Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De stille lach (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van De stille lach
Afbeelding van De stille lachToon afbeelding van titelpagina van De stille lach

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.79 MB)

Scans (18.40 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (0.70 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De stille lach

(1916)–Nico van Suchtelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 240]
[p. 240]

Hagenau, 15 October.
Aan Elisabeth van Rosande,
Boekerode, Oostwolde.

UW brief van 31 Mei-11 September, heb ik inderdaad ontvangen. Ik had hem ook willen beantwoorden, maar wist niet hoe. Uw aanmaning daartoe maakt het mij nog veel moeilijker. Neen, ik was in het geheel niet gegriefd over wat er misschien grievend leek in uw schrijven, en ik had ook volstrekt niet het gevoel, dat u mij miskende. Met veel, heel veel er uit was ik blij, en veel ook heeft mij zonderling weemoedig en bedroefd gemaakt.

Maar wat moet ik u antwoorden? Dat werkelijk voor mij het woordje ‘lief’ heel iets anders zegt, dan voor uw dominee; alleen, omdat ik het toevallig nooit anders heb uitgesproken dan tegen een vrouw die mij werkelijk lief wàs en tegen dat lieflijke wezentje, dat u nu óók kent (zij heeft mij geschreven van haar en Jaapje's bezoek bij den burgemeester)? Of dat ik mij bij ‘vriendin’ iets anders voorstel, dan een bejaarde douairière? Dat uw betoog over de vrouwenkwestie volstrekt niet in strijd is met het mijne, maar dat u alleen nog wat meer doorslaat dan ik? Zonder het echter even ernstig te meenen. Dat u in de wijding van uw Godshuis blijkbaar evengoed den stillen lach kunt hooren, als ik in mijn bosschen? Van dergelijke antwoorden zou ik u er makkelijk twee dozijn kunnen geven.

Neen, neen, dàt verlangt u niet, dààrom gaat het nu niet meer. En ik weet heel goed, dat u mij alléén maar poogde te grieven, omdat u uzelf in uw

[pagina 241]
[p. 241]

uitingen precies zoo machteloos gevoelt als ik.

Ik zou heel andere dingen moeten zeggen; en dat kan ik niet, omdat ik den moed verloren heb argeloos uit te spreken wat ik voel. Ik voel tegenover u een ontmoedigende en vernederende onbeholpenheid; vernederend, omdat ik mij tegelijkertijd niet kan los maken van de gedachte, dat u mij niet verstaan wilt. Uw aanmaning voegt daarbij zelfs de vrees, dat u mij een beetje wilt kwellen. U hebt de schertsende kwalificatie van ‘schorpioen’ tè gracieus aanvaard, om er niet den ernst van te gevoelen. Vergun mij daarom dat ik mij houd aan het slot van uw brief en deze correspondentie staak. Wij konden blijkbaar den juisten toon tegenover elkaar niet vinden. Als u Anneke was en ik uw oude Piet, zou het beter gegaan zijn, maar ik kan blijkbaar uw volwassen speelschheid, of wat ik daarvoor houd, evenmin goed begrijpen of verdragen als u mijn volwassen pedanterie, of wat u daarvoor houdt. Bovendien, ù bent moe van een mislukte praktijk, ik van een onvruchtbare theorie van leven en liefde. Ziedaar een weinig belovende combinatie. Als ik Piet was zou ik zeggen: ‘Betje, ik ben wel van 'n ander soort, maar geloof me, het leven is anders dan je denkt, en de liefde ook.’ Ofschoon ik aan den anderen kant betwijfel of Piet's inzicht het juiste zou zijn. In elk geval voel ik mij volkomen ontmoedigd en machteloos.

Ik neem dus afscheid. Ik ben u oprecht dankbaar voor wat u mij, ondanks mogelijk misverstand en al was het dan maar puur voor uw eigen grillig genoegen, hebt gegeven van uzelf. Tot aandenken aan deze zonderlinge correspondentie zend ik u het dagboek, dat ik tijdens de maanden van uw zwijgen schreef. Van morgen wilde ik het vernietigen, maar

[pagina 242]
[p. 242]

de traditioneele zelfmoordenaarsangst deed mij aarzelen. Nu zend ik het u, niet uit vrees voor verloren gaan van copie, want u zult misschien minder hechten aan dit souvenir dan aan de oude balboekjes die u niet verbrandde; maar alleen om de maat mijner dwaasheid vol te meten: omdat ik namelijk hoop, dat het u misschien tóch nog iets zegt. En vooral ook omdat ik desnoods wèl den indruk bij u wil achterlaten van een onnoozelen romanticus en een eigenwijzen schoolmeester, maar zeker niet dien van een flirtenden gevoelsdandy met kaalhoofdige ziel, die vlast op afgeschonken thee.

 

Met hartelijken groet,

 

Joost Vermeer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken