kolonisten naar Suriname (1667) mogelijkerwijs hier geïntroduceerd. In die dagen moet dan dit spel in kleine kringen binnenshuis zijn gespeeld.

Het zou echter tot na de Eerste Wereldoorlog duren eer het damspel daadwerkelijk haar intrede in Suriname zou doen.

Van 1920-1924 werd dit spel voornamelijk aan de Heiligenweg en de Saramaccastraat (manjawinkri) in het openbaar gespeeld. Ook in het militair tehuis werd gedamd. Zo werd in de week van 23 mei 1921 een damtournooi georganiseerd en als winnaars kwamen uit de bus de fuseliers Starke, Shermacher en van Bochoven, die respectievelijk als prijs ontvingen sf. 10,00, sf. 5,-- en sf. 3,-.

Een ander tournooi vond op 30 april 1924 onder de belastingsambtenaren plaats en de dammers waren in twee klassen verdeeld. In de eerste klasse waren er 6 deelnemers en in de tweede klasse 4.

Ch. Huisden en W. Sjoe A Gnie werden eerste en tweede in de eerste klasse, terwijl in de tweede klasse J. Lindveld en E. van Hetten de 1ste en 2de plaats bezetten.

Uit vorengenoemde tournooien kan worden opgemaakt dat het damspel in de twintiger jaren al in georganiseerd verband werd gespeeld.

In 1925 waren er nog meer bekende dam-centra o.a. Halikibe, Freemangrond (Anton de Komstraat), Waterkant (oude steiger) en Poelepantje (winkel Wong A Liem). De heer I. Fernandes, vader van Jules Fernandes had een zitbank op Poelepantje doen plaatsen hier vonden destijds de belangrijkste damwedstrijden plaats.

In die jaren speelde men ‘damslag gaat voor’ d.w.z. er moest met de dam geslagen worden, al kon men met een schijf meer stukken van de tegenstander slaan. Ook werd bij afspraak de z.g. brong stong speelwijze toegepast. Brong stong hield in dat als de ene speler met een schijf of dam moest slaan, doch zulks vergeten had te doen, de tegenstander het stuk (stong) waarmee geslagen moest worden, van het bord mocht nemen na eerst tegen het stuk geblazen te hebben (bro winti gi a stong). De z.g. brong stong is geen Surinaamse uitvinding, daar in een officieel damtijdschrift van 1906 stond vermeld dat blazen tegen een stuk bij art. 14 van het algemeen reglement van het damspel d.d. mei 1904 officieel werd afgeschaft in Nederland.

Het waren voornamelijk volwassenen die op de bovengenoemde plaatsen in Suriname dam speelden. Men speelde meestal tegen inzet. Er werden ook ere-partijen gespeeld en er werd ook voor BOB gespeeld.

BOB was een populaire koele drank die door schaafijsventers als volgt werd gebrouwen; een groot glas schaafijs, veel melk, suiker of gekleurde stroop, flink roeren en klaar was ..... BOB.

In die tijd noteerde men de partijen niet, hetgeen wel jammer is daar de huidige dammers er veel van konden hebben geleerd. Zeer bekwame dammers in de beginjaren zijn: Baas Pinto, Hafiskhan, Nehboo, Baas Watkin Jagot, Anjie, Bartje Jessurun, Karimin en Jacques Amzand (zie Jacques Amzand).

De heer de Vries (vader van ex-bankdirekteur Erwin de Vries), die als evenknie van Baas Pinto bekend stond, was onder de notabelen van Paramaribo aktief met het damspel.

Van 1927 tot 1935 waren Poelepantje, Pontenwerfstraat (Anton de Komstraat) en achter de markt de meest bekende dam-centra. Nieuwe dammers die in deze periode kwamen opdagen waren: Dougle, Marcus, Leo Duiker, Claiber, Soe Agnie, Lim A Po, Johan Adolf Pengel, Sijpel de Vries, de onderwijzer Asin, Louis Sen A Kaw (zie Louis Sen A Kaw), Abdoel Ghanie, Coupain, Hugo de Miranda, Max Bonse en Adjiedji Bakas.

De Miranda en Bakas waren in die dagen de jeugdigen van de groep. Meester Asin stond toen bekend als de

[pagina 72]
[p. 72]

theoreticus.

Wedstrijden en tournooien waren krachtmetingen, welke in alle hoeken van Paramaribo wekenlange discussies opgang brachten.

Zoals eerder vermeld werd altijd gespeeld om gelag al ging het maar om een loto (stuiver), een doni (dubbeltje) of een tjawa of skwal (kwartje).

Na 1935 tot kort voor de Tweede Wereldoorlog ging het niet zo goed met de damsport in ons land. Na 1940 leek het zelfs dat dit spel nooit meer tot bloei zou komen. Het gevreesde drietal uit die dagen namelijk Bartje Jessurun, Jacques Amzand en Leo Duiker, bevond zich in het buitenland en ook Sijpel de Vries vertoefde in militaire dienst ver buiten onze grenzen. Het damspel bleef zich a.h.w. concentreren aan de Pontenwerfstraat en Prinsenstraat.

Marcus, Louis Sen A Kaw, Adjiedji Bakas, Soe Agnie, Lurfs, Ilahie, Mahes en Hugo de Miranda waren de pijlers waarop de damsport destijds rustte.

 

Pas in 1949 was er weer sprake van een begin van een gezonde ontwikkeling. Het waren de heren August Holland en Sijpel de Vries, die in 1949 het initiatief namen tot de oprichting van een damvereniging. Deze vereniging kreeg de naam van ‘Eerste Surinaamse damvereniging Suriname’. Max Bonse werd de eerste clubkampioen van deze vereniging, daar in hetzelfde jaar (1949) nog clubkampioenschappen werden georganiseerd.

Onder leiding van de heer Dalaysingh werd op zondag 15 oktober 1950 een vergadering bijeen geroepen, welk ten doel had de dammers aan te moedigen het damspel in Suriname beter te bestuderen. Op deze dag startte men ook met het tweede clubkampioenschap. Louis Sen A Kaw werd winnaar van dit tournooi.

In 1950 richtte de heer Frits Dalaysingh de tweede damvereniging op, waarvan Charles Nieleveld de voorzitter werd. Deze vereniging droeg de naam van ‘Ontwaak’. Een derde damvereniging kwam in 1951 tot stand ‘Vlammende Hand’ was een feit. In hetzelfde jaar (1951) legden August Holland en Charles Nieleveld de

illustratie
Enkele topdammers van de vijftiger jaren
Staand (v.l.n.r.); Adjiedji Bakas
, Leo Duiker.
Zittend: Hugo de Miranda
, Abdoel Ghanie, Leo Markiet. (foto H. de Miranda)


basis voor de oprichting van een bond. Dit geschiedde ten huize van eerstgenoemde aan de Jamponicastraat 11. De Surinaamse Dam Bond werd op 7 april 1952, ten huize van Charles Nieleveld aan de Costerstraat 18 beneden opgericht. Het eerste bestuur bestond uit de leden: August Holland (voorzitter), Charles Nieleveld (ondervoorzitter), Eduard Grauwde (secretaris), Jozef Nazier (penningmeester) en Adjiedji Bakas (commissaris).

Met de oprichting van deze bond was het mogelijk landskampioenschappen te organiseren. De eerste verenigingen die zich bij deze bond aansloten waren Suriname, Ontwaak en Vlammende Hand.

 

In 1951 werd Louis Sen A Kaw wederom clubkampioen van de vereniging Suriname. Louis behaalde 40 punten.

[pagina 73]
[p. 73]

Max Bonse (36 punten), E. Soe Agnie (33), H. Cutman (32) en H. Valies (30) werden respectievelijk 2de, 3de, 4de en 5de.

In de B-klasse werd E. Blijheid kampioen, terwijl Sijpel de Vries in de C-klasse met de eer ging strijken.

De eerste landskampioenschappen startten op woensdag 13 augustus 1952 in het bovenlokaal van de Emmaschool. Gouverneur J. Klaasesz (1949-1956) was ook aanwezig. Aan dit tournooi namen 12 dammers deel; 6 van Suriname en 6 van Ontwaak. De dammers waren Mac Nack, Coupain, Leo Duiker, Zuilen, Abdoel Ghanie, Sijpel de Vries, Louis Sen A Kaw, Ellis, Adjiedji Bakas, Ilahie, Hugo de Miranda en Markiet.

De einduitslag was als volgt:

Louis Sen A Kaw 32 punten
Hugo de Miranda 30 punten
Abdoel Ghanie 29 punten
Ellis 26 punten
Zuilen 25 punten
Leo Duiker 23 punten
Coupain 23 punten
Sijpel de Vries 23 punten
Ilahi 19 punten
Leo Markiet 12 punten
Adjiedji Bakas 12 punten
Mac Nack 12 punten

Louis Sen A Kaw werd de eerste landskampioen dammen van Suriname (zie Louis Sen A Kaw).

Op dinsdag 9 februari 1953 werd de eerste internationale damontmoeting in Suriname georganiseerd. Louis Sen A Kaw, kampioen van Suriname kwam uit tegen Jacques Amzand, kampioen van Aruba. Deze heren speelden twee partijen, Louis Sen A Kaw won met 3-1.

Aangetekend dient te worden dat deze tweekamp toch geen daadwerkelijke interland was. Amzand was namelijk Surinamer die naar Aruba ging om daar te werken en tijdens de nationale Arubaanse kampioenschappen kampioen werd (zie Jacques Amzand).

De eerste damvereniging die in Nickerie werd opgericht heette: Eerste Nickerie Damclub. Deze damvereniging werd in juni 1955 op initiatief van Adjiedji Bakas en August Holland opgericht (zie Adjiedji Bakas).

In 1956 vertegenwoordigde Jacques Amzand Suriname tijdens de wereld damkampioenschappen die in Nederland werden georganiseerd. Er namen 19 dammers aan dit tournooi deel en Amzand bezette samen met twee andere dammers de 13de plaats. Jacques Amzand is de eerste Surinamer geweest, die ons land in het buitenland vertegenwoordigde.

Op zondag 21 september 1958 werd gestart met de eerste nationale damjeugdkampioenschappen. Er waren 16 deelnemers in de leeftijdsklasse 13-19 jaar. Na een enerverende strijd eindigde Johnny Sadiek (zie John Sadiek) en Ramersad met een gelijk aantal punten en moesten 5 partijen tussen deze dammers worden gespeeld. Johnny Sadiek won deze tweekamp en werd de eerste nationale jeugdkampioen van Suriname. Hij zou in vier achtereenvolgende jeugdkampioenschappen met de eer gaan strijken.

De groei en ontwikkeling van het damspel waren verbluffend; waren er in 1952 slechts 3 verenigingen, in 1958 waren het er 8, terwijl er in 1960 liefst 26 damverenigingen waren, waarvan 3 jeugdverenigingen.

Aangetekend dient ook te worden dat in 1958 voor de eerste maal een distrikt deelnam aan de landskampioenschappen, namelijk Nickerie.

In 1960 werden te Hengelo (Nederland) de wereldkampioenschappen dammen georganiseerd. Louis Sen A Kaw werd door de Surinaamse Dam Bond afgevaardigd om ons land te vertegenwoordigen. Sen A Kaw zorgde voor wat sensatie, daar hij oud-wereldkampioen Deslaurier versloeg en bovendien remises afdwong van de wereldkampioen Tjegolev en Koeperman. Sen A Kaw leverde de volgende prestaties:

1e ronde 2e ronde
Tjegolev (Rus) 0-2 1-1
Descallar (Mar) 1-1 2-0
Agliardi (Mon) 2-0 1-1
Baba Sy (Sen) 0-2 0-2
Deslaurier (Can) 2-0 0-2
Verse (Fr) 2-0 2-0
Gordijn (Ned) 2-0 0-2
Verpoest (Bel) 2-0 1-1
Dukel (Ned) 0-2 1-1
Bom (Ned) 0-2 1-1
Saint Fort (Haiti) 0-2 1-1
Diones (Fr) 0-2 1-1
Koeperman (Rus) 1-1 1-1

De Russische kampioen Tjegolev, die in 1956 al wereldkampioen werd, prolongeerde wederom deze titel. Louis Sen A Kaw werd 8ste en vanwege zijn prestatie werd hij door de Nederlandse Dam Bond uitgeroepen tot internationale grootmeester, het zou echter 16 jaren duren eer Suriname Louis Sen A Kaw tot grootmeester betitelde. De prestaties van Sen A Kaw moeten niet onderschat worden, van de 13 aanwezige grootmeesters dwong hij van 11 tenminste één remise af. Alleen Baba Sy won beide partijen tegen Sen A Kaw.

Johnny Sadiek behaalde in oktober 1961 voor de vierde achtereenvolgende maal het jeugddamkampioenschap. Deze overwinning kreeg hij echter niet cadeau daar hij na het eigenlijke tournooi met gelijk aantal punten eindigde als Jules Valois Smith (zie Jules Valois Smith). Er werd hierna een tweekamp van 4 partijen georganiseerd en Johnny Sadiek won deze met 5-3. Dat jaar was Johnny amper 16 jaar oud.

Ook de nationale kampioenschappen van 1961 waren tot de laatste wedstrijddag spannend. Adjiedji Bakas en Roepnarain Balak eindigden met gelijk aantal punten en moesten in een tweekamp van 2 partijen tegen elkaar uitkomen. Bakas won met 3-1.

In mei 1962 nam Bakas deel aan een internationaal tournooi in Bakoe (Sovjet Unie). Hij eindigde op de laatste plaats. In totaal waren er 9 Russen en 5 buitenlanders (inclusief Bakas) die aan dit tournooi deelnamen.

Een betere beurt maakte Jules Valois Smith tijdens de internationale wedstrijden die georganiseerd werden te Luik (2 t/m 7 september 1962) en te Hoogezand - Sap-

[pagina 74]
[p. 74]

pemeer (12 t/m 19 september 1962).

Deze 19-jarige dammer leverde de volgende prestaties:

Het tournooi te Luik (België):

3 september De Jong (ned) 1-1
3 september Saint Fort (Haiti) 1-1
4 september Reiman (Tsj) 2-0
5 september Hisard (Fr) 0-2
5 september Verleende (Bel) 1-1
6 september Laporta (It) 2-0
6 september De Descallar (Mar) 2-0
7 september Agliardi (Mon) 2-0
7 september Baba Sy (Sen) 0-2

De eindstand van dit tournooi was: 1) Baba Sy (15 pnt.), 2/3) De Jong en Hisard (14 pnt. voor beiden), 4) Saint Fort (12 pnt.), 5/6/7) Valois Smith, Laporta en Verleende (allen 9 pnt.), 8) De Descallar (5 pnt.), Agliardi (2 pnt.) en Reiman (1 pnt.)

Het tournooi te Hoogezand-Sappemeer:

12 september Holstvoogd (Ned) 1-1
12 september De Jong (Ned) 0-2
  Saint Forte (Haiti) 1-1
  Hisard (Fr) 1-1
15 september Gordijn (Ned) 1-1
16 september Baba Sy (Sen) 0-2
16 september Gournier (Fr) 0-2
17 september Verleene (Bel) 1-1
17 september Bergsma (Ned) 0-2
18 september Diones (Fr) 1-1
19 september Verpoeste (Bel) 1-1

De eindstand was: 1) Baba Sij (17 pnt.), 2/3/4) Gordijn, Verpoest en Bergsma (allen 15 pnt.), 5/6) Hisard en de Jong (13 pnt.), 7) Holstvoogd (11 pnt.), 8) Gournier (9 pnt.), 9/10) Saint Forte en Valois Smith (elk 7 pnt.), 11/12) Diones en Verleene (5 pnt.).

 

In juni 1964 vertegenwoordigde Hendrik Sanichar Suriname tijdens de wereldkampioenschappen die in Italië werden georganiseerd. Sanichar speelde 16 partijen, won er 4, speelde 9 remise en verloor er 3. Hij eindigde in de middenmoot.

In november 1965 kreeg de Surinaamse Dam Bond hoog bezoek, namelijk van de Senegalees Baba Sy; semiwereldkampioen van 1960. Baba Sy kwam tegen vele Surinamers uit en dwong veel respect van zich af. De prestaties van onze topdammers waren:

10-11-65 Hendrik Sanichar - Baba Sy 0-2
12-11-65 Johnny Sadiek - Baba Sy 0-2
19-11-65 Marius Persad - Baba Sy 1-1
22-11-65 Louis Sen A Kaw - Baba Sy 0-2

Op zondag 15 november 1965 kwam Baba Sy simultaan uit tegen 77 jeugdige dammers in het clubgebouw ABO. Hij won 74 partijen en speelde 3 remises. Ardjoe Narain (17 jaar), Andre Jozefzoon (14 jaar) en Alain Waldhoe (14 jaar) konden een remise van de semi-kampioen afdwingen.

Op woensdag 17 november 1965 kwam deze grootmeester uit tegen 51 dammers. Hij won 39, speelde 11 remises en verloor alleen van Adjiet Pangalie.

Het bezoek van Baba Sy was van groot belang voor de ontwikkeling van het damspel in Suriname.

Op 10 maart 1968 werden de eerste landskampioenschappen voor dames georganiseerd. De eerste landskampioene werd mevr. Renwich die uit 6 partijen ongeslagen uit de strijd kwam. Marica behaalde 10 punten, Nieleveld 8, Dens 6, Zorgvol 1 en Huisden 1 punt. Jammer genoeg is hierna geen kampioenschap meer voor dames georganiseerd.



illustratie
Hendrik Sanichar (foto De Ware Tijd)


Van 11 tot 25 juni 1968 werden in Italië de wereld damkampioenschappen georganiseerd. Marius Persad vertegenwoordigde Suriname aldaar. Onze landgenoot leverde een matige prestatie. Uit de 15 partijen behaalde hij 11 punten en bezette de 12de plaats. De Rus Andreiko werd wereldkampioen.

In augustus 1969 kwam Europees kampioen Ton Sijbrands op bezoek. Hij nam deel aan het Naks internationale damtournooi en van de 8 gespeelde partijen won hij er 7 en speelde 1 remise. Op 13 augustus 1969 verraste Hugo Kemp een ieder daar hij een remise wist af te dwingen van Sijbrands.

Ramdeo Ramcharan behaalde 11 punten, Hugo Kemp 10 en Johnny Sadiek 10 punten, deze werden zodoende 2de, 3de en 4de van het tournooi.

Ton Sijbrands introduceerde via de STVS blind dammen. Zonder het dambord en de schijven te zien gaf hij een demonstratie op internationaal niveau.

 

In juli 1970 nam Ramdeo Ramcharan deel aan de Chal-

[pagina 75]
[p. 75]

lenge Mondial. Aan dit tournooi namen 18 dammers deel en Ramcharan veroverde een 7de plaats. Tijdens dit tournooi speelde hij bovendien gelijk tegen oud-wereldkampioen Koeperman.



illustratie
Baba Sy op bezoek
Links Hugo de Miranda
, rechts Baba Sy; semi-wereldkampioen. (foto H. de Miranda)


In december 1970 nam Hugo Kemp in de meestergroep deel aan het Suikerdamstournooi. Aan dit tournooi namen 12 dammers deel en Kemp werd 6de. De opvallendste prestatie die hij leverde was op vrijdag 18 december 1970, namelijk de overwinning op de Rus Metsjvanski. De Nederlander Hermelink werd eerste, terwijl Metsjvanski de tweede plaats bezette.

In 1970, tijdens het voorzitterschap van George Derby, kwam de bond met het plan middels het houden van een centrale training het spelniveau van de topdammers te verhogen. Een groep van 12 dammers werd toen opgeroepen voor de centrale training. Het was de eerste maal in de damhistorie dat men met een centrale training startte.

 

Op uitnodiging van de Surinaamse Dam Bond kwam op dinsdag 19 januari 1971 Ton Sijbrands wederom naar Suriname. Op 21 januari startte men met een invitatie-tournooi, waaraan 10 dammers (inclusief Sijbrands) deelnamen. Laatstgenoemde won dit tournooi door 14 punten te vergaren. Hugo Kemp werd tweede (11 punten) en Franklin Waldring (zie Franklin Waldring) werd derde (11 punten).

Tijdens dit bezoek bezocht Sijbrands 12 plaatsen en speelde in totaal 351 partijen. Hij won er 337, speelde 13 remise en verloor slechts één en wel van Setrowirono (Wagiron).

Van 18-29 december 1971 werd te Amsterdam voor het eerst in de damhistorie een internationale wereld jeugdkampioenschap dammen georganiseerd. Suriname werd vertegenwoordigd door jeugdkampioen 1971 Achoug Mohamed Joesoef en hij werd zodoende de eerste Surinaamse jeugddammer die aan een interland deelnam. Achoug viel echter niet in de prijzen. De Rus Metsjvanski werd de eerste wereld jeugdkampioen.

Op woensdag 3 mei 1972 werd te Hengelo een aanvang gemaakt met het tournooi om het wereldkampioenschap dammen. Suriname werd toen vertegenwoordigd door de 20-jarige nationaal kampioen Waldo Aliar. De resultaten van Aliar waren:

3 mei Fannelli (It) 1-1
4 mei Andreiko (Rus) 1-1
5 mei Koeperman (Rus) 1-1
6 mei Wiersma (Ned) 0-2
9 mei Aliardi (Mon) 2-0
10 mei Laportte (It) 1-1
11 mei Kuyken (Zw) 0-2
12 mei Hisard (Fr) 1-1
14 mei Smith (VS) 0-2
15 mei Sijbrands (Ned) 0-2
16 mei Baba Sy (Sen) 0-2
18 mei Verpoest (Bel) 2-0
19 mei Janecek (Tsj) 2-0
20 mei Deslauriers (Can) 1-1
22 mei Delhom 1-1

Waldo Aliar eindigde op de 11de plaats en kreeg vanwege zijn prestatie een HNS-onderscheiding. Ton Sijbrands werd tijdens dit tournooi wereldkampioen.

Op 2 november 1975 liet Franklin Waldring de schijnwerpers op zich schijnen toen hij, tijdens het kandidatendamtournooi in de Sowjet Unie weigerde te spelen tegen Andreiko als de Surinaamse vlag niet gehesen zou worden. De Russische organisatoren hadden voor Suriname een Nederlandse vlag ontvouwd. Waldring bleef volhouden, waardoor de Russen zich genoodzaakt zagen het Nederlandse dundoek te vervangen voor een Surinaamse. Waldring eindigde tijdens dit tournooi op de vijfde plaats.

 

Wanneer we een korte evaluatie maken over de zestiger jaren en de eerste helft van de zeventiger jaren dan blijkt dat het damspel grote vorderingen heeft gemaakt. Ook namen onze dammers aan vele internationale tournooien deel en kwamen steeds meer buitenlandse grootmeesters naar Suriname voor het spelen van vele dampartijen.

 

Een grootmeester die Suriname op 30 mei 1975 bezocht was Harm Wiersma. Harley Overman (zie Harley Overman) verraste vriend en vijand toen hij remise speelde tegen Wiersma. Later in dat jaar gingen Franklin Waldring en Harley Overman naar Hoogezand (Nederland) om deel te nemen aan het 8ste Koninlijk Scholten Honig damtournooi. Waldring werd in de eregroep 6de, terwijl Overman in de hoofdgroep samen met Robillard van Haiti, Visser en Van Vloten van Nederland met 15 competitie-punten op de eerste plaats eindigde. Het was de eerste keer dat tijdens een daminternationaal tournooi een Surinamer op de eerste plaats eindigde.

In 1976 vond de uitreiking van nationale titels aan 13 Surinamers plaats. Degenen die deze eer te beurt vielen waren Louis Sen A Kaw, Jules Valois Smith, Jacques Amzand, Hendrik Sanichar en Franklin Waldring, die de grootmeesterstitel kregen.

 

Adjiedji Bakas, dr. John Sadiek, Nellis Fleur, Hugo Kemp, Ramdeo Ramcharan, Waldo Aliar, Marius Persad,

[pagina 76]
[p. 76]

en Harley Overman, kregen de nationale meesterstitel. Het was de eerste maal in de damhistorie dat damtitels werden uitgereikt.



illustratie
Links Franklin Waldring, rechts Harley Overman. (foto De Ware Tijd)


Enkele opvallende gebeurtenissen in de zeventiger jaren zijn:

-Pertab Malabe vertegenwoordigde Suriname in augustus 1977 in Nederland tijdens een internationaal tournooi.
-Ramon Norden (zie Ramon Norden) werd op 1 september 1978 aangewezen om Suriname te vertegenwoordigen in Italië tijdens de wereldkampioenschappen.
-Op 30 september 1979 werd een aanvang gemaakt met het eerste Fernandes-damtournooi. Hugo Kemp werd eerste met 20 punten, Hendrik Sanichar en Tuur vergaarden beiden 19 punten, terwijl Ramdeo Ramcharan en Sheoratan goed waren voor 18 punten.

 

De tachtiger jaren moeten gezien worden als de jaren waarin de Surinaamse damsport een internationale doorbraak forceerde en wat ook lukte. Niet alleen namen Surinaamse dammers aan vele internationale tournooien deel, maar ook werden in Suriname damtournooien op wereldniveau georganiseerd. We denken bijvoorbeeld aan het Zone 4-Damtournooi van 22 juni tot 4 juli 1980 en aan de wereld damkampioenschappen en de wereldkampioenschappen van 1988.

Ook werd Suriname de eerste Zuidamerikaanse kampioen tijdens het tournooi dat van 17-21 april 1981 te Sao Paulo werd georganiseerd.

Tijdens de Damolympiade van 1986 werd Suriname na Rusland (21 punten), Nederland (20 punten) en Senegal (15 punten), vierde met 14 punten. Eduard Autar veroverde op de ranglijst van bord 1 een tweede plaats. Aangetekend dient te worden dat Autar met gelijk aantal punten als Gantwarg (17 punten) eindigde, maar Gantwarg belandde op de eerste plaats. Tijdens dit tournooi werd aan Eduard Autar (zie Eduard Autar) de internatiorale Grootmeesterstitel uitgereikt.

 

De tachtiger jaren mogen ook beschouwd worden als de jaren van Eduard Autar. Deze Surinaamse dammer heeft Suriname vaker waardig vertegenwoordigd in het buitenland en ook vaak met succes. Eduard Autar is ongetwijfeld de beste dammer die Suriname voortbracht. Het Surinaams damspel zal zich in de negentiger jaren nog beter gaan ontwikkelen en het is te verwachten dat wij straks, misschien onze eerste wereld damkampioen zullen mogen begroeten.

Overzicht van de landskampioenen die het damspel voortbracht:

1952 Louis Sen A Kaw
1956 Jacques Amzand
1958 Louis Sen A Kaw
1959 Jacques Amzand
1960 Louis Sen A Kaw
1961 Adjiedji Bakas
1962 Jacques Amzand/Jules Valois Smith
1963 Jules Valois Smith
1964 Hendrik Sanichar
1965 John Sadiek
1966 Franklin Waldring
1967 Mulder (0)
1968 Nellis Fleur
1969 Hendrik Sanichar
1970 Hugo Kemp
1971 Ramdeo Ramcharan (o)
1972 Waldo Aliar
1973 Marius Persad
1974 Franklin Waldring (o)
1975 Harley Overman
1976 Harley Overman
1977 Pertab Malabe
1978 Ramon Norden
1979 Ramdeo Ramcharan
1980 Franklin Waldring / Eduard Autar
1981 Jagdies Sheoratan
1982 Eduard Autar (o)
1983 Eduard Autar (o)
1984 Eduard Autar (o)
1985 Franklin Waldring (o)
1986 Eduard Autar (o)
1987 John Sadiek
1988 John Sadiek
1989 Eduard Autar
 
o = ongeslagen

Bijzonderheden van de landskampioenen:

-Jules Valois Smith is de jongste landskampioen van Suriname geweest. In 1962 was hij slechts 19 jaar.
-Franklin Waldring is de oudste landskampioen van Suriname geweest. In 1985 was hij 50 jaar oud.
-In 1962 versloeg Jacques Amzand in een tweekamp de toenmalige landskampioen Adjiedji Bakas en werd zodoende kampioen. Later in het jaar werd een damconcours gehouden met als inzet het landskampioenschap. Jules Valois Smith veroverde toen de titel en zodoende kregen wij in 1962 twee landskampioenen.
-In 1980 eindigden Franklin Waldring en Eduard Autar tijdens de landskampioenschappen met gelijk aantal punten. Deze dammers kwamen toen in een
[pagina 77]
[p. 77]
tweekamp van 5 partijen tegen elkaar uit, maar ook toen kwam geen winnaar uit de bus. De SDB wees toen beide dammers als landskampioenen aan.
-John Sadiek werd de eerste dammer die zowel bij de jeugd als bij de senioren het landskampioenschap veroverde.


illustratie
Eduard Autar; Internationaal Grootmeester. (foto Sport en Jeugdzaken)


-John Sadiek werd in 1965 landskampioen en na 22 jaren veroverde hij de titel wederom. Hij is zodoende de eerste Surinamer die na 22 jaren wederom landskampioen werd.
-Jacques Amzand is de eerste en enige dammer die in twee landen landskampioen werd. In 1953 werd hij kampioen van Aruba, terwijl hij in 1956 voor de eerste maal het landskampioenschap van Suriname veroverde.
-Harley Overman is de eerste en enige dammer die tot sportman van het jaar (1975) werd uitgeroepen.
-In 1953, '54, '55, '57, '59 en 1961 werden geen landskampioenschappen georganiseerd.

Overzicht van de jeugdkampioenen die het damspel voortbracht:

1958 Johnny Sadiek
1959 Johnny Sadiek
1960 Johnny Sadiek
1961 Johnny Sadiek
1968 Waldo Aliar
1970 Achoug Mohamed Joesoef
1971 Achoug Mohamed Joesoef
1972 Bhaillal
1974 Ferdinand Leter
1983 Ronald Roethof
1984 Ronald Roethof
1985 Ronald Roethof
1988 Regie Koetoe
1989 Regie Koetoe


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken