Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Parnas, of de zang-godinnen van een schilder (1724)

Informatie terzijde

Titelpagina van Parnas, of de zang-godinnen van een schilder
Afbeelding van Parnas, of de zang-godinnen van een schilderToon afbeelding van titelpagina van Parnas, of de zang-godinnen van een schilder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Parnas, of de zang-godinnen van een schilder

(1724)–Willem van Swaanenburg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Aan Rozemeen.

 
Daar zyn 'er meêr, als gy, die lief van oogen zyn;
 
Daar gaan 'er meêr gedost in Purper, en Carmyn,
 
Wiens Lely-bronnen trots den malschen hals braveeren,
 
En met hun dun Azuur het Hemel-dak trotsseeren;
 
Dog geene heeft die kragt, die gy hebt op myn ziel,
 
Die anders, taai van keur, straks voor uw voeten viel.
 
Ik tuurde naâuw uw mond; het bloeissem van uw kaken,
 
Of dagt, mogt eens myn lip die ted're Roozen raaken;
 
Wat zoog zy niet, gelyk een Bei, al zilv'ren douw!
 
Ik weet niet, of men ooit wel zoeter vinden zou.
 
Verbeelding gaf my kragt, om iets hier van te smaaken,
 
En eêr ik 't zelver wist, zo was myn brein aan 't blaaken;
 
Ik schreeuw van brand, van vuur, van dorst, en minne-pyn,
 
En noem uw honingseem, een beker vol venyn.
[pagina 204]
[p. 204]
 
Waar kryg ik tegen-gift? wie zal myn brand verkoelen?
 
'k Ben dag en nagt ontstelt, myn zinnen zyn aan 't woelen;
 
En gy, die de oorzaak zyt, agt deeze rampen niet,
 
Om dat uw hart, te hard, niet diep in 't myne ziet.
 
Daar huist myn Rozemeen, daar moet gy u in vinden,
 
En, schoon gy vry wilt zyn, voor eeuwig in verbinden.
 
Wat offer ik daar geur aan uwe lonken op?
 
'k Geef zelfs Jupyn, zo bars, om uwent wil den schop.
 
De Starren zyn te zwak, om my tot pligt te wennen;
 
'k Wil liever op uw wenk, als die der Goden rennen:
 
Ik volg de lessen, van Natuur my ingeprent,
 
En zoek geen and're troost, als sterven op het ent,
 
Met dien vernoegden moet, van in my zelf te zeggen:
 
Het is my roems genoeg om haar in 't graf te leggen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken