Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988) (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)
Afbeelding van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)Toon afbeelding van titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.94 MB)

ebook (13.43 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

(1990)–Ricky W. Stutgard–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Worstelen;



illustratie

Worstelen; gevechtsport die al enkele duizenden jaren beoefend wordt, behoort tot de meest mannelijke takken van sport. Al meer dan 4000 jaar geleden zijn op de wanden van het vorstengraf van Beni Hassan in Egypte 400 afbeeldingen aangebracht van worstelen. De Egyptenaren zijn de leermeesters der Grieken geweest en deze sport werd in 708 vóór Christus in de Olympische vijfkamp opgenomen.

De Olympische vijfkamp bestond toen uit de onderdelen: hardlopen, discuswerpen, speerwerpen, springen en worstelen.

Met de inzinking van de Griekse volkskracht gingen tevens de sportieve en ridderlijke begrippen verloren, zo ook bij het worstelen. Men mocht in die tijd zo ongeveer alles doen, wat men wenselijk achtte om de overwinning te behalen zonder gevaar te lopen uitgesloten te worden. In 1896 tijdens de moderne Olympische Spelen werden natuurlijk andere regels toegepast.

 

Vóór de Eerste Wereldoorlog kwamen worstelaars hier te lande al tegen elkaar uit, maar in de meeste gevallen betrof het Nederlandse militairen die hier gestationeerd waren. Zo bekampten op maandag 28 maart 1910 in de Sociable Hall de kampioenen J. Qualles en A.J. Fargundus elkaar.

De eerste Surinaamse worstelaar is ongetwijfeld een zekere Gëeerd geweest, die in de periode 1917-1920 veel faam verwierf. Eind september 1917 ging deze worstelaar naar Brits Guyana om het daar op te nemen tegen enkele Guyanese worstelaars. Hij kwam uit tegen Clem Johnson (kampioen van West-Indië), Dr. White en Marshall. Geëerd, die slechts 75 kg woog, verloor alleen van Johnson, die 110 kg woog, 6 voet en 2 duim lang was. In februari 1918 ging Geëerd wederom naar Brits Guyana om het op te nemen tegen Johnson, maar in die strijd liep hij een schouderfractuur op.

Op 24 februari 1918 kwam Johnson naar Suriname om de strijd aan te gaan tegen Sieben (een Hollandse militair). Sieben werd tijdens de eerste ontmoeting gediskwalificeerd, daar hij de fout beging uit de ring te stappen om zijn bezwete gezicht te vegen. Johnson was niet tevreden met dit resultaat en gaf Sieben op 26 februari 1918 een revanche, hij kreeg echter spijt hiervan want hij werd toen door Sieben verslagen. Vermeldenswaard is dat deze twee partijen drie ronden telde en elke ronde duurde onafgebroken 30 minuten. In april 1918 nam Geëerd het te Brits Guyana op tegen de Guyanees Dandy Dan en de Japanner Otta Toka; hij won beide partijen. Op 18 september 1918 vertrok Geëerd uit Suriname om een reis te maken naar Trinidad, Barbados en St. Lucia. Op Trinidad werd hij door Ahmed Bux verslagen. In augustus 1919 was Geëerd wederom op Trinidad om het daar tegen de Japanner Kawamura (55 kg) op te nemen in een gevecht over zes ronden. Deze partij eindigde onbeslist, maar de scheidsrechter wees Geëerd als winnaar aan. In januari 1920 maakte Sieben een reis door West Indië en hij kwam uit tegen worstelaars aldaar.

Na de worstelaars Geëerd en Sieben werd in de periode 1920-1950 weinig geworsteld in Suriname. Aangetekend dient te worden dat van politie-zijde geen toestemming verleend werd om worstelwedstrijden te organiseren. Mogelijk vanwege de problemen die zich voordeden bin-

[pagina 232]
[p. 232]

nen de bokssport kwam de politie tot deze beslissing (zie boksen).

 

Aan het eind van de veertiger jaren was langzaam maar zeker een opleving te bespeuren in de worstelsport en hiermede was de periode van Oesman Imandi een feit (zie Oesman Imandi).

Op 3 mei 1953 kwam Oesman, zoals Imandi beter bekend stond, uit tegen Ambikapersad. Dit gevecht werd op het terrein van het NGVB-stadion georganiseerd. Oesman won de eerste ronde en zowel de 2de als de 3de ronde eindigden onbeslist. Hierdoor werd Oesman als winnaar aangewezen. Een ander gevecht van Oesman vond op 24 januari 1954 plaats. Hij kwam toen uit tegen Sankar, die hem tijdens het gevecht in een nekgreep te pakken kreeg. Oesman zag hieruit te komen en Sankar te verslaan.

Op zondag 20 februari 1955 vond tijdens een worstelwedstrijd tussen Oesman (27 jaar) en Tiemel (47 jaar) een incident plaats. Er werd gestreden om het kampioenschap van Suriname en hoewel Oesman de meerdere was van Tiemel verklaarde de jury bestaande uit 4 personen dit gevecht ongeldig. De regels die golden voor dit gevecht waren dat de worstelaars zich niet mochten schuldig maken aan het toepassen van valse grepen, het toedienen van slagen met de handpalm of de zijkant van de hand. Ook was het toedienen van vuistslagen of klappen niet toegestaan. De jury verklaarde dit gevecht te zijn ongeldig daar zij de mening was toegedaan dat Oesman zich niet stoorde aan de gestelde regels en zowel in de eerste als tweede ronde Tiemal vuistslagen en klappen had toegebracht. Enkele toeschouwers meenden echter dat de jury, die uit vier hindoes bestond, partijdig gejureerd had en Tiemel die ook hindoe was, bewust had bevoordeeld. Opvallend is dat net als bij de voetbalsport ook de worstelsport te kampen had met religieuze problemen (zie voetbal).

 

In mei 1959 kwam Tiemal de semi-kampioen van Suriname uit tegen Samson, kampioen van West Indië. Tiemal die 51 jaar oud was en 92 kg woog, zag toch kans van zijn veel jongere (32 jaar) en veel zwaardere (112 kg) tegenstander een draw af te dwingen. Dit gevecht vond in het Snellenpark plaats.

Door de goede prestatie van Tiemal verplaatste promotor A. Joemratie het volgende gevecht van de Guyanees Samson naar het Suriname Stadion om zoveel mogelijk worstelliefhebbers de gelegenheid te bieden deze partij te zien. Het was de eerste maal dat in het Suriname Stadion (nu André Kamperveen Stadion) werd geworsteld. Oesman kwam toen uit tegen Samson. Dit gevecht leek echter meer op een comediespel. Het publiek protesteerde fel, temeer daar Samson een grote mate van vrees voor Oesman toonde en hij bij iedere aanval van Oesman het hazenpad koos. Ook bracht hij ongeoorloofde slagen op Oesman toe, waardoor het gevecht dreigde te ontaarden in een bokspartij. Indien er geen ringen op het veld waren geplaatst zou het voetbalveld voor Samson in zijn vluchtpogingen ook te klein zijn geweest. Ondanks de slechte indruk die Samson maakte, schroomde de jury er toch niet voor om te beslissen dat het gevecht in een draw geëindigd was. Het publiek was toen niet meer te bedaren.

Opgemerkt kan worden dat net als bij boksen ook tijdens worstelwedstrijden weddenschappen werden aangegaan met de promotors, wat dan ook de aanleiding was voor de promotors om van tevoren te bepalen wat het verloop van zo'n gevecht moest zijn (zie boksen).

Een beter gevecht kreeg het publiek op zondag 28 juni 1959 toen de 25 kg lichter wegende Ambikapersad Ihinkoe-Rai uitkwam tegen Samson.

Eerstgenoemde wist in de 3de ronde Samson op zijn buik te krijgen en vervolgens op zijn rug, waardoor hij het gevecht won. Groot was de vreugde bij het publiek daar Ambikapersad de enige Surinamer was die de Guyanees Samson op zijn rug kreeg. Het tijdperk van Ambikapersad was aangebroken (zie Ambikapersad).

 

Als we een evaluatie over de ontwikkeling van de worstelsport moeten maken, dan zal sterk opvallen dat deze tak van sport bij wijlen goede tijden heeft gekend, maar nimmer tot een grote hoogten is gekomen. Ook valt op dat deze tak van sport in de loop der jaren voornamelijk door Surinamers van hindostaanse afkomst werd bedreven. Ook heeft de worstelsport altijd een professioneel karakter gehad en konden enkele 'slimme' promotors hun eigen zak flink vetmesten ten koste van goede worstelaars.

Daar er geen sprake was van een goede organisatie vond geen daadwerkelijke ontwikkeling in deze tak van sport plaats en kwijnde zij langzaam maar zeker weg.

In 1967 kwam er enige hoop, toen hier op eigen kosten de Nederlandse worsteltrainer Ed Alflen (een man die verscheidene malen Nederlands kampioen werd) aankwam. De heer Alflen zette zich geheel en belangeloos in om de worstelsport in goede banen te leiden. Hij richtte met medewerking van de bestaande verenigingen een bond op en trainde het jong talent geheel gratis. Wedstrijden die later door hem werden georganiseerd tussen de door hem getrainde worstelaars, toonden duidelijk aan dat er met een goede training en goede organisatie veel bereikt kon worden. De wedstrijden stonden bovendien op een hoog peil.

Trainer Alflen ondervond echter van bepaalde zijde weinig medewerking en toen hij vanwege familie-omstandigheden naar Nederland terug ging klapte de worstelorganisatie ineen.

Ondanks deze slechte omstandigheden waaraan de worstelsport aan het eind van de jaren '60 leed, vonden in deze periode toch enkele positieve gebeurtenissen plaats.

- Zo kwam in oktober 1967 Anton Geesink (Olympisch kampioen) op bezoek en kwam Wim Ruska in augustus 1968 naar Suriname.

Ook kan worden opgetekend dat op 27 februari 1966 de eerste dames worstelwedstrijd werd georganiseerd.

Aan het begin van de zeventiger jaren probeerde men de worstelsport nieuw leven in te blazen, waarbij het amateuristische karakter sterker naar voren kwam. Eén der initiatiefnemers was dhr. Nurmohammed.

Zo werden er in verscheidene klassen open kampioen-

[pagina 233]
[p. 233]

schappen georganiseerd met het landskampioenschap als inzet. In 1973 werd Jawalapersad Mangre kampioen alle categorieën, terwijl Lekhram Marapin Gopie in 1974 de titel veroverde.

Op dinsdag 26 november 1974 werd de eerste officiële internationale ontmoeting georganiseerd. Deze was tegen Guyana. Sovan van Suriname (71 kg) versloeg Egbert (73 kg) van Guyana. De tweede partij ging tussen Jolalapersad Mangre en de Guyanees Desmond Greene. Ook deze partij werd in het voordeel van ons landgenoot beslecht. Ondanks alle inzet belandde de worstelsport toen toch in een winterslaap. Aan het eind van de zeventiger jaren en wel in de maand juni 1979 daagde Nini Harpal iedere worstelaar uit om het tegen hem op te nemen. Jozefzoon nam de uitdaging aan, maar werd in de Ismay van Wilgen sporthal verslagen. Nini Harpal won dit gevecht en hiermee was het tijdperk van Nini Harpal een feit dat tot 1984 zou duren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken