Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den wech des eeuwich levens (1622)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den wech des eeuwich levens
Afbeelding van Den wech des eeuwich levensToon afbeelding van titelpagina van Den wech des eeuwich levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.92 MB)

ebook (11.54 MB)

XML (2.25 MB)

tekstbestand






Vertaler

Gerardus Zoes



Genre

proza

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den wech des eeuwich levens

(1622)–Antonius Sucquet–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 883]
[p. 883]

Tafel van de principaelste materien die dese dry Boecken in-houden.

Aelmoesse.
Siet Tijdelijcke goederen.

D'Aelmoessen helpen den mensch om tot het waerachtich gheloove te komen, ende verstercken hem in het selve. Fol. 34. 38.
Den mensch behoort vrijwillich ende gheerne aelmoessen te gheven, ende om wat redenen.171
D'aelmoessen beweren tot onsen profijte ende bate, het ghene dat anders dick-wijls soude verloren gaen.172
Hoe dick-wijls even in het nieuwe als in het oude Testament d'aelmoessen ons aen-ghepresen worden.173
Die mildelijck aelmoessen uyt-deylt, wordt dick-wijls in dit leven rijck ende hier namaels.174
D'aelmoessen dienen by het Ghebedt ghevoeght te wesen.190
Groote weerdicheydt der aelmoessen175
Het is seer gheraden d'aelmoessen te gheven voor de doodt, ende alsoo sijne rijckdommen voren te seynden naer ons Vaderlandt.854
Verscheyden profijten die d'aelmoesse den mensch aen-brenght.175
Bequaemen raedt van den H. Chrystost. aen-gaende het uyt-reycken der aelmoessen.190
Dry saken moet men gade slaen in het uyt-deylen der aelmoessen.180
VVelcke aelmoesse de beste is.392
De aelmoessen aen persoonen die andere menschen tot den dienst Godts helpen, zijn seer verdienstich.394
Verscheyde practijcken om de aelmoessen profijtelijck uyt te deylen.178
[pagina 884]
[p. 884]

Aenschouwende leven.
Siet Contemplatie.
Aendachticheydt in het Ghebedt.
Siet Ghebedt.
Armoede, arme.

VVat de ghewillighe armoede is.37
Sy is eene moeder van alle deughden.380
Sy is Gode seer aenghenaem.381
Het gheluck der ghewilligher armoede.381
De Goddelijcke voorsichticheydt over de arme.382
Practijcke om d'armoede t'onder-houden.384
Men moet liever de arme dan de rijcke troosten.386
Trappen van de armoede.386
Onder-soeck om de ghebreken van de armoede te bekennen.387
De arme dienen de rijcke om hunne goederen in den hemel over te draghen.175

Beelden.

Hoe schadelijck dat oneerlijcke beelden oft schilderijen zijn.406. 407
Hoe profijtelijck ende vermakelijck het is devote beelden te aenschouwen.477

Bekoringhe.
Soeckt oock Tentatie.

Bemerckinghen dienende teghen de bekoringhen.232
Twaelf gheestelijcke wapenen teghen de bekoringhen.239
Twaelf reghelen tot onder wijs in den gheestelijcken strijdt.240. 241.
Andere practijcken ende remedien teghen de selve.241. &c.

Bekeeringhe tot Godt.

Beraedt om hem tot Godt rijpelijck te bekeeren.101
Den duyvel volght den sondaer die hem tot Godt wilt bekeeren, om dat te beletten.147
Het is schadelijck ende periculeus sijne bekeeringhe uyt te stellen van daghe tot daghe, ende sy valt ons als-dan veel swaerder.102. 103
[pagina 885]
[p. 885]
Krachtighe redenen om ons te verwecken tot eene oprecht bekeeringhe.104
Teeckenen van eene oprechte bekeeringhe.156
Acht korte bemerckinghen, dienende tot onse bekeeringhe, ende om een goedt leven t'aenveerden.109

Bermherticheydt tot den armen.
Soeck oock Aelmoessen.

De bermherticheydt tot onsen even-naesten, brenght vrede in de siele.806
De bermherticheydt tot den armen, is een teecken van de uytverkoren.813

Beradinghe.

Practijcke diende tot een goedt beraedt.216
Hooft-stucken dienende tot een salich beraedt voor verscheyden persoonen.223. &c.
Men moet hem in sijne eyghene saken beraden, als oft sy eenen vremden aen-ghinghen.525

Berouvv der sonden.

Het berouw is tweederley.113
De kracht van het oprecht berouw.114
Redenen verweckende het berouw.114
T'samen-sprake Christi, met eene sondighe siele, om tot een volmaeckt berouw te komen.115. &c.
Schoon vermaen Christi tot den sondaer, dienende tot verweckinghe des berouws.116. &c.

Betrouvven op Godt.

Het betrouwen op Godt, verlost den mensch van alle quaden.511
Pracktijcke om te verkrijghen het betrouwen op Godt, ende wan-trouwen sijns selfs in alle saken.513

Biecht, generale Biechte.

De biechte moet volghen naer het berouw der sonden.122
De generale biechte en is niet swaer, soo vele meynen.122
De generale biechte is somtijdts noodtsakelijck, somtijdts niet.123
[pagina 886]
[p. 886]
Voor wie die profijtelijck is ende voor wat persoonen niet.124
Menichvuldige profijten spruytende uyt de generale Biechte.123
Korte maniere om sijne conscientie voor de Biechte te ondersoecken.127
VVat dat men moet doen na de generale Biechte.141
Voor-beelt oft maniere van goede propoosten ende voor-nemens te maken na de generale Biechte.142
Beraedt van hem dick-wijls ende oprechtelijck te biechten.127. 128. &c.
Hy en is niet wijs die sijne sonden hier bedeckt oft uyt-stelt die te biechten.128. 131
VVat achterdeel ende onprofijt desen sy-selven aen-doet.129. 130.
Het is beter hier voor den Biecht-vader alleen eens beschaemt te zijn, dan inder eeuwicheydt voor alle menschen.128
De Biechte is eenen nootsakelijcken ende lichten middel om de siele te bewaren.129
De onredelijcke creaturen leeren ons de Biechte ghebruycken.129
Benautheydt in de ure des doodts der ghener die door ijdele schaemte niet oprechtelijck en hebben ghebiecht.130
De Biechte brenght ruste der conscientie,132
Die hem in de Biechte verootmoedicht ende ontdeckt en verliest daer door noyt sijn eere ofte goeden naem, maer ter contrarien wordt ghemeynelijck van Godt verheven.132
Pracktijcke om de sonden wel te biechten.135. 136. &c.
Ghebeden voor ende na de Biechte.133. 139. 146

Bidden.
Siet Ghebedt.
Christus, Christi na-volghinghe.

Christus onsen Salich-maecker is ons ghegheven tot een alder-volmaeckste voor-beeldt van alle deughden.581
De meest salicheydt alhier is onsen Salich-maker naer te volghen.582
Niemant en moet hem schamen Christum na te volghen.582
[pagina 887]
[p. 887]
De Misterien der menschelijckheydt Christi leyden ons tot de Goddelijcke volmaecktheden.583
Pracktijcke stierende tot de na-volghinghe Christi.586

Clooster, Cloosterlijck leven
Siet Religie, Religieus leven.
Communie, communiceren.

Verscheyden oeffeninghen ende bemerckinghen dienende voor ende naer de H. Communie.703. 704
Ghebedt om voor ende na de Heylighe Communie te ghebruycken.705
Practijcke om Godt-vruchtelijck ende devotelijck te communiceren.708
Hoe de H. Margareta van Hungarijen, den S. Stanislaus Kostka, den S. Aloysius, de H. Hedwigis hun bereydden tot de Heylighe Communie.709
Beraedt van dickwijls ende devotelijck te communiceren.712.a
Andere schoone oeffeninghen voor alle de daghen van de weke in de welcke de siele van Christus ende wederom Christus van de siele wordt ghenoodt.712.i
Ghebedt om gheestelijck te communiceren,611

Conscientie onder-soecken.
Siet, Ondersoeck, Biechte.
Contemplatie.

VVat de Contemplatie is.758. 760
VVat de Contemplatie in de siele werckt.757
Onder-scheydt tusschen de Meditatie ende de Contemplatie758.
Effecten oft uytwerckinghen der Contemplatie.761
De Contemplatie is een ruste der sielen.762
Onse Contemplatien zijn hier seer kort ende onvolmaeckt.762
Hoe dat men hem moet bereyden tot de Contemplatie.762. 764.
VVeerdicheydt der Contemplatie.763
Door wat wech de gave der Contemplatien moet ghesocht worden.763
[pagina 888]
[p. 888]
VVaer door de Contemplatie meest wordt belet.763
Merck-teeckenen van een contemplatijf mensch.764
Oeffeninghen die ons behulpsaem zijn om te contempleren.765
Mis-bruyck van vele contemplative menschen.765
Sesse wercken des wils diemen oeffent in het contempleren.767
VVat materien tot de contemplatie bequaem zijn.768
Verscheyden middelen ende practijcken om tot de contemplatie te gheraken, ende om daer in te voorderen.767. 772

Creaturen Godts.

VVt alle creaturen moeten wy sien te trecken het goudt van de liefde Godts.185
Hem tot de creaturen te keeren ende af te keeren van Godt is een soorte van afgoderije.721
Alle creaturen verwecken ons om Godt te loven ende te dancken.738. 767
Van de creaturen moeten wy tot den Schepper der selver opklimmen.768
Het besitten der creaturen en kan den mensche niet versaden.798.
Alle creaturen sijn tot Godts eere gheschapen.800
Alle creaturen sijn Godt onder-danich uyt-ghenomen den mensch.804

Cruys.
Siet Lijden, teghenspoedt.

Den wech des Cruyces leydt ons tot het leven.691
In het Cruys moeten wy glorieren.698

Dach, over-brenghen van den dach.

Hoe men des morghens den dach op-staende sal beghinnen, ende den selven des avondts slapen gaende eynden.834. 836
Verscheyden korte oeffeninghen dienende op alle het ghene dat wy binnen den daghe moeten doen. 1. Om de Meditatie des morghens te beghinnen. 2. Voor ende na het Sermoon. 3. Als men eenich werck beghint oft voleyndt. 4. Om sij- 
[pagina 889]
[p. 889]
ne ghetijden te lesen. 5. Om te studeren, lesen oft schrijven. 6. Als men ter tafelen gaet oft van de selve op-staet. 7. Als de Be-klock slaet. 8. Voor den tijdt die ons over-schiet. 9. Als men moet met de menschen handelen. 10. Als men eenighe reyse aen-neemt oft die volbrocht heeft. 11. Als wy onse kamer uyt oft in gaen. 12. Als wy ons tot eenich spel begheven, &c.832. tot 852

Deughdt.

VVat dat de deughdt is.678
Den vvortel der deught is bitter.337
Hoe groot dat de deught van Godt gheacht wordt.518
Den duyvel wort alleen van de deught over-vvonnen.5 8
Beschrijvinghe der deught.5 9
Practijcke om de deught ende de sonde te vveghen na hare verdiensten.512
VVt de deught spruyten ruste ende eere: uyt de sonde pijne, ende schande.564
Hoe dat de deught vereert vvordt.567
De deughdelijcke menschen vvorden met recht Koninghen genoemt.568
De oprechte ghenuchte spruyt uyt de deught.573
Pracktijcke om blijdschap te scheppen uyt de deught.578
De deught is drijderhande.679
De nature, de uyt-vverckinghen, de trappen ende de profijten der deught.679
[pagina 890]
[p. 890]
Treffelijcke sententiin der H. Schrifture, aengaende de deughdt.679
De deughdt behaeght Godt boven al.680
Men klimt allenghskens tot de deughdt.666

Doodt.

Het over-peysen des doodts is een verwecksel tot de volmaecktheydt.259. 260. &c.
De doodt is bitter aen de lief-hebbers der wereldt.533
Hare ghedenckenisse doet de sonden schouwen.535
In d'ure des doodts worden de ooghen gheopent.535
Pracktijcke dienende tot de ghedenckenisse des doodts.537
Den slaep is een beeldt van de doodt.538
In de ure des doodts vertoont haer de ijdelheydt des wereldts.642
Maniere ende practijcke om hem ghereedt te maken tot eene salighe doodt.852. 857
Bereydinghe tot de doodt, die daghelijcks behoort te gheschieden.854
Bereydinghe tot de laetste ure als de doodt nu naeckt.867
Bereydinghe in eenich haestich perijckel des doodts.857
Belijdinghe voor den ghenen die op sijn sterven light.869

Duyvel.

De wackerheydt des duyvels om ons te verwinnen.511
Hoe den duyvel de goede ende de quade menschen quelt.212
Hy en vermach niet sonder Godts toe-laten.212
Hy treckt den mensch tot het quaedt onder het schijnsel van goedt.233
Sijne neersticheydt om de sielen te vernielen.296
Hy bevecht ons door onse quaede gheneghentheden.322
Hy sit als eene spinne in alle creaturen.324
VVat den duyvel is.599
VVat het is den duyvel door de sonde te dienen.600

Eeuvvicheydt.

VVat de eeuvvicheydt is.551
Sy vermeerdert de pijnen der verdoemde.552
[pagina 891]
[p. 891]
VVy moeten oft de salighe oft d'onsalighe eeuwicheydt verkiesen.552
VVy schilderen, wy schrijven voor d'eeuwicheydt.552
Die het tijdelijck goedt verlaet, en verliest het niet, maer wint het eeuwich.554
Practijcke om de ghedenckenisse van d'eeuvvicheydt wel in't herte te drucken.554
De ghedachtenisse der eeuwicheydt dient den mensch voor een spoor om hem de waerheydt te doen onder-soecken, ende tot de H. Kercke te begheven.28

Eeuvvighe glorie des hemels.

Beschrijvenisse van de eeuwighe glorie.873
Daer is overvloedicheyt van alle goedt.873
De breedde, lenghde, ende diepte der hemelscher goederen.875
Het rijcke Godts wordt vergheleken 1. met den verborgen schat. 2. met de kostelijcke peerle.874
Hemelsche wel-lusten ende ghenuechten.875. 877
Glorie der ghelucksaligher lichamen.877

Eenicheydt.

De eenicheydt is tot het Ghebedt seer profijtelijck.192
VVat de eenicheydt der sielen is.435
VVat de eenicheydt des lichaems.435
Hoe noodelijck dat de eenicheydt des herten is.436
Die alleen is, ontgaet de aen-lockinghe der sonden.438
De goederen der eenicheydt.440
Practijcke om de eenicheydt te beminnen.443
Het is prijsbaer alle maenden eenen dach tot stilte ende Godts dienst te verkiesen.444
Remedie teghen het verdriet in stilte ende eenicheydt.448

Enghelen.

VVy moeten ghemeynschap houden met den h. Enghel onsen bewaerder, ende ons met hem beraden.201
Viericheydt der Enghelen, om den lof Godts, ende sijne eere te besorghen.725
[pagina 892]
[p. 892]

Eyghen vville.
Siet wille, ende verstervinghe.

VVat den eyghen wille is.305
Verstervinghe van den selven.305
Den eyghen wille is onsen ghesworen vijandt.328

Eynde des mensch.

Tot wat eynde den mensch van Godt gheschapen is.879
Bemerckinghe op het eynde des mensch.3
Met hoe groote sorchvuldicheydt den mensch behoorde naer sijn eynde te trachten.8. 9
Hoe edel dat is het eynde des mensch.9
Den mensch en behoort hier anders niet te soecken dan sijn eynde, ende het ghene dat hem daer toe vervoorderen kan.9
Verscheyden hulpen ende middelen, die Godt den mensch heeft ghegheven om tot sijn eynde te gheraken.9. 10
Verscheyden pracktijcken om sijn eynde dick-wijls voor d'oogen te hebben.12. 13.

Examen der conscientie.
Siet Ondersoeck.
Ghebedt, Schiet-Ghebedekens.

Het Ghebedt is eene sacrificie van voldoeninghe.182
Het Ghebedt ende aelmoessen verstercken ons in het gheloove.34. 38
De Ghebeden zijn de beste ghiften diemen Gode kan offeren.182
Noodtsakelijckheydt des Ghebedts.183
Bedeylinghe des Ghebedts.183
Verscheyden manieren van bidden.184. 185. &c.
Drijderley aendachticheydt des stemmelijcks Ghebedts.186
Visioen van den H. Bernardus, waer door betoont wordt verscheyden weerdicheydt ende aenghenaemheydt der Ghebeden.683
De noodelijcke bereydinghe tot het Ghebedt.186. 189. 190. &c.
Practijcke van de bereydinge tot het Ghebedt, ende de recollectie naer het selve.199
Het Ghebedt dient by d'aelmoessen ende eenich werck ghevoeght 
[pagina 893]
[p. 893]
te wesen.186. 190
Tot wat eynde wy alder-meest ons Ghebedt moeten stieren.191
Die bidden wil, moet hem stellen in de teghenwoordicheydt Godts ende sijnder Enghelen.192
Hoe schadelijck dat het is in het Ghebedt op sijne bekommeringhen te dencken.194
Verscheyden manieren op de welcke inreverentie oft oneer aen Godt gheschiedt in 't Ghebedt.195. 196. &c.
VVat dat het minnende oft beweghende Ghebedt is ende conditien daer toe van noode.769. 770
Schiet-Ghebedekens ende haer ghebruyck.184
'T vier van onse goede begheerten moet met Schiet-Ghebedekens onder-houden ende ghevoedt worden.184

Gheboden Godts.

Onderschil tusschen de gheboden ende de raden Godts.632
Godts gheboden stantvastelijck onder-houden is een teecken van de uyt-verkoren.811

Ghedachten.

Hoe men teghen de quade ghedachten moet strijden.318
De ghedachten gheven te kennen vvat het herte bemindt.324

Gheloove.

Het gheloove is den eersten middel om tot ons eynde te gheraken.19. 30
Beraedt van het gheloove.19
De nootsakelijckheydt des gheloofs.19
Godt en laet niet toe dat iemandt die hem oprechtelijck bemint komt te dolen van het gheloove.20. 31
Noyt en isser iemandt af-gheweken van het Catholijck gheloove, om hem tot een beter leven te begheven.27
In het verkiesen des gheloofs, soo moet men hem aen de Oude Vaders houden.27
Daer en is maer een gheloof.30
Grootheydt der gave des gheloofs.31. 32
Het gheloove is voor een ieghelijck van Godts wege bereyt maer en kan nochtans van niemant verdient vvorden.31
[pagina 894]
[p. 894]
Het gheloove maeckt ons deelachtich van de beloften Christi, ende over sulcks het is een groote weldaedt daer toe gheroepen te zijn.32
In welcker voeghen in het Gheloove bewaert moet worden.33
Verscheyden practijcken om tot het waerachtich geloove te geraken ende het selve te oeffenen.37. 39. &c.
Een oprecht gheloove is het fondament van alle deughdt, Een levendich gheloof is een teecken der uytverkoren.811

Gheestelijcke lesse, gheestelijcken Boeck.

Het betaemt dat men daghelijcks wat tijdts bestede in t lesen van eenen gheestelijcken Boeck.201
Door het lesen van gheestelijcke boecken wordt den schadt van onse memorie vermeerdert.201
De geestelijcke lesse is seer profijtelijck als men dorre ende drooch is, ende het en is niet ongheraden in plaetse van de Meditatie die als dan te ghebruycken.201
De gheestelijcke lesse verjaeght de verstroytheden.192
Het toe-hooren tot eenighe gheestelijcke lesse is profijtelijck voor de siecken.861

Ghehoorsaemheydt, onghehoorsaemheydt.

De ghehoorsaemheydt en onder-soeckt gheene redene van het ghebodt.334
Hoe nootsakelijck dat de onder-worpinghe in alle dinghen is.365.
Den prijs ende vveerdicheydt van de ghehoorsaemheydt.366
Het ghemack ende profijt der selve.367
In de ghehoorsaemheydt is onse salicheydt.369
Hoe schadelijck dat de onghehoorsaemheydt is.370
Vruchten der ghehoorsaemheydt.371
Vyt onghehoorsaemheydt spruyten de sorghe ende ongherusticheydt.373
Practijcke om de ghehoorsaemheydt te oeffenen.374

Ghenegentheden

VVat de gheneghentheden zijn.314
Hoe vele datter zijn.314. 315
[pagina 895]
[p. 895]
Ses gheneghentheden van den begheerenden lust.314
Vijf gheneghentheden van den grammoedighen lust.315
Remedien teghen de selve.315
Sy zijn oorsake van alle de sieckten der siele.321
VVatter van noode is om de quade gheneghentheden te verwinnen.326

Gherustheydt ende ghenuechte des herten.
Siet Vrede des herten.
Ghevvoonte.

Hoe schadelijck de quade ghewoonte is.528

Ghiericheydt.

Den ghierighen ende vrecken en schijnt Godt niet te ghelooven.173
Hy heeft liever hier eenen korten tijdt rijck te wesen, dan hier namaels eeuwelijck.173
Hy komt in dit leven dick-vvijls armoede en ghebreck te lijden.174
VVat de ghiericheydt is.376
Hoe leelijck ende onversadelijck datse is.376
De ghierighe vallen in de sticken des duyvels.378
Dvvaesheydt der ghierighe menschen.378

Goede meyninghe.
Siet Suyvere meyninghe
Ghulsicheydt.

De gulsicheydt van Adam is oorsake ghevveest van alle quaedt.160
Groote schade dagelijcks uyt de gulsicheydt spruytende.161. 162
De gulsicheyt en is niet alleen schadelijck voor het lichaem, maer belet oock de principaelste oeffeninghen der siele.162
Verscheyden exemplen hoe dat Godt de ghulsighe heeft ghestraft.163

Godt ende sijne toe-gheschreven volmaecktheden.

Godt vvordt door alle creaturen verkondicht.30
Godt alleen kan den mensch versaden.524
[pagina 896]
[p. 896]
Hy en begheert niet datter iemandt verloren gae.21
Godt moet boven al bemindt worden.741
Die Godt bemindt, wordt den alder-besten.741
Godt heeft alle dinghen tot een seker eynde gheschickt, oock de minste.789
Hem zijn alle dinghen onder-worpen, ende hy draeght sorghe van alles.789
Hy is den oppersten ende alder-wijsten werck-meester.790
Volmaecktheden Godts.599
Het is seer goedt te mediteren van de volmaecktheden Godts.766. 769
Godt is de fonteyne van alle goedt.600
Hy is eenich ende onveranderlijck.600
Hoe groot sijne liefde is.601
Hy is lanckmoedich over de boosheydt der menschen.602
Alle dinghen zijn hem onderdanich.602
Pracktijcke om hem te oeffenen in de Goddelijcke volmaecktheden.606
Sijne voorsichticheydt ende sijne eynden zijn ons onbekent.803
Alle dinghen gheschieden door sijne voorsichticheydt.808

Godts vvel-daden ende mildtheydt tot den mensch.

Al dat den mensch besit komt van Godts handt.171
Godt gheeft den mensch kostelijcke dinghen, ende eyscht slechte wederom.171. 742
Godt is mildt tot den mensch, ende den mensch vreck tot Godt,723
Godt heeft belooft ende gheeft hondert dubbel wederom dat men om sijnent wille ende liefde ghegheven oft verlaten heeft.802
De besondere weldaden Godts.591
Pracktijcke om Godt te dancken voor sijne wel-daden.596
Den mensch is Godt onder-worpen door de scheppinghe, de verlossinghe, &c.589
[pagina 897]
[p. 897]
Godt is ons eene muer, een voester, een licht, &c.733
Den mensch en heeft niet profijtelijcker voor sy-selven dan Godt.742
Niemandt en bestaet ons nader dan Godt, hy is onsen alder-ghetrousten vriendt, de fonteyne van alle goedt, daer om moet Godt boven al van ons bemindt worden.743
Godt is den mensch ghelijck gheworden, om van den mensch bemindt te worden.742

Godts teghenvvoordicheydt.

Godt is over al teghenwoordich op dry manieren.731
Godt gheeft het wesen aen alle dinghen, hy werckt in alle, hy aenschouwt alle dinghen in alle plaetsen.732
Godt is op eene besondere maniere in sommighe plaetsen.733
Noodtsakelijckheydt van de oeffeninghe der teghenwoordichheydt Godts.734
Alle de H. Vaderen vermanen ons tot de selve, den S. P. Ignatius heeft dese gheduerichlijck ghebruyckt.734
Dese oeffeninghe maeckt ons de Heylighe Enghelen ghelijck.735
By faute van dese gheschiedt het datter soo luttel tot de volmaecktheydt gheraken.734
Veelderley profijten spruytende uyt dese oeffeninghe.735
Godts teghen-woordicheyt is de siele van alle onse wercken.833.
Twee manieren om te mediteren van de teghen-woordicheyt Godts.766
Manier op de teghen-vvoordicheydt Godts te oeffenen.527. 737.
Den H. Franciscus oeffende dese in alle creaturen.738
S. Catharina van Senen maeckt Godt een kamerken in haer herte.733

Godts glorie, eere soecken.

Hoe onredelijck dat het is dick-vvijls meer besorght te vvesen voor ons eyghen profijt ende eere, dan voor Godts eere ende dienst.723
[pagina 898]
[p. 898]
Den mensch schenckt aen den duyvel het beste deel van sijn leven, ende aen Godt het slechtste.724

Hemel.
Siet Eeuvvighe glorie, &c.
Heylighen. Exempelen der Heylighen.

De viericheydt der Heylighen behoort ons een vervvecksel te wesen tot de deughdt.273. &c. 557
De Heylighen hebben voordt-ghegaen van deughdt tot deughdt.273
Sy aen-sien onse perijckelen, ende bidden voor ons hier boven.275
Practijcke om tot de viericheydt der Heylighen te geraken.278
Hoe sy voor de H. Kercke ghestreden hebben.283
Sy hebben tot het eynde volherdt in deughden.559
Practijcke om de Heyligen te eeren, met hun leven te lesen, hunne deughden naer te volghen.562
Bedeylinghe der Heylighen, om op elcken dach van de weke de selve te aen-roepen.562
Blijdschap der Heylighen in het oeffenen der deughdt.574

De H. Kercke.

De liefde tot onse Moeder de H. Kercke, behoort ons te verwecken tot volmaecktheydt.281. &c.
Het lijden ende vervolghinghe der H. Kercke.281
De H. Kercke vermaent ons om haer by te staen.284.
Pracktijcke om de H. Kercke in haren noodt te hulpe te komen.286
Hare heylicheydt.33
Hare leeringhe en kan niet failleren, ende waerom?33
Door welcke teeckenen men de H. Kercke kan onder-scheyden ende bekennen.35

Hooveerdicheydt.

VVat de hooveerdicheyt is.350
Sy spruyt uyt de onwetentheydt,351
Den mensch en is niet anders, dan ghelijck hy voor Godt bekent352
[pagina 899]
[p. 899]
Den hooveerdighen sal ten laetsten met schande vervult vvorden.553

Houwelijcken staet.

Het Houwelijck is van Godt in het aerdtsch Paradijs in-ghestelt.52. 54
Tot wat eynde den Houwelijcken staet in-ghestelt is.52
Men moet van Godt sijn parture begheeren, die hy ons toe-ghe-schickt heeft.52
Men sal niemandt ten Houwelijck verkiesen, sonder raedt ende consent der ouderen.53
VVat dat hun te doen staet die hun ten houwelijck hebben begheven door ongheoorloofde middelen.53
Het Houwelijck aen-gheslaghen sonder Godt, is bitter, ende brenght droeve vruchten.53
Het Houwelijck is een waerachtich Sacrament, ende wat daer door wordt beteeckent.53. 54.
Het Sacrament des Houwelijcks behoorlijck aen-ghegaen, gheeft gratie.54
Het Sacrament des Houwelijcks is van Christo ghe-eert gheweest, eerst in de H. Maghedt Maria ende Ioseph, daer naer in de bruyloft van Cana Galilea.54
Hoe men in den Houwelijcken staet behoort te leven, ende van de liefde ende vrede die tusschen de partijen moet zijn.54
Het ghemack ende onghemack des Houwelijcks.55
Hoe schadelijck ende moeyelijck dat het is een quade parture verkosen te hebben.55
Men behoort meerder acht te nemen op de schoonheydt der siele dan des lichaems, in het verkiesen sijnder parture.55
De kinders worden door het toe-doen der ouderen, salich oft verdoemt.56
Hoe schadelijck dat is voor de kinderen, het quaedt exempel der ouderen.57
Verscheyden practijcken oft regelen, voor die in den Houwelijcken staet leven.58. 59. 60
[pagina 900]
[p. 900]

Huys-ghesin.

Maniere om sijn huys-ghesin wel te schicken.423. &c.
Ordre ende gheschicktheydt des huys-ghesins van den h. Elzearius.430

Iesvs.
Siet Christvs.
S. Ignatius.

Hy stelt sy selven in't kout vervrosen water om eenen onkuysschen mensch te bekeeren.673

Ionckheydt.

Hoe men de jonckheydt in de vreese Godts moet op-brenghen,432
Onder-wijs van Tobias, om de jonck-heydt wel op te brenghen.432
Verkiesinghe van goede voesters ende meesters tot dien eynde.434

Kennisse sijns selfs.

Godt ende sy-selven te kennen, is de opperste wijsheydt.335

Ketters. Ketterije.

Dvvaesheydt der ketteren, die de Schrifture vvillen verstaen naer haren eyghen sin, ende niet naer den sin der H. Kercke.22.
Valsche leeringe der ketteren, dat Godt oorsake is van de sonde, &c.22
Boosheydt der ketteren, die om hare sonden te verschoonen, segghen onmoghelijck te wesen de reynicheydt te onder-houden ende andere gheboden.23
Benautheydt der ketteren in de ure des doodts, ter oorsake van hare dolinghe.23
Sy sullen voor Godts oordeel met schaemt vervult worden.24
VVaer om de ketters niet en komen tot kennisse.24
Hoe on-goddelijck sy spreken als sy hun de ghereformeerde noemen.25
Snoodtheydt des eyghen gheests der ketteren.26
De wel-daden zijn dick-wijls krachtigher om de ketters ende 
[pagina 901]
[p. 901]
sondaers te bekeren, dan de disputatien.38
Practijcke om teghen de ketters te disputeren.40

Kinderen.
Siet Ionckheydt.
Leet-vvesen.
Siet Berouw.

VVat dat leet-wesen is, ende waer dat het gheleghen is.149

Leven der menschen.

Ydelheydt ende verganckelijckheydt des levens.259
Elcke ure onses levens behoorde voor de laetste gherekent te worden.260
De perijckelen van dit leven moeten ons tot de deughdt verwecken.266
Practijcke om de perijckelen van dit leven te bemercken.270

Liberaelheydt.
Siet Aelmoessen, Bermherticheydt.
Lichaem.

Het lichaem doet ons groot belet in den wech der volmaecktheydt.161
Het is eene groote schande de over-handt te gheven aen het lichaem.329

Liefde.

De liefde is ghelijck aen de sake die men bemindt.740

Liefde Godts.

VVat de liefde Godts is.739
Kracht der vvercken uyt liefde ghedaen.150
VVt alle gheschapen dinghen moeten wy occasie nemen van liefde tot Godt.185
In de liefde is alder-meest de volmaecktheydt gheleghen.627
Bedeylinghe der liefde.628. 739
De liefde Godts moet ons tot goede wercken porren.628
VVy moeten Godt uyt gantscher herten lief hebben.628
Om de liefde Godts versmaedt den volmaeckten alle gheschapen dinghen.629
[pagina 902]
[p. 902]
Die van de liefde der creaturen verlost is, die vlieght sonder swaricheydt tot Godt, ende rust in hem ende in sijne liefde.630
Vruchten ende uytwerckinghen der liefde Godts.633
Daer en is niet minsamer dan Godt.743
Redenen ons beweghende tot de liefde Godts.743
Den eersten wech tot de liefde Godts, is het versterven sijns selfs.748
Trappen ende eyghendommen der liefde Godts.749
Practijcke om sy-selven tot de liefde Godts te verwecken.747

Liefde tot sijnen even-naesten.

VVaer uyt dat men die bemercken sal, ende den voordt-ganck in de selve.643
Teeckenen van liefde tot sijnen naesten.750, 755
VVt de liefde tot onsen even-naesten, komt ons veel troost, ghemack, ende goedts.750
VVy moeten onsen even-naesten beminnen, ghelijck Christus ons heeft bemindt.752
Pracktijcke om onsen naesten te beminnen.755
Liefde tot onsen even-naesten, is een teecken van de uyt-verkoren.814

Liefde sijns selfs ende des vvereldts.

De liefde des vvereldts moet verstorven wesen.316
De liefde der creaturen is oorspronck van vele beroerten.322
Alle quaedt spruyt uyt de eyghen liefde.317
De liefde sijns selfs is den ghesvvoren vijandt der menschen.328
De liefde sijns selfs versmaedt Christum onsen Salich-maker.328
Teeckenen der vleeschelijcke liefde.405

Lijdtsaemheydt. Lijden.
Siet Verduldicheyt.

De onghevallen ende occasien van lijdtsaemheydt in dese vvereldt zijn menichvuldich.695
[pagina 903]
[p. 903]
De Heylighen hebben sonder ghelijckenisse meer gheleden dan vvy en doen, daer vvy nochtans door onse sonden veel meer hebben verdient.695
Den vvech des lijdens ende tribulatien leydt ons tot het leven.696
Christus heeft voor ons ongelooffelijcke tormenten geleden.698
Naer het lijden volght het verblijden.698
Veel lijden in dese vvereldt is een teecken der uyt-verkoren.812

Lijf-kastijdinghe.
Soeckt, Vasten.

De lijf-kastijdinghe is van de Heylighen des oude ende nieuvve Testaments seer ghebruyckt ghevveest.164

Maeghden, Maeghdelijcken staet.
Soeckt, Reynicheydt.
Maria, Moeder Godts.

Sonderlinghe devotie tot de H. Maria is een teecken der uyt-verkoren. 
Hare oodtmoedicheydt, ghehoorsaemheydt, suyverheydt voortganck, in den vvech der deughden.819. 820
Hare liefde tot den even-naesten.821
Hoe sy haer droech met de goede, ende met de quade menschen.821.
Hoe sy haer droech tot hare Oversten.822
Haren iever der sielen.822
Hoe sy de gheschapen dinghen toe ghedaen vvas ende die ghebruyckte.823
Hare verstervinghe, ende liefde tot Godt.823
Hare vveerdicheydt.824
Hare weldaden aen de menschen.824
Haren besonderen dienst tot de H. Kercke.825
Verscheyden Practijcken om haer te dienen.829
Maniere om haer te groeten als de be-klocke slaet.847

Maticheydt.
Siet oock vasten, gulsicheydt.

Het lichaem moet met den toom van maticheydt bedwongen worden.161
[pagina 904]
[p. 904]
Verscheyden profijten die dese deught mede brenght.163
Ghevoelen der Heylighen, ende Heydensche Philosophen van dese deughde.163

Meditatie
Siet oock Ghebedt.

Tweederley bereydinghe tot de Meditatie.190. 191
Maniere van Mediteren.460
De Meditatie moet ghestiert worden om de deught te oeffenen.462
VVat de Meditatie is.463
De affectien der Meditatie.464
Hoe veel affectien datter zijn van de Meditatie.465
Practijcke der Meditatie.467
Practijcke van Mediteren betoont in het misterie van de gheboorte onses Heeren.479
Hoe men in de Meditatie de affectien moet verwecken ende in de selve vol-herden.470
Hoe dat men de Meditatie 'smorghens sal beghinnen.838
VVat men doen moet na de Meditatie.474. 617
Hoe men het gheloove, hope, liefde moet verwecken in de Meditatie.486
Verscheyde middelen om de Meditatie te vermeerderen.517
Remedie teghen de verstroytheydt in de Meditatie.617
Oorsaken der verstroytheydt in de Meditatie.620.
Het aen-teeckenen der goeder in-spraken helpt tot het ghebedt ende Meditatie.621
Maniere om de selve in-spraken te teeckenen.621

Mortificatie.
Siet Verstervinghe.
Naesten, Even-naesten.
Siet Liefde tot onsen naesten.

VVy moeten op de deughden van onse naesten letten en niet op sijne onvolmaecktheden.751
[pagina 905]
[p. 905]
De vriendschap ende vereeninghe met onsen naesten is noodelijck ende profijtelijck.751. 152
VVy moeten Godt in onsen even-naesten bekennen.748. 750

Nieus-ghiericheydt.

Verscheyde wercken van nieus-ghiericheydt.337
Het is noodelijck de nieus-ghiericheydt te verwinnen.319
Sy opent de poorten onser sinnen.332
Teeckenen van victorie over de nieus-ghiericheydt.332
Verscheyde bemerckinghen teghen de selve.333
Exempelen der ghener die dit ghebreck verwonnen hebben.319.

Offerande.

VVy moeten Gode dry offerhanden doen703

Onbermherticheydt.
Siet Ghiericheydt.

Den onbermhertighen en is teghen niemandt wreeder in dit leven dat sy-selven.174
De onbermhertighe worden dickwijls in dit leven wreedelijck ghestraft.175

Onder-soeck der Conscientie.
Siet oock Biechte.

Oeffeninghe van het ghemeyn onder-soeck.659
Dit moet ten minsten tweemaels 'sdaechs gheschieden.844
Vijf deelen van het ghemeyn ondersoeck, ende manieren om die te ghebruycken.659
Pracktijcke ende oeffeninghe van het besonder oft particulier onder-soeck.666
VVat dat het besonder onder-soeck beteeckent waer toe dat meest ghebruyckt wordt, ende op wat maniere.667. 668

Ondanckbaerheydt.

De ondanckbaerheydt mis-haeght Godt.591
[pagina 906]
[p. 906]
Sy maeckt onse ghebeden onweerdich.592
Sy belet dat de gratie Godts in ons niet en kome.592

Onghestadicheydt.

Den oorspronck der onghestadicheydt.452
Den onghestadighen verandert als de Mane.453

Ongherustheydt des herten.

Alle sonden brenght ongherustheydt in't herte.806
Dese spruyt oock uyt alle hope ende vreese van tijdelijcke saken.807

Onmaticheydt.
Siet oock gulsicheydt.

Dese is de wortel van ontallijcke quaden na siele ende lichaem.162

Onse L. Vrouvve.
Siet Maria.
Onsuyverheydt.
Siet Reynicheydt.

De leelijckheydt der onsuyverheydt.401
De straffe der onsuyverheydt.402

Oordeelen der menschen.

Men moet hem wel wachten van vermetelijc te oordeelen.693
De vreese van de oordeelen der menschen doen groot achterdeel in den gheestelijcken voort-ganck.336
De oordeelen der menschen maken het goet voor-nemen swaer ende lustich.337
Ydelheydt voor de oordeelen der menschen.338
De menschelijcke oordeelen en moghen ons niet baten noch schaden.339
Niemant en isser lofbaer dan die de deught bemint.339
Dwaesheydt der menschen die meer passen op de woorden der wereldt dan op Godts oordeel.348
Valscheydt van het oordeel der boose menschen.343
Exempelen van het versmaeden der oordeelen des wereldts.343.
Vrede ende gherusticheydt in de verachtinghe der mensche- 
[pagina 907]
[p. 907]
lijcker oordeelen.344
Onwijsheydt der ghener die om de ghesintheden der menschen Godts gratie versuymen.345
Christi leven ende doodt betoont claerlijck hoe sot dat de oordeelen de wereldt zijn.346
De vreese der menschelijcke oordeelen komt uyt de eyghen liefde.349
Pracktijcke om d'oordeelen der menschen te versmaden.348

Oordeel Godts.

Daer en sal niet droevigher wesen op den dach des oordeels, dan met eene verganckelijcke ghenoechte de eeuwighe pijnen gekocht te hebben.235
Om vvat redenen dat het uyterste oordeel gheschieden sal.541
De grouwelijckheydt des oordeels.542
Scheydinghe van de quade ende goede.542
De komste van den Rechter tot het oordeel.543
Openinghe van de boecken der conscientie.543
Het onwederroepelijck vonnis.544
Het droevich aenschouwen der verdoemde.545
Benautheydt der boose menschen in het laetste oordeel.547
Dan sullen alle dinghen naer hare weerde gheacht worden.548
Alle dinghen vermanen ons tot het oordeel.548
In den dach des oordeels sullen alle verborghen saken des vvereldts voor den dach ghebrocht vvorden.131

Oodtmoedicheydt.

VVat de oodtmoedicheyt is.354
Bemerckinghe van de ellenden der menschen dienende tot de oodtmoedicheydt. 
Hoe nootsakelijck dat dese deught is.358
Practijcke om sy-selven in de oodtmoedicheydt te oeffenen.361.
Den oodtmoedighen mensch is naer de siele ghelijck een nieu-gheboren kindt.362
[pagina 908]
[p. 908]
Trappen van de oodtmoedicheydt.364
Sy is een teecken van de uyt-verkoren.814

Overgheven sijns selfs.
Siet oock, VVil des mensch ende ghelijck-formicheydt met den goddelijcken.

Het overgheven van sijns selfs is een groot goedt.787
Het brenght vrede in onse siele ende vele andere gaven.807
Hoe den S. Ignatius ende de H. Gheertruydt dit hebben gheoeffent.808
Het is een teecken der uyt-verkoren.815

Overste, overheydt.

Die in overheydt zijn moeten voor al de Godt-vruchticheydt beneerstighen.399
De sonden der Overste in den krijch beletten dickmael de victorie.300
Alle Overheydt komt van Godt.301
Den Overste blijft borghe voor sijne ondersaten.424
De Overste moeten de andere met goedt exempel voor-gaen.426.
De Overste moeten hunne ondersaten groot-achten.428
D'ootmoedicheydt moet met de Overheydt versaemt worden.428.
De Overste moeten besorghen dat Godt oock van hunne dienaers ghedient worden.429
In onse Oversten moeten wy Godt aen-mercken ende eeren.738.

Patientie.
Siet Lijden, lijdtsaemheydt, verduldicheydt.
Penitentie.
Siet Sacrament der penitentie, Biechte, lijf-kastijdinghe, vasten.
Quade lusten.

De quaede lusten zijn vergheleken by raesende honden.724
[pagina 909]
[p. 909]

Religie, Religieusen staet, leven.

Den Religieusen staet is den sekersten ende bequaemsten om tot de volmaecktheydt te komen.81
Desen staet weyrdt alle beletselen, ende door de dry beloften, neemt wech d'occasien der sonden.81
In desen staet zijn veel behulpsaemheden tot de vol-maecktheyt.81
De Religie is een schole der deughden.81
Den Religieusen staet brenght gherustheydt in de ure des doots.82
Andere vruchten ende weerdicheydt deses staets.81. 82. 83.
Het leven der Godt-vruchtighe Religieusen is een oprechte naevolghinghe van de Apostolijcke mannen, jae oock van Christus.83
Den Religieux wordt onder de Martelaers gherekent.83
Den Religieus sal in den dach des oordeels sitten op de twaelf stoelen om te vonnissen de twaelf gheslachten van Israel.83.
In het Religieus leven is eene bestandighe ghenuechte te vinden, spruytende uyt de dry gheloften, uyt de t' samensprekinghe met Godt in het ghebedt, ende uyt het lieffelijck gheselschap van d'andere Religieusen.84
De Religie wordt van de HH. Vaders by een aerts Paradijs vergheleken.85
Alle andere ghenuchten en sijn niet te verghelijcken by die van een gheestelijck leven.84
Daghelijcksche vernieuwinghe des Religieus.90

Reynicheydt.

In den staet des reynicheydts wordt groote hulpe ghevonden om Godt te dienen ende te behaghen.69
Den staet van reynicheydt is bevrijdt van de tribulatien des vleesch van veel sorghen en qualen.69
De groot-weerdicheydt deses staets.70. 71
[pagina 910]
[p. 910]
De Enghelen converseren gheerne met de Maeghdekens.70
De siele wordt door de reynicheydt een Bruydt Christi.70
Privilegien deses staets70
Desen staet is den alder-edelsten.70
Christus heeft desen staet voor sy-selven, sijne ghebenedijde moeder Maria, voor S. Ian, ende sijne beminste Heylighen verkosen.70
Christus heeft desen staet seer aen-geraden door sijnen Apostel ende door sy selven.70. 71
De blijdschap deses staets.71
Christus en heeft hem met niemandt soo ghemeyn ghetoont als met de maeghdekens,71
Tot desen staet en moet niemant hem begheven, dan die van Godt daer toe gheroepen vvordt.72
Den val in desen staet is seer leelijck.72
Neersticheydt der HH. Maeghden om desen staet vvel te beleven73
Practijcke oft maniere van leven voor eene maghet, voor-ghestelt door een t'samen-sprekinghe met den H. Enghel onsen bewaerder.75. 76. 77. 78

Resignatie.
Siet Over-gheven sijns selfs.

VVille des mensch ende vereenighe met den Goddelijcken.

Roep tot eenighen staet.
Siet Religie, Volherdicheyt, Verkiesen.

Het is seer sorghelijck niet te leven naer den eysch sijns roeps.94
Die naer sijnen roep niet en leeft is ongherust.83

Roosen-hoeyken.

Maniere om het selve devotelijck te lesen.831
Vijfthien misterien daer toe dienende.832

Ruste des herten.
Siet Vrede.
Rijckdommen.
Siet Tijdelijck goedt.

[pagina 911]
[p. 911]

Sacrament der Penitentie, &c.

Het is eenen middel door den welcken den sondaer wederom keert tot Godt ende sijne salicheydt.113
De deelen der penitentie.113

H. Sacramenten ende haer ghebruyck.

Het is een teecken der uytverkoren neerstelijck de H. Sacramenten te ghebruycken.815
Maniere om het H. Sacrament daghelijcks te groeten.846

Schiet-ghebedekens. Soeckt, Ghebedt.
Scrupulen. Scrupuleusheydt.

VVaer uyt dat men kan bemercken ofte scrupuleusheydt ende benautheyt des ghenen van Godt oft van den duyvel komt.147.
Bedeylinghe der scrupulen in dry soorten.148
Remedien teghen de dry soorten van scrupulen.148. 149
Den scrupuleusen en moet op sijn eyghen verstant niet steunen, noch sijnen eyghen wille volghen.150. 158
Hy moet alder-meest des duyvels in-gheven door versmaden verwinnen.150. 151
In wat manieren, ende aen wien hy de quade ghedachten moet biechten.151
Hy moet schouwen het geselschap van d'andere scrupuleuse.151
Hy moet hem wachten van het lesen der boecken die van de sonden ende de conscientie handelen.151
Boven al moet hy sijnen Biecht-vader gehoorsaem zijn wilt hy victorie verkrijghen.148. 151. 157
Andere oeffeninghen voor den scrupuleusen ende bedruckte siele.152. 154. 155

Seeghbaerheydt.

VVat de seeghbaerheydt is.409
Dese deughdt verweckt tot Godt-vruchticheydt.411
Seeghbaerheydt van den H. Gregorius Thaumaturgus.411
Seegbaerheydt onses Salich-makers ende der Heylighen.412
De Seeghbaerheydt moet oock in onse eenicheydt onder-houden worden.417
[pagina 912]
[p. 912]

Sieck, sieckten.

De sieckten moeten van de handt Godts ontfanghen worden.857
Den siecken moet sijn betrouwen gheheel op Godt stellen niet op de Doctoren.858
Den siecken moet meer besorght zijn voor de siele dan voor het lichaem.858
Hoe hy hem draghen moet in sijn sieckte, ende wat dat hy moet voor al beneerstighen.860. 861. 862. 863. &c.

Siele des mensch.

Hy is een beeldt ende een woon-plaetse van Godt.733
De dry krachten onder siele zijn als dry tafereelen.740
De H. Catharina van Senen maeckte Godt een kamerken in hare siele.733

Sinnen des mensch, sinnelijckheydt.

De menschelijcke sinnen en worden noyt versaedt.330. 794
Maniere om sijn sinnen te vergaderen.841
Als de klocke slaet ende op andere tijden.841
De poorten der sinnen moeten wel bewaert worden.18

Soberheydt.
Siet Maticheydt, Vasten.
Sonde.

De schande volght de sonde,518
Grootheydt der daghelijcksche sonde.229
Kleyne sonden beletten dickmaels groote saken.231
De sonden der gheestelijcke persoonen zijn seer schadelijck.282
De sonde is een monster.520
Den staet der sonde is beklaghelijck ende vol perijckels.104

Voldoen voor de sonde. Siet Vol-doen.
Staet van leven. Siet Volherdicheydt verkiesen.

Een ieghelijck moet met sijnen staet te vreden wesen ende sy selven daer inne verstercken oft anders maect confusie.93. 94
De veranderinghe des staets is seer sorghelijck.94

Suyverheydt. Siet Reynicheydt.

De weerdicheydt van de Suyverheydt.398
[pagina 913]
[p. 913]
De Privilegien Suyverheydt.399
Teeckenen der Suyverheydt.400

Suyvere meyninghe.

VVat de suyvere meyninghe is ende hare bedeylinghe.715
Trappen der suyvere meyninghe.719
De eyghen liefde bederft alder-meest de suyvere meyninge.718
Het oeffenen der suyver meyninghe moet sonder ghewelt gheschieden.719
Teeckenen vvan een suyvere meyninghe.719
Sonder dese en zijn gheen wercken verdienstelijck.720
Het is seer profijtelijck in alle wercken veel goede meyninghen te hebben.716
De goede meyninghe maeckt het werck goedt d'welck in sy-selven goedt noch quaedt en is.716
VVonderlijcke kracht van de goede meyninghe.717
Een werck met goede meyninghen ghedaen gaet alle andere verre te boven.722
Groote schade der ghener die gheen goede meyninghe en hebben in hunne wercken.722

Tentatien. Siet Bekoringhe.

Tentatien in de sieckten ende ure des doodts.867
Remedien teghen de selve.868

Tijdt ende sijne kostelijckheydt.

Den tijdt van deughden te doen moet weder-ghenomen worden.261.
De weerdicheydt van den tijdt.418
Het verquisten des tijdts sal ons berouwen.418
Die den tijdt verquist is eenen onwijsen koop-man.420
Men moet met den tijdt d'eeuwicheydt koopen.421
Alle dinghen moeten op sijnen tijdt beneersticht worden.422
Den verloren tijdt is onweder-roepelijck.642

Tijdelijcke goederen.

VVaer toe dese den mensch ghegheven zijn.387
Dry soorten van menschen, op verscheyde manieren dese goederen ghebruyckende.388
[pagina 914]
[p. 914]
Men sal van dese scherpe rekeninghe moet gheven in den dach des oordeels.390
In de bedeylinghe sijnder goederen moet men den wille Godts onder-soecken.391
Tijdelijck goedt en is het oprecht goedt niet.395

Traecheydt in de deught.

Hoe schadelijck dat dese traecheydt is.252
Teeckenen van gheestelijcke traecheydt.255
Traecheydt ende slappicheydt is den oorspronck van den gheestelijcken val.268

Vaghevier.

De liefde tot de sielen in't Vaghevier.289
Hoe grouwelijck de pijnen des Vagheviers zijn.289
VVaer om dat dese sielen lijden.290
Hoe die te helpen zijn.292

Vasten. Siet Maticheydt.

Byna alle de Heylighen zijn't Vasten toe-gedaen geweest.164
Christus selve heeft ons leeren vasten.164

Verduldicheydt. Siet Lijdtsaemheydt.

De deught van verduldicheyt is een ieghelijck van noode.694
Verduldicheydt is eyghen ongheval oft lijden.695
Verduldicheydt in ander lieden ghebreken.691

Vereeninghe met Godt.
Soeckt, Overgheven sijns selfs, wille, &c.

Hoe dat de eenicheydt met Godt verkreghen wordt.629
VVy vereenighen ons met Godt door de 3. krachten onser sielen.642
Vereeninghe onser wercken met de wercken ons Heeren.727

Verkeeringhe met onsen naesten.

Vermaninghe van den S. Pater Ignatius tot eene goede verkeeringhe met onsen naesten.415
Fauten ende ghebreken in het om-gaen met onsen even naesten.415.

Verkiesen eenen staet.
Siet Staet van leven, volherdicheydt.

[pagina 915]
[p. 915]
Beraedt om eenen staet te verkiesen.42
VVat dat vvy moeten aen-sien in het verkiesen.69
Veel menschen gaen eeuwelijck verloren door dien dat sy verkiesen eenen anderen staet dan daer sy van Godt toe-gheroepen zijn.42
Hoe verkiesen moet rijpelijck gheschieden.43
Het verkiesen des staets moet men volghen de insprake Godts, en niet sijne quade lusten,44
Maniere om tot kennisse des staets te komen tot den welcken wy gheroepen zijn.44. 45
Die sonder Godts raedt eenen vvech oft staet des levens verkiest is altijdt bevreest ende ongherust.47
Pracktijcke om eenen staet te verkiesen.48. 49. 50. 51

Verkiesen eenen vermaender.

Het is profijtelijck eenen vermaender sijnder ghebreken te verkiesen675

Vernieuvvinghe sijns selfs.

Oeffeninghen van de vernieuvvinghe sijns selfs.641
Verscheyden bemerckinghen daertoe dienende.642. 643
Pracktijcke om te vercrijghen vernieuvvinghe des herten.646
Maniere om sy-selven te vergaderen oft recolligeren.647
Vernieuvvinghe der nieuvve propoosten.673

Verstervinghe.

VVat de verstervinghe is ende hoe noodt-saeckelijck.302. 303.
Tvvederley verstervinghe.302
Verstervinghe van eyghen liefde ende vville.303. 305
Verstervinghe van eyghen goedt-duncken ende eerghiericheydt306. 307.
De bedorven mensch vvordt door haer hermaeckt.309
De verstervinghe is eene aenghename offerande aen Godt.310.
Sy dient tot vol-doeninghe der sonden.311
[pagina 916]
[p. 916]
Versterven der quade gheneghentheden.314

Vyanden.

VVy moeten onse vyanden beminnen, ende de pracktijcke om het selve wel te doen.756

Vol-doen, voldoeninghe voor de sonden.

Dryderley wercken van vol-doeninghe.159
De kracht deser wercken.159

Vol-herdicheydt in de deught.

VVat de volherdicheydt is, en hoe noodtsakelijck.489. 450
Sy maeckt de goede wercken licht.451
Lof der stant-vasticheydt.456
Practijcke om te vol-herden in 't begonnen goedt.459

Vol-herdicheydt in sijnen roep.
Siet Roep.

Ieghelijck moet in sijnen roep vol-herden.93
Men moet sijnen roep versekeren met goede wercken ende naer gheenen anderen staen.94
VVy moeten Godt voor leydtsman nemen in den aen-ghenomen wech.94
VVaerom dat men vol-herdicheydt moet soecken in sijnen eersten roep al waer hy slechter.95
Die sijnen roep verlaet maeckt sy-selven onbequaem tot het rijcke Godts.95
VVaer uyt dickwijls spruyt de wanckelbaerheydt des roeps.95

Volmaecktheydt des levens, volmaeckte.

Eenen korten reghel ende wech tot de volmaecktheydt voor alle staten.13. 88
VVaer in de volmaecktheyt meest gheleghen is.80. 627. 832
Een iegelijck is verbonden tot de volmaecktheyt te trachten.80
Daer sijn verscheyde wegen ende staten tot de volmaecktheyt.80
Het is seer sorghelijck eenen anderen wech oft staet te verkiesen dan den ghenen daer Godt ons toe roept.80
Beraet vande neersticheyt die wy doen tot de volmaecktheyt.217
Den mensch soeckt in alles het volmaeckste, behalven in't gene dat de siele aen-gaet.219
[pagina 917]
[p. 917]
Hy en moet niet voor goedt gherekent worden, die niet beter en begheert te worden.221
Beletselen in den wech der volmaecktheydt.228
Een volmaeckt mensch en heeft anders niet dan Christus.130
De on-gheleerde konnen oock seer wel tot de volmaecktheydt gheraken.633
Acht trappen der volmaecktheydt,634
Eenen anderen korten reghel om de volmaecktheydt te verwerven, van den S. P. Ignatius.634
Beschrijvinghe van eenen gheestelijcken ende vol-maeckten mensch.635
Volmaecktheydt is de opperste wijsheydt.637
De volmaecktheydt is het rijcke Godts, daer wy daghelijcks om bidden, ende sy maeckt ons Koninghen.638
Sy maeckt ons kinderen ende vrienden Godts.638. 639
VVaer uyt dat men den voort-ganck sal bemercken.644. 683

Vrede des herten. Siet Gherustheydt, &c.

In Godt alleen is den oprechten vrede ende vermaeck des herten,797.
Den vrede des herten spruyt uyt de vereeninge van onsen vville met den Goddelijcken.785
Den vrede des herten is te vinden in het versmaden aller gheschapen dinghen.801
Den vrede des herten vvordt alleen van de ootmoedighe ghesmaeckt.26
Alle creaturen t'samen en konnen den mensch desen vrede des herten niet gheven.795

Vyt-verkoren.

Teeckenen der uyt-verkoren.811

Weduvve, Weduvvelijcken staet.

Godt proeft de vveduvven oft sy hem beminnen.61
Desen staet gaet den Houvvelijcken te boven, ende vvaerom.62
[pagina 918]
[p. 918]
Desen staet is bequaem om Godt te dienen.62
Godt draeght sonderlinghe sorghe voor de weduwen.62. 63
Iudith om de weduwelijcke suyverheydt, is verkosen gheweest om het volck van Israel te verlossen.63
De H. M. Maria is een voor-beeldt aller weduwen.63
Hoe de weduwen haer leven moeten schicken.63
Lof der Godt-vruchtighe weduwen Anna ende Iudith.63. 64
Sy moeten haer wachten van de begheerlijckheydt der rijckdommen.64
Verscheyden practijcken oft reghelen voor haer.65. 66. &c.

Wereldt, Wereldtsche ende verganckelijcke dinghen. Soeckt oock Creaturen.

Perijckelen der wereldt.209
Bedroch ende archlichsticheydt der wereldt.210
Ydelheydt ende verganckelijckheydt der vvereldt.551
Alle vvereldtsche saken en konnen den dorst der siele niet blusschen, maer vvel vermeerderen.575
De ghenuechte der vvereldt doodt de siele.577
De vveech-schael der vvereldts is valsch.521
Hare ghenuechte is onsuyver, ende verandert de menschen in beesten.573
De wereldt is een vertoon-plaetse, de menschen zijn de Comedianten, vvie dat hier prijs behaelt.94
Het versmaeden der gheschapen dinghen, brenght meer vermaecks dat het ghenieten der selver.801
De ghenuechte des vvereldts is kort, met veel arbeydts vermenghelt, ende en versaedt niet.797. 798
Door vvereldtsche dinghen en kan onse siele niet verbetert vvorden, noch ruste vinden.565. 799
Hope ende vreese van verganckelijcke dinghen, beneemt de ruste des herten.807

Wercken.

In alle wercken moet men dry saken bemercken.684
Onse vvercken moeten van te voren bedacht zijn.689
Bedeylinghe onser vvercken voor den geheelen dacht.687. 832
[pagina 919]
[p. 919]
VVat datter van noode is, op dat onse vvercken goedt ende verdienstich souden zijn.718. 833
Middel om onse vvercken te verbeteren.833
Hoe dat vvy onse vvercken moeten beginnen ende eynden.482

Wille des mensch, ende de vereeninghe met den goddelijcken. Siet Over-gheven sijns selfs.

Onsen vville moet over-een-komen met den Goddelijcken.784
De vereeninghe onses vvils met den Goddelijcken, is den kortsten vvech tot de volmaecktheydt.785
VVt dese vereeninghe des vvils, spruyt eenen ghestadighen vrede der sielen.785
Die sijnen eyghen vville volght is altijdt ongherust, ende moet veel teghenheydt vervvachten.790. 791
Die den Goddelijcken vvilt volghen, heeft altijdt occasie van blijdschap.793
Het is een soorte van dieverije, sijnen vville van den Goddelijcken te verscheyden.795

Woordt Godts.

Liefde tot het vvoordt Godts, is een teecken der uyt-verkoren,815

S. P. Xaverius.

Sijnen ijver der sielen.673
Sijnen raedt om de hooverdije te vervvinnen.676

Ydelheydt. Siet VVereldt.

De ijdelheydt vertoont haer in de ure des doodts.642
In alle tijdelijcke saken is ijdelheydt.800

Yver der sielen.

Den ijver der sielen behoort ons een vervvecksel te vvesen tot de volmaecktheydt.295
Practijcke om den ijver der sielen te oeffenen.298

 

Eynde des Tafels.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken