Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988) (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)
Afbeelding van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)Toon afbeelding van titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.94 MB)

ebook (13.43 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

(1990)–Ricky W. Stutgard–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wielersport;



illustratie

Wielersport; de sport van het wielrennen. Ontwikkeld na de uitvinding van het rijwiel (de fiets) in Duitsland (1816) door de jonkheer Drais von Sauerbronn. Hij kwam op een goede dag met een bouwsel op proppen, waar velen van opkeken. ‘Grote Bi’ zoals deze fiets genoemd werd had een groot voorwiel, een klein achterwiel, beide van hout met ijzeren banden, bevatte geen zadel, noch tandwielen en ketting.

Het rijwiel was uitgevonden.

Hoewel dat rij wiel bestemd was voor rijke mensen, begon men in Frankrijk al gauw aan wielrenwedstrijden te denken. Die werden na heel wat praten en vooral na heel wat tegenstand ergens in een groot park te Parijs op 31 mei 1868 georganiseerd. Het werd echter geen spectakel. Een jaar later werd een race over 130 km (van Parijs-Rouen) georganiseerd. Deze wedstrijd was succesvoller en werd gewonnen door de Engelsman James Moore in een tijd van 1u.07.23 min. Vanaf toen werden regelmatiger wedstrijden georganiseerd, maar dan alleen wegwedstrijden. Pas in deze eeuw (in de twintiger jaren) kwamen er baanwedstrijden (zie Het Grote sportboek - Dick van Rijn).

 

De wielrensport wordt onderverdeeld in de weg- en de baanwedstrijden. Een derde minder beoefende tak is die van de terreinwedstrijden of cyclecross.

Wegwedstrijd zijn alle wegwedstrijden die op normale al dan niet goed geplaveide wegen gehouden worden. De afstanden liggen tegenwoordig tussen de 80 en 250 km. Eén van de oudste zogenaamde klassiekers is Parijs-Brest-Parijs, waarbij zonder onderbreking 1200 km moeten worden afgelegd. Een speciale soort wegwedstrijd wordt gevormd door de etappewedstrijden, die zijn twee of meerdaagse wedstrijden waarbij dagelijks een gedeelte van de totale afstand wordt afgelegd.

De beroemdste daarvan is de Tour de France, waarbij de rennerskaravaan in een periode van 3 weken ruim 4000 km aflegt.

Een aparte vorm van de wegwedstrijden is de tijdrit. Hierbij starten de rijders afzonderlijk met gelijke tussenpozen.

De tijd, het horloge is hierbij de tegenstander. Iedere renner moet alleen rijden en dus alleen alle moeilijkheden overwinnen. Wie ingehaald wordt moet op geruime

[pagina 228]
[p. 228]

afstand achter zijn nieuwe voorman gaan rijden of aan de andere kant van de weg rijden, zodat er geen sprake kan zijn van het zogenaamd uit de wind rijden.

Er zijn eveneens ploegenwedstrijden, waarbij iedere ploeg apart vertrekt en de tijd van drie besten als resultaat voor de vereniging genoteerd wordt.

Baanwedstrijden worden verreden op speciaal daarvoor geconstrueerde houten of cementen kombanen. De afstandlengte varieert van 200 tot 500m. De bochten zijn sterk verhoogd, terwijl ook de zgn. rechte einden naarbinnen glooiend verlopen. De steilte van de bochten is afhankelijk van de baanlengte. Een 200m baan heeft bochten rond de 45 graden, de bochten van de 500m zijn 25 graden.

 

De baansport kent ook tal van onderdelen. Bij de sprintwedstrijden (max. 1000m) wordt de beslissende eindsprint meestal pas in de tweede helft van de te rijden afstand aangezet.

Er zijn ook lange afstandwedstrijden op de baan. De grens ervan ligt meestal op 50 km.

Ploegkoersen zijn eveneens zeer populair en de koppelwedstrijd staat daarbij wel het hoogst aangeschreven. Hierbij vormen twee tot drie renners een koppel. Eén van hen is op de baan in strijd, terwijl de andere rust in de cabine van het rennerskwartier of langs de baanbalustrade en zijn beurt afwacht om af te lossen soms wel na iedere ronde. Het koppel met de grootste puntenaantal wordt dan winnaar.

 

Voor de achtervolging start de renner of ploeg niet naast, maar op gelijke afstand op de tegen over elkaar liggende einden (of in de bochten) van de baan. Ze proberen elkaar in te halen. Amateurs rijden daarbij 4 en beroeprenners 5 km. De strijd is beslist wanneer de totale afstand is afgelegd wanneer een tegenstander wordt ingehaald (zie Het grote sportboek door Dick van Rijn).

 

Deze tak van sport werd vanaf het eind van de vorige eeuw in Suriname bedreven. Het eerste rijwiel werd al in 1893 in Suriname ingevoerd (zie geschiedkundige tijdtafel van Suriname door Fred-Oudschans Dentz) en de eerste wielrenvereniging werd in januari 1896 opgericht en was haar naam ‘Surinaamse Rijwielen Bond’. Ere-voorzitter van deze vereniging was de heer J.D.F. Horst. Op zondag 19 januari 1896 organiseerde deze vereniging onder leiding van de ere-voorzitter de eerste wielrenwedstrijd in Suriname. De baan was de rijweg naar Kwatta van plantage Kwatta tot Rosignol en de afstand bedroeg 1800m.

De heer J.D. Taytelbaum eindigde als eerste, tweede werd John Simons en derde van Lierop. De winnaar kreeg een gouden medaille en werd met muziek en vaandels in optocht naar zijn woning gebracht. J.D. Taytelbaum werd met deze prestatie de eerste wegkampioen van Suriname.

 

Ondanks het feit dat Suriname vele wielrijders telde, had de wielrenvereniging toch weinig leden. Misschien is dit dan ook de oorzaak geweest dat deze vereniging geen lang levensduur had. Het is nu niet bekend wanneer de Surinaamse Rijwielen Bond op hield te bestaan, maar na 1896 is niets meer van deze vereniging bekend.

Na 1896 werden de meeste wielrenwedstrijden georganiseerd door ‘de Vereniging voor Nationale Feesten te Paramaribo’. Zo organiseerde deze organisatie op 2 augustus 1896 een bloemencorso met fietsen waaraan 17 rijders deelnamen. Er waren 6 prijzen, allen kunstvoorwerpen:

-Voor de fraaist versierde fiets met rijder ging de eerste plaats naar J. Behr. Tweede werd J.B. Louzada.
-Voor de fraaist versierde fiets werd aan de heer J.J. Liems een pressepapier uitgereikt, terwijl de heer J.D. Taytelbaum als tweede prijs een beker kreeg. John Simons werd toen derde.

Op 31 augustus 1986 werd door vorengenoemde vereniging twee wielrenwedstrijden georganiseerd rondom het Gouvernementsplein. In de klasse 9-14 jaar werd James Douglas de kampioen, terwijl bij de volwassenen John Simons met de eer ging strijken. Beide winnaars kregen een zilveren medaille. Vermeld kan worden dat de volwassenen eerst op Racers en dan op Roadsters moesten fietsen.

Uit het vorenstaande blijkt dus dat de fiets niet alleen als race-middel werd gebruikt, maar het diende ook als pronkmiddel.

Door het ontbreken van een echte wielrenvereniging kon deze tak van sport niet tot ontplooiing komen, ondanks het feit dat wielrennen voor de Eerste Wereldoorlog zo populair was in Suriname dat al in 1915 gedacht werd om een wielrenbaan aan te leggen aan het Molenpad. Dit plan werd echter niet tot uitvoering gebracht.

 

Rond 1923 groeide de animo om in georganiseerd verband Suriname op de fiets te verkennen. Men organiseerde daarom fietstochten en één der eerste fietstochten werd op 23 september 1923 door de korfbalvereniging Vitesse georganiseerd. Een tiental dames en een twaalftal heren maakten toen een fietstocht in de omstreken van Paramaribo. Men raakte na dit uitstapje zodanig geinspireerd dat in hetzelfde maand een wielervereniging die de naam droeg van ‘Eerste Surinaamse Rijwiel Vereniging’, werd opgericht.

Op zondag 7 october 1923 organiseerde deze vereniging haar eerste fietstocht. Ze legde de reis naar Lelydorp, heen en terug in 1 uur en 45 minuten af.

De eerste fietstocht naar het buitenland vond op 11 juli 1950 plaats. Een ploeg van Raleigh club vertrok uit Paramaribo met als doel Guyana. Degenen die aan deze fietstocht deelnamen waren de heren H. Brendel, J. Darthuyzen, L. Simons, A. da Silva, M. Vervuurt, H. Rebout, L. Darthuyzen en mevr. I. da Silva.

Men vertrok uit Paramaribo om 4 uur in de ochtend en op 15 juli reisde men per barkas ‘Agatha’ naar Springland, waar men groots werd ontvangen door de Guyanezen. Op maandag 24 juli werd de terugreis aanvaard en op vrijdag 28 juli 1950 was men wederom te Paramaribo.

Intussen was het wedstrijdkarakter al aardig doorgedrongen in de wielrensport. Al vanaf 1931 werden regelmatig

[pagina 229]
[p. 229]

wielrenwedstrijden georganiseerd. Zo werden in verband met de sportweek 1931 op zondag 6 september wielrenwedstrijden georganiseerd. Deze wedstrijden hadden als startpunt de omgeving van de oude Israelitische begraafplaats, 14 deelnemers namen aan deze wedstrijd deel en honderden toeschouwers schaarden zich langs de weg. Dankzij de uitstekende assistentie van de politie konden de diverse nummers ongehinderd plaats hebben. De eerste race begon om 15.00 uur en na elk 3 minuten startte een volgende deelnemer. Bij loting was de volgorde van starten bepaald en merkwaardig genoeg was dat de nummers 1, 2, 3 en 4 ook op de eerste, tweede, derde en op de vierde plaats eindigden.

W. Kong A Sang werd eerste in een tijd van 14 min.30 sec. Vervolgens gingen respectievelijk over de finish E. Oldenstam (14 min. 35 sec.), H. Klei (15 min. 05 sec.), de Witt (16 min.), Fintley (16 min. 56 sec.) en Gomes (17 min. 11 sec.). De prijzen die aan de wielrenners werden uitgereikt waren respectievelijk Sf. 20,--, Sf. 15,--, Sf. 10,--, Sf. 7,50, Sf. 5,-- en Sf. 2,50.

Na deze wedstrijd vond een wedstrijd plaats tussen de drie besten. De afstand was nu langer en ging ditmaal van de Oude Israelitische begraafplaats naar de Tweede Rijweg, Verlengde Gemenelandsweg, Eerste Rijweg en dan terug. E. Oldenstam werd wederom eerste en H. Klei tweede.

Door de Tweede Wereldoorlog was de wielrensport jaren op de achtergrond geschoven, maar in 1948 kwam er wederom opleving.

Ter gelegenheid van het 50 jarig regeringsjubileum van H.M. Wilhelmina in september 1948, werd een comité samengesteld voor het organiseren van wedstrijden. Het comité bestond uit de volgende personen; Wim Bosverschuur, lt. Harry Pelkman, lt. de Boer, J. de Vries en majoor Dongen.

Er werd een wedstrijd over 80 km georganiseerd, welke op donderdag 2 september werd verreden. De start vond om 14.00 uur plaats en Wilfred Kross (23 jaar) won deze race in een tijd van 2u.26min.4sec. Bisnath Balkaran (20 jaar) werd tweede en J. Jagnannansingh (27 jaar) werd derde.

Met deze overwinning was het tijdperk van Wilfred Kross ingeluid. Hij zou tot 1952 de meest dominerende wielrenner van Suriname zijn.

In verband met de sportweek 1950 werd een wedstrijd over een parcours van 7 km georganiseerd en de wielrenners zouden 6 maal deze afstand moeten afleggen. Op 3 september vond de wedstrijd plaats en Wilfred Kross werd hiervan de winnaar (1u. 13 min. 30 sec.), no 2, 3 en 4 waren respectievelijk Brewster, Frank Moll en Staniramsing.

Bij de dames werd 14 km verreden en als winnares kwam Truus Mack uit de bus, terwijl Ida Gunthman en Olga Sumter tweede en derde werden. Op zondag 12 november 1950 werd een wedstrijd tussen de wielrenners Kross en Tjong A Kiet over 240 km georganiseerd. Wilfred Kross was oppermachtig, daar hij Tjong A Kiet wel 20 km achter zich liet.

Op maandag 11 december 1950 behaalde Kross zijn derde overwinning door de 20 km race in 32 minuten af te

illustratie
Wilfred Kross (l) en trainer Coutinho
(foto mevr. Kross)


leggen. Tweede werd Frank Moll, gevolgd door Eugene Liauw A Ngie en Benschop. Aan deze race namen 26 wielrenners deel.

In mei 1951 vertrok Wilfred Kross naar Guyana voor het deelnemen aan enkele wedstrijden aldaar. Dit was de eerste maal dat een Surinamer aan een internationale wedstrijd deelnam. Kross verbeterde daar het record op de 3 mijl in een tijd van 8 min. 44.7 sec. Hij kreeg als winnaar 2 rijwielen en voor de lapwedstrijden in de drie en vijf mijl wedstrijden 2 medailles. Aan deze wedstrijden nam ook Trinidad deel.

Op 7 juni 1952 werd de Surinaamse Wielrenners Bond (in september 1959 omgedoopt in Surinaamse Wielren Unie) opgericht. Het eerste bestuur bestond uit de personen: Phedor Emanuels (voorzitter), Jacques Stuger (secretaris), Harold Heath (penningmeester), Willebrod Axwijk, Brewster, Lieuw Choy en mej. Olga Sumter (commissarissen).

Op 8 november 1952 werden over een afstand van 70 km wegwedstrijden georganiseerd. Eugene Liauw A Ngie werd toen eerste, Berghout tweede en Wim Gummels derde. Wilfred Kross die deze wedstrijd zowel in 1950 als 1951 had gewonnen, moest tijdens deze race eruit stappen.

Op de 28 km voor dames werd Truus Mack kampioene en Ina Landvreugd semi-kampioene.

In verband met de opening van het toenmalige Suriname Stadion werden op 31 augustus en 1 september 1953 de eerste internationale wielrenwedstrijden in Suriname georganiseerd. Wim Gummels leverde de beste prestatie

[pagina 230]
[p. 230]

door als eerste Surinamer met een gouden medaille naar huis te gaan. Ina Landvreugd was instaat een gouden medaille te veroveren. De resultaten van de eerste internationale wedstrijden hier te lande zijn:

5000m Johnson 7 min:33.2 sec.
1200m Liddell  
2000m Robello 2 min:47.5 sec.
1000m Hacket 12.8 sec.
15000m W. Gummels 24min:09.3 sec.
 
5000m Liddell 7min:33.4 sec.
1200m Johnson  
2000m Gordon 2min:47.8 sec.
1000m Mathieuw 12.7 sec.
15000m Liddell 24min:39.4 sec.

Let wel bij de 1000m werd slechts de laatste 200m van dit onderdeel ‘getimed’

Dames  
1000m Marchall 1min:35.5 sec.
1500m Marchall 2min:25.1 sec.
2000m Marchall 4min:23.9 sec.
3000m Marchall 5min:17.4 sec.
2500m Landvreugd 4min:40.3 sec.
 
1000m Landvreugd 1min:36.0 sec.
1500m Landvreugd 2min:25.2 sec.
2000m Landvreugd 4min:26.0 sec.
3000m Landvreugd 5min:21.6 sec.
2500m Clarke  

Eugene Liauw A Ngie veroverde op de 25.000m een bronzen medaille. Aan dit toernooi nam behalve Suriname

illustratie
Links: Frank Moll, rechts Wilfred Kross
(foto mevr. Kross)


ook Guyana, Trinidad en Barbados deel.

Op zaterdag 5 december 1953 werden de eerste nationale baanwedstrijden georganiseerd. Liauw A Ngie behaalde bij de A-klasse de meeste punten en werd daardoor Suriname's eerste wielrenkampioen op de baan. Eugene Liauw A Ngie behaalde in totaal 15 punten, Wim Gummels 13, Frank Moll 11 en Wilfred Kross 10 punten. De wielrenners moesten elkaar bekampen op een 1000m, een 2000m en een 5000m.

Degene die de meeste punten vergaarde werd dan kampioen. Bij de dames behaalde Ina Landvreugd 20 punten, terwijl de Sanders 9 en Cameron 6 punten behaalde.

Op 21 april 1954 werden wederom internationale wedstrijden in het toenmalige Suriname Stadion georganiseerd. Alleen Ina Landvreugd zag kans met enkele gouden plakken naar huis te gaan. Zij won namelijk de 2000m, de 3000m en de 4000m.

Eugene Liauw A Ngie veroverde één zilveren (9000m) en twee bronzen plakken (1000m en 3000m), terwijl Wilfred Kross brons won op de 9000m.

Tijdens de nationale kampioenschappen van 10 juli 1954 waren de resultaten als volgt:

3000m Liauw A Ngie 5min:39.3 sec.
5000m Liauw A Ngie 8min:54.1 sec.
15000m Liauw A Ngie 24min:11.8 sec.
 
3000m Grebmijn 5min:39.6 sec.
5000m Kross 8min:54.2 sec.
15000m Kross 24min:11.9 sec.

De algemene uitslag was als volgt Liauw A Ngie 20 punten, Wilfred Kross 8 en Lo Fo Sing 7 punten.

Op 29 augustus 1954 werd een internationale wegwedstrijd van 105 km georganiseerd, waaraan 24 Surinamers en 10 Guyanezen deelnamen.

Eugene Liauw A Ngie versloeg de Guyanees Robles na een felle strijd en ging als eerste over de finish in 37:24 min.07.3 sec. De nummers 3 en 4 gingen naar de Guyanees Robello en de Surinamer Wilfred Kross.

Uit vorenstaande resultaten blijkt dat Eugene Liauw A Ngie na 1952 de wielrenner was die het meest van zich liet spreken.

 

In de zestiger jaren is de naam Gerard Brunings het meest genoemd binnen de Surinaamse wielrensport. Gerard Brunings viel goed op in september 1965 toen hij op 15 jarige leeftijd de ronde van Paramaribo (40 km) won en daarmee de titel van Stanley Hunte overnam. In 1966 prolongeerde Gerard Brunings de titel.

Op 2, 8 en 9 juli 1967 werden in het Suriname Stadion (nu André Kamperveen Stadion) door de Surinaamse Wielren Unie wedstrijden georganiseerd. Gerard Brunings was wederom de wielrenner die het meest opviel daar hij winnaar werd op de 1000m, de 2000m en de 3000m. Vanwege zijn goede prestaties werd hij in 1967 uit geroepen tot sportman van het jaar. In 1968 (juli) ging hij naar Nederland om deel te nemen aan de voorselectiewedstrijden voor de Olympische Spelen. Hij probeerde namelijk zich te selekteren in het Nederlandse wielerteam, maar deze poging mislukte.

[pagina 231]
[p. 231]

In augustus 1970 vertrok Gerard Brunings naar Leicester ter deelname aan de wereldkampioenschappen wielrennen. Hij kwam echter niet ver.

 

In de zeventiger jaren kwamen andere wielrenners, maar toegegeven moet worden dat de wielrensport het niveau van de jaren 50 niet haalde. In de jaren '80 was er wel een grote opleving te bespeuren.

Wielrenners die toen van zich lieten spreken waren: Max Victoriashoop, Marco Pont, Realdo Jessurun.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken