Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De singende swaens toe-gift boven den lof-sangh der heyligen bestaende in verscheyde geestelijcke liedekens (1655)

Informatie terzijde

Titelpagina van De singende swaens toe-gift boven den lof-sangh der heyligen bestaende in verscheyde geestelijcke liedekens
Afbeelding van De singende swaens toe-gift boven den lof-sangh der heyligen bestaende in verscheyde geestelijcke liedekensToon afbeelding van titelpagina van De singende swaens toe-gift boven den lof-sangh der heyligen bestaende in verscheyde geestelijcke liedekens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.44 MB)

Scans (44.25 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De singende swaens toe-gift boven den lof-sangh der heyligen bestaende in verscheyde geestelijcke liedekens

(1655)–Willem de Swaen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 129]
[p. 129]

Tafel der Liedekens Gaende soo op Wereldtsche als Geestelijcke Voysen, op de vvelcke Lof-Sangen des Singende Swaens Toe-gifts ghemaeckt zijn.

A.

Ach! Rosemondtje mijn soete meyt.104
Adieu schoon Europa.34-73
Adonai genadich Heere.92
Aenhoort dit droevich klacht.77
Aertjen die is aerdich.45-85
Alderliefste Iesu mijn!33
't Aldergrootste nut en heyl.114
Alderoudtste Stadt der Steden.92
Al hebben de Princen haren wensch.29
Alleluya den blijden toon.29
All' die vol van rouw.117
Als Garinth sijn ooghjes open dee.30
Als op een aengenamen dach.29
Als schoone Carileen eens wandelden alleen.34-73
Als Tyter bieden wou.71
Amaril! die door u soet gelaet.66
Aemilius, Cilinia.7

B.

Baletti d'Alckmaer.66
Barbara Godts groot vrindinne.92
Bedroefde Harder fier.71
Blyschap van my vliedt.117
Brande Appollo.6

C.

Chloride! Chloride.68
Christen-ziel vol van misdaden.70
Christenen schaer wilt u verblijden.121
Condstor alme Syderum.29
Coridon ontsteken.45-85
Cupidoos felle stralen.62

D.

Daer was een ronden dans.12
Dartele Schaepjes gaet weyden in 't groen.59
De alderschoonste Maeght.102
De darde Carileen.33
De fraye Stadt Assysen.62
De groene Meye // brenght ons den Feest.64
De liefde maeckt couragie.44
De Tortel-Duyve hoorden ick weenen.19
Deughderijcke Bruydt, ô al roemwaerde Maeght.57-98
De vierde Carileen.9-60
De wereldtsche Laetitia.94
Diana reyn, die gingh om baden haer.57-98
Didacus is opgeheven.92
Die mindt, die lijdt veel pijn.89
Die reyn liefde vyerich.2
Die wil sien een vroomen heldt en vrindt.66
Doen ick was in 't bloeyen van tijdt.66
Doet u ooghjes open.2
Dorothee! // ach! uw' twee.32
Droeve Princesse! waer sult ghy vlieden?121

E.

Edel Artisten koen.80
Een Ionckvrouw die mijn hart doorwondt.7
Aemilius, Cilinia.7
Engelsche Klockedans.64
[pagina 130]
[p. 130]
Et ce Mars grand Dieu.22

G.

Gelijck als de witte Swanen.51
Ghy menschen vol reaalicheyt.124
Ghy zijt Alexandrien.109

H.

Had ick duysende ysere tongen.12
Harderkens in Godt gepresen.4
Harders laet uw' Schaepkens, en all' uw' vee94
Het Maentje schijnt soo helder.6
Het Meysjen hadder een Ruyter lief.75-83
Hooghwaerde Godes vrindt.89

I.

Ian de Nivel.6
Ick bidd' u aen met yver.62
Ick had voor desen // (soo doen ick noch)64
Ick placht in desen tijdt voor desen.15
Iesu! hier heb ick gewroght.14
Iesu corona Virginum.29
Ieughdige Nymphen! die 't boerte bemint.59
In het soetste van de Meye.106
Isser yemandt uyt Indien ghekomen.22

K.

Kits Almande.38
Komt nu mijn Flora, schoonste Veldt-Goddin.49-87
Komt Schepper Geest beneden.44

L.

Laura sat laetst aen de beeck.114
Lest gingh ick my vermaecken.6
Lest op een tijdt in 't groene dal.47-82
Lof zy Marla triumphant.53

M.

Malle Symon.25
Marce! die des Heeren leven.4
Maria gingh vervult met smarte.112
Maria Moeder Maeght.56
Menschen! komt aenloopen.54
Met een groot verlangen.45-85
Minnelijck, reyn, van wesen fris.124
Mijn hartje wilt nu vluchten.6
Mijn soete susje hoe dus straf.100
Moe'r was in den Maeghden-staet.7
Moet ghy dienen Heer of Vrouw.14

N.

Nu is den dach, ne de uyr gekomen.121
Nu leef ick in 't verdriet.102
Nu mijn Bruydt, mijn lief, wilt komen.106

O.

O boose domme jeught!102
Och ick mach wel droevich schreyen.15
O eenigh voedtsel van mijn jeught.38
O Galathee! mijn schoone Veldt-Godin.1-36-74
O ghy die willen vlechten.109
O Godt! O liefde groot.56
O Hemels hof! komt af.79
O Kers-nacht! schoonder dan de dagen.112
O lief Dorinde, waerde Maegt!88
O Maeght, mijn Bruydt! seght waer lust u te gaen.25
O Maria die als heden15
O Maria fonteyne vol deughden.112
O schoone Kriklea.12

P.

Phillis komt u buygen.54
Phillis quam Philander tegen.92
[pagina 131]
[p. 131]
Phoebus is langh over de zee.59
Polyphemus aen de stranden.96
Princesse! hier koom ick by nacht.14
Prins Robberts Mars.7

R.

Repicavan.18-41
Rosemond die lach gedoken.92
't Ruyschen van het Musqueljaet.9-60

S.

Sancta Theresa! Spaensche Maeght.53
Schoon Ionck hartje, heusch, en trouwe.4
Schoon Ionckvrouw, wiens eerbaer zeden.4
Schoonste Lerinde.121
Siet het pluym-ghevogelt hoe dat het swiert.94
Sint Catharina vander Seen.100
Sint Iob! ghy hebt veel leedts beproeft.88
Soo daer yemandt vraeght.117
Soo langh is 't Muysje vry.79
Stort nu bracken dou mijn oogen!70

T.

Treurt nu Brabandtsche Maeght.89
Tous les soldates de France.77
Troosteloose zielen klachten.70
't Ruycken van het musqueljaet.9-60
't Windichje daer het bosch af drilt.53

V.

Veldt-Goddin, die ick min.32
Un jour joy la turnelle.19
Voorburgh! eel door uw' Landtsdouwen.51

W.

Waerom benje sprakeloos.44
Waer treckt dus haestich henen.25
Wanneer den gulden Dagheraedt.75-83
Weest nu ô Bataviers! niet slof.38
Met Daphne dus versuft.68
Wel wie heeft my berooft.79
Willibrorde! die Hollande hebt bekeert.18
Wilt ô Sondaer! tot my komen.106
't Windichje daer het bosch af drilt.53

Z.

Zeno! het Colonelsen.109


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken