Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1 (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1
Afbeelding van Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.88 MB)

Scans (108.93 MB)

XML (2.98 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1

(1980)–Jan Swammerdam–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina LIII]
[p. LIII]

Algemeen Register der Hooftstukken, En der byzondere Verhandelingen van 't geheele Werk.

HOOFTSTUK I.
Behelst de redenen van dit Werk, als ook de Afdeelingen. Pag. 1-5
   
HOOFTSTUK II.  
Bevat den eenigen grontvest van alle de veranderingen der bekende Bloedelooze Dierkens, welken een Popken te zyn, aangeweezen wort; als ook de manier, op welke de Wurmen en Rupzen daar in veranderen. 5-21
   
HOOFTSTUK III.  
Inhoudende hoe de waare grond der natuurlyke Veranderingen, of de kennisse van het Popken is verdonkert geworden: met de verklaaring en herstelling van dezelve. 21-37
   
HOOFTSTUK IV.  
Besluit in zig VIER ORDERS van Natuurlyke veranderingen, waar onder meest alle soorten van Bloedelooze Dierkens, die maar eenen grontvest van wisseling hebben, gebragt werden. 37-66
   
EERSTE ORDER.  
Van de Natuurlyke veranderingen, ofte langzaame aangroejingen in ledemaaten. 39-44
Optelling van de Dierkens, welke onder de eerste Order der natuurlyke veranderingen, DIER-POPKE genoemt, behooren. 44-63
Voorbeelt van de Eerste Order der natuurlyke veranderingen in een LUIS: met een berigt, rakende de drie volgende Ordens behooren. 63-66
Brief aan den Doorlugtigen HEER THEVENOT, van de Ontleding des MENSCHE-LUIS. 67-85
Desselfs Uitwendige Leden ontleedt. 68, 69
Inwendige Leden 69-85
Besluit aan den Heer THEVENOT. 85
Verklaaring van de Eerste Order der veranderingen, door middel van Afbeeldingen: waar toe de LUIS ten voorbeelt bygebragt wort. 85, 86
Van de GETAKTE WATERVLOOY. 86-91
Particuliere Verhandeling van de SCORPIOENEN, die meede onder de Eerste Order behooren. 92-96
Verhandeling van de WYNGAERTSLAK, door keurlyke Afbeeldingen opgeheldert.
Inleiding.
97, 98
Hooftst. I. Van den Hoorn en het weeke gedeelte des Slaks in het gemeen, en dan van de vier Hoornkens boven op het Hooft van de Oogen, die daar in te zien zyn; hoe zy gemaakt zyn en bewogen worden. 99-107
II. Van de Lippen, Mond, Tanden, Tong, het Verhemelte, de Keel, en eenige Spieren. 108, 109
III. Van de Smaak en Reuk der Slakken, en van eenige hunner manieren. 110, 111
IV. Van het maaksel en gebruik des Rands of Lip des Slaks, van zyne Aassemhaling, Geluit, en meer ondervindingen: als ook van de Klieren, Vaaten, en wat de Voeten zyn. 111-114
V. Van de vordere manieren des Slaks, zyne sterkte en leven. Hoe men hen moet dooden om best te ontleden: neffens andere waarnemingen, ook wat het sout doet omtrent hen. 114-117
VI. Van de Inwendige Leden. En eerst van het Hart, Oorken, Hol-ader, Slag-ader: als ook van het Bloed en desselfs geduurige beweging. Het onderscheid tusschen Slym en Bloed. De Holligheden van de Limbus, en eindelyk van het Kalkbeursken: met een zeer raar Experiment omtrent de beweging der Musculen. 117-123
VII. Van de Lever, Gal, Maag, Darmen, het Speekzel of Quylvaten des Slaks. 123-125
VIII. Van de Teeldeelen, de Roede, de Lyfmoeder, de Ballekens, de Eyerstok, en andere Vaatkens tot het Teelen dienstig. 125-130
IX. Van de wyze, op welke de Slakken met malkanderen teelen. 130-133
X. Van de Herssenen en Senuwen: hoe zy ook haare Musculen hebben, en voor en agterwaarts in het Lighaam bewogen werden: dat zeer wonderlyk, en tot nog toe ongehoort is, in eenige Dieren te gebeuren. 134-137
XI. Van de Spieren des Lighaams, en te gelyk van het Hoornken, dat het Been der Slakken is: als ook hoe zeltzaam dat het Hoornke van binnen is gemaakt, en op wat wyze het aangroeit en gevoet wert. Vorder hoe de Slak zig beweegt in het Ey. 137-147
XII. Van de Kreeft- of Zee-Slak; en van de Vinnen: als ook van de inwendige draejingen der Wervelhoorn; de Toethoorn; de Klipkous en de Pennehoorn: en nog van eenige andere Hoornkens. 147-155
Kleene Wervel-Slak. 153
Slak, wat plat. 154
Een Slak van een ovaale figuur. 155

[pagina LIV]
[p. LIV]

XIII. Van den Tuin-Slak; den Huis-Slak; de Weg-of Velt-Slak. 156-164
De Tuin-Slak. 156
Huis-Sak. 158
Velt-of Weg-Slak. 162
XIV. Van den gemeenen Water-Slak: als ook van een raare soort van Slakken, die zyns gelyk levendig voortbrengt: en dan van de platte Water-Slak, en van de Vegt-Mosselen, enz. 164-169
Van den gemeenen Waterslak, een raare Observatie. 164-169
Een wonderbaarlyke leevenbaarende cristallyne Slak. 169-180
Van de Hollandsche Aliekruik, zynde een soort van Zee-Slakken. 180-185
Kleene Water-Slak met een Wervelhoorn. 185
Een gemarmelde Navel-Slak. 185, 186
Platte Slak. 186-189
kleen plat Sakje. 189
Van de Mosselen in Holland, die men in de zoete Rivieren vint. 189-193
Toegift, zynde de manier om op de Hoornkens allerhande beelden en figuuren te snyden. 193, 194
Brief aan den Heer THEVENOT, wegens de Ontleding van den Kreeft-Slak, die in Langedock genaamt wert BERNARD L'HERMITE. 194-208
De Uiterlyke Leeden van den Kreeft-Slak. 195-201
Inwendige 201-208
   
TWEEDE ORDER.  
Van de natuurlyke veranderingen, ofte langzaame aangroejingen in de Leden. 209-211
Optelling van de Dierkens, welke onder de Tweede Order van de natuurlyke veranderingen behooren, WORM POPKE genoemt. 211-220
Voorbeelt van de Tweede Order der natuurlyke veranderingen, WORM-POPKE van my genoemt, in een PUISTEBYTER voorgestelt. 220-226
Van de verscheide soorten der Wurm-Popkens van de Puistebyter. 226-228
Van de VLIEGENDE WATER-SCORPIOENEN; ook tot de Tweede Order behoorende.
Uitwendige Leeden.
229-231
Inwendige 231-233
Natuurkundige Historie van het een dag levende HAFT, of OEVER-AAS, uit des Auteurs Neerduitsch Tractaat, getituleert, Afbeelding van 's Menschen Leeven. enz. getrokken. 234-270
Hooftst I. Het Haft komt uit een Ey. 235, 236
II. Uit het Ey van het Haft komt een sesvoetig Wurmke, dat Oeveraas genaamt wert. 236
III. Wat de Haft-Wurm, of het Aas begint, uit zyn Ey gekropen zynde; en wat zyn voetzel is. 237-240
IV. Hoe lang de Haftwurm gevoet wert; om wat reden hy Aas genoemt wert; hoe sterk hy Van Leeven is. 240-242
V. De Uitwendige Leeden van het Aas werden beschreven: hun couleur of verw; als mede het onderscheid van Aart en manieren. 242-245
VI. Ontleding van desselfs Inwendige Deelen. 245-256
VII. Tekenen of het Aas haast vliegen zal; en dan wat het schadelyk is; en tot wat Order der veranderingen het behoort. 256, 257
VIII. Hoe en op wat wonderbaarlyke wyze het Aas in Haft verandert. 257-265
IX. Hoe lang het Haft leeft, en wat zyn dood verhaast. 265-267
X. Het Haft vliegt drie dagen, zomtyds ook nog op den vierden dag. Andere zoorten van Haft. 267-270
   
DERDE ORDER.  
Van de natuurlyke veranderingen, of langzaame aangroejingen in Ledemaaten. 271-274
Optelling van de Dierkens, welke onder de Derde Order behooren, POPKEN genoemt. 274-286
Voorbeeld van de derde Order der naruurlyke veranderingen op de Eerste wyze in een MIER, dien wy eenvoudig POPKE noemen. 287-296
Van zommige andere soorten van Mieren, waar van eenige als de Zywormen spinnen. 296-299
Zeer zeltzaame Historie van den NEUSHOORNIGEN SCHALBYTER, door curieuse Afbeeldingen opgeheldert. 300-347
Inleiding. 300, 301
Hooftst. I. Van de plaats, alwaar de Scalbyters zig onthouden. Haar Teelen; Eyeren; Wurmkens; Voedzel; en hoe lang zy gevoed werden. En verscheide andere raare ingevoegde Historien. 302-306
II. De Naam van de Wurm daar de Neushoornige uit groeit. Zyn uiterlyke Deelen. Zyn manieren en beweging. Hy bemint de warmte. Hy vervelt. En andere ingemengde Historien ter opheldering. 307-310
III. De Ontleding van den Houtwurm. Hoe hy gedood werd. Zyn Bloed, Hart, Vet, Long-pypen, Keel, Maag, Rugge-merg, weerom lopende Senuw. Wat gebruik de Houtwurm om te eeten heeft. Hoe men hem kan balsemen: met veele raare observatien. 310-318
IV. De manier op welke de Wurm komt te veranderen. Hoe zyn uiterlyke Leden vergroejen, en hoe hy de gedaante van een Popke zeer won-

[pagina LV]
[p. LV]

derderbaarlyk aanneemt. Neffens dan hoe de Lucht-openingen aldaar verplaast werden, met veele ongemeene Observatien. 318-327
V. Hoe het Popke met overtollige vogtigheid is opgezwollen, die uitdampen. De Ontleding, en hoe hy vervelt tot een Schalbyter. Met nog eenige ontdekkingen in de Natuur. 328-333
VI. Het onderscheid van het Manneken en Wyfken, na het Popke daar in vervelt is: de Adem-openingen; de Oogen; de Herssenen; de Gezigt-Zenuwen; de Long-pypen en Luchtblaasjes; het Hart; de Teeldeelen, zo in het Manneken als in het Wyfken; met een zedelyk besluit. 333-347
Particuliere Verhandeling van de MUGGE, die meede onder de Derde Order der natuurlyke veranderingen, op de Eerste wyze onder het Popke behoort. 348-362
Verhandeling van de BYEN, of naaukeurige beschryving van den Oorsprong, Voortteeling; Geslagte, Huis houding, Werken, en nuttigheid der zelven. 367-550
Afbeelding van de Snuit, in een Wespe van onderen. 452
Eerste Observatie in de Vrouwelyke Bye. 477
Tweede en Derde. 478
Vierde. 479
Vyfde. 482
Toegift van byzondeee Observatien, tot de Historie der Byen behoorende. 539-550
Optelling van de Dierkens, die op de tweede wyze, onder de Derde Order der natuurlyke veranderingen, GULDE POPKE genoemt, behooren. 551-570
Het Voorbeeld van de Derde Order op de tweede wyze, in een NAGTKAPELLEKE, waar van het Manneke gevleugelt is, en de verandering hier van Gulde Pop noeme. 560
Ontleding van de gemeene en gekouleurde DAG-KAPEL. 571-602
Hooftst. I. Beschryving der uitwendige Deelen van de Rups: als ook zyne Ontleding, Bloed, Spieren, Niergewyze Deelkens, Maag, Keel, blinde Darmen, Spinbeursken, het Vet, de Long-pypen, het Hart, de Herssenen en Zenuwen. 572-578
II. De manier, op welke de Rups in een Gulde Pop verandert, en wat die is: neffens eenige Ontleedingen en andere raare Observatien, omtrent de Gulde Pop en Kapel. 578-595
Ontleding van een Gulde Pop, die 2. een die 6. of 8., een die 12., en een die 17. dagen vervelt is geweest. 584- 586
De manier, op welke het Gulde Popke de gedaante van Kapel aanneemt. 588
III. Begrypende de inwendige Leeden van het Manneken en het Wyfken der beschreeve Kapellen. 595-602
Het EENE DIER IN HET ANDERE, of de KAPEL verborgen in de RUPS, dat het derde Particuliere voorbeeld is, en een Toegift, onder deeze Derde Order op de tweede wyze. 603-616
   
VIERDE ORDER  
Der natuurlyke Veranderingen, of langzaame Aangroejingen. 617-637
Particulier Voorbeeld van de Vierde Oraer der veranderingen in een VLIEG: waar van ik de vervorming of aangroejing in de eerste gestalte der Ledemaaten WURMSWYZE POP noeme. 637-648
Sonderlinge Historie van de VLIEG TABANUS, of beter ASYLUS genoemt. 649, 650
Hooftst. I. De Uiterlyke Figuur van de Wurm, waar uit de Vlieg Asilus vergroeit, zoo levens grootte als door een vergrootglas getekent: neffens ook hoe zyne Voeten zeer wonderlyk in den mond geplaast zyn, en hoe hy door zyn Staart zyn aassem trekt. 651-657
II. Van de manieren dezes Wurms: de plaats alwaar men hem vindt. Wat zyn Voetzel is; en hoe men die moet dooden om te Ontleden. 657-660
III. Ontleeding van den Wurm; zyn Tanden, Maag, Darmen, Kwylvaten, Long-pypen, Vet, Hart, Herssenen en Spieren. 660-667
IV. Hoe wonderbaarlyk deeze Wurm in een Pop vergroeit; wat deelen in den Wurm zyn, als hy buiten zyn vel is afgezondert geworden. Deeze deelen werden klaar in de Pop getoont. 668-672
V. De Ontleding van het Popke; zyn Vet, Long-pypen, Maag en Darmen; voorts van de wonderbaarlyke Veranderingen, die in de Eyerstok, de Spieren, de Ruggraat, en andere ingewanden te zien zyn, die allengs aangroejen. 672-681
VI. Van de eygentlyke manier, op welke het Popke uit zyne uitwendige huit en inwendige vlies breekt, waar door het Dierke zig, als door eene zigtbaare opstanding, in de gedaante van een Vlieg vertoont. Vorder vande Long-pypen, en Darmen, die het afstroopt, en in zyn Huit en Vlies laat leggen. 681-686
VII. Van de Koevlieg, en zyn uit- en inwendige Leeden, zoo in het Manneken als Wyfken, zeer byzonderlyk. 687-694
Des AUTEURS Brief aan den Ed. Heer THEVENOT over de Natuur en Ontleeding van de Wurm in de Kaas, of de MYT, en Vliegen hier uit groejende. 695-722
De uitwendige Leden van de Kaas-Wurm. 696
Desself aart. 698
Ontleding en beschryving der innerlyke deelen. 700

[pagina LVI]
[p. LVI]

Hoe de Wurmen in de Kaas komen, en aldaar de verrotting zelfs veroorzaken, zonder dat zy hier uit zouden groejen, met andere raare Observatien. 707
De wyze, op welke de Kaas-Wurmen in Poppen veranderen. 714
Hoe de Pop uit zyne Vliezen breekt, en de gedaante van een Vlieg aanneemt. 716
Van de Teeldeelen in het Manneken en Wyfken, en hoe zy teelen. 718
Beschryving van de WURMKENS, die men vindt in de Wratkens der WILLIGEBOOM BLADEN. 723
Hoe de Eyeren deezer Dierkens op de bladen der Willige boomen komen. 733
Van zommige andere Dierkens in de gewassen der Wilge boomen gevonden, en hoe daar in komen. 740
Byzondere Verhandeling van eenige DIERKENS, die tussen het eerste en tweede Vlies van de WILLIGE BLADEN leeven, en in SCALBYTERS vergroejen. 743
Van eenige WURMKENS, die men tussen de teere en vers uitspruitende bladen der WILLIGEN bevindt, welke in VLIEGKENS vergroejen. 748
Van eenige WURMKENS, die men boven op de toppen der WILLIGE BOOMEN in een vrugje als een Roos vindt; en ook in veele laage Duin-Willigen. 749
Van de Voeteloose WURMKENS in de HAAZENOOTEN. 752
Van de WURMEN, die men tussen de twee vliezen van de bladen der ELZEBOOMEN vindt, verscheide waarnemingen. 753-757
Vervolg van de Historie der Insecten, die in de Vrugten, Wratten, en Bladen gevonden werden. 757-788
Observatie omtrent de gemeene Distels, welke in Holland op de Velden groejen. 757
Van de Wurmkens, welke men in de uitwaskens van de Barnetelen bevind. 748
Van de Wurmkens, die in zommige wollige uitwassen aan de Eike boomen worden gevonden. 760
Van de Dierkens, welke men in de Wratkens der Eikeboom-bladen, heel konstig en zoo wonderbaarlyk vind opgesloten, dat alles wat tot nog gezegt is hier voor wyken moet. 762
Van eenige Wurmkens, die in een Spongieus Uitwasken van de Wilde Roos, of Eglantier, werden opgekweekt. 769
Naaukeurige Observatie gedaan omtrent de swarte Populier in 't Jaar 1674. 10. Juli. 770
Van een Voeteloos Wurmken op de Koolbladen, 't geen eigentlyk onder de Vierde Order der natuurlyke veranderingen behoort. 776
Van de MOUT-WURM. 779
Van eenige Wurmkens, die, even als de Mot, in haare huiskens leeven, en de Bladen van de Appelen, Peeren, en Pruime-boomen, en Kerssen verteeren. 783
Van eenige Wurmkens, welkers Eyeren op het beursken, waar in de Muskus overkomt, gezet waren. 785
Van eenige Wurmkens, welke in Pypkens woonen. 787
Byzondere Verhandeling van de KIKVORSCH en desselfs POP, vertonende de Historie en vergelyking tot andere Insecten.
Byzondere Verhandeling van de verandering, of vergroejing der Ledemaaten, in de Poppen der Kikvorschen, met die van de Popkens der Insecten.
789
Vergelyking van den MENSCH zelfs met de Insecten en Kikvorsch 792
Particuliere Verhandeling van de voortteling der Kikvorschen. 794
Van de wyze, hoe de jonge in de Eyeren der Vorschen aangroejen en buiten koomen. 811
Van den omloop des Bloeds in de volwasse Kikvorsch. 830
Proefnemingen van de byzondere beweeging der Spieren in de Kikvorsch, op alle de beweegingen der Spieren in de Menschen en Beesten toepasselyk. 835
Vergelyking van de veranderingen der GENOFFEL-BLOEMEN, Angelieren, of Teste-bloemen, met de Popkens der Insecten. 861
Besluit aan den Leezer. 864
Algemeene Vergelyking en overeenkoming der veranderingen, of aangroejingen in deelen en ledemaaten; zoo van de Eyeren, Wurmen, Popkens, of Insecten, onder malkander; zoo als met een van die uit de bloed-ryke Dieren, en Planten in 't byzonder. 874
   
TOEGIFT.  
Ontleding van de SPAANSCHE ZEEKAT: aan den Uitmuntenden Heer FR. REDI. 876-902
Verhandeling van de FLUWEELE ZEE-SLAK. 902
Briefwyse Verhandeling van MANNEKENS VAREN-KRUID van Dodoneus. 906


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Bybel der natuure of historie der insecten (2 delen)