Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ephemeri vita of afbeeldingh van 's menschen leven (1675)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ephemeri vita of afbeeldingh van 's menschen leven
Afbeelding van Ephemeri vita of afbeeldingh van 's menschen levenToon afbeelding van titelpagina van Ephemeri vita of afbeeldingh van 's menschen leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.00 MB)

ebook (4.63 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ephemeri vita of afbeeldingh van 's menschen leven

(1675)–Jan Swammerdam–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 347]
[p. 347]

Gebedt.

ALdermoogenste ende waarachtige Godt Jesu Christe, Woordt des Vaders, eeuwige waarheydt, die u selven uyt groote liefde, tot onse verlossinge ende saligheydt aan het hout des Kruyces hebt laaten naagelen; geeft doch dat ick uwe onuytblusschelijcke liefde, groote weldaaden, ende bitteren doodt nimmermeer en mach vergeeten, maar die gestadigh voor oogen hebben: ende de selve aan uwen Hemelschen Vader, tot een versoeninge voor alle mijne sonden, in uwe naavolginge, geloof, hoop, ende liefde, als een geestelijck Priester opofferen. Geeft dan Heere der Genaaden, dat doch mijn Ziele, om deesen uwen grooten arbeydt, onbegrijpelijcke liefde, heylige doodt, ende dierbaar uytgestorte bloedt, nimmermeer en verlooren gaa. Maar ô Heere Jesu, schenckt my geduurigh den rijckdom uwer genaaden ende gratien, ende vervult met de selve, als met een vruchtbaaren stroom, de dorre aarde mijns herten, op dat ick geestelijcke vruchten mach voortbrengen, die u aangenaam sijn. Waarom Heere als ick uwe groote waardigheydt, ende onbegrijpelijcke goedertierentheydt tot my aanmercke, soo buygh ick my voor u needer met alle ootmoedigheydt, my niet inbeeldende of laatende voorstaan eenige deughden te besitten: maar als een sondigh vat, soo koome ick met den

[pagina 348]
[p. 348]

last ende het pack mijner sonden belaaden sijnde, in een vol vertrouwen tot u mijn Salighmaacker: op dat ghy my soudt believen te ontfangen in de armen uwer genaaden, ende mijn geest ende ziele in het binnenste van my vernieuwen. Op dat ick alsoo alle oogenblick in de deught mocht toeneemen, ende van de volle vergiffenisse aller mijner sonden verseeckert sijn. Handelt met my Heere, als dien Vader met sijn verlooren Soon deede: ende wilt, ô Jesu, de welcke sijt het vernielent ende brandent vyer der liefde, mijn koude ende dorre ziele t'eenemaal ontsteecken. Wascht ende reynight haar met u dierbaar bloedt; ende bekleedt en verçiert haar, met het decksel uwer onwaardeerelijcke verdiensten: Ende naademaal ghy selver de Fonteyne aller genaaden ende gaaven sijt, soo verquickt, voedt ende sterckt mijn ziele met alle uwe deughden, ende bevestight haar in uwe vreese. Ick koome dan tot u Heere, daar ick tot der doodt toe gequetst ben, wilt my geneesen, ghy die den Medecijn ende den levendighmaakenden geest des leevens sijt. Wilt oock mijn blinde oogen verlichten, ghy die daar sijt het alles verlichtende licht, in de duysternissen. Het was uwe liefde, ô Jesu, die u getrocken heeft uyt den schoot uwes Vaders, om ons, die verlooren schaapen waaren, te soecken, ende met uwen Hemelschen Vader te versoenen: Laat die selve liefde Heere u opwecken, om my geheel gesont te maacken, die een van u aldersieckste leeden sy. Want

[pagina 349]
[p. 349]

hoe ick ellendiger ende verdurvender ben Heere, hoe dat uwe goetheyt meer sal gelooft ende verwondert worden; ende ghy gebenedijt Heere der Heeren, van dat ghy my verwaardigt te besoecken ende te omhelsen. O uytvlietende Goetheyt, die den Hemel kracht geeft, ende de aarde vruchtbaar maackt, en wilt mijne ziel doch niet dor ende onvruchtbaar laaten. Maar geeft dat uwe liefde daar soo overvloedigh in mach wassen, dat alles wat verganckelijck is, my bitter mach worden, de sonde met de werelt, ende het vleesch met den Duyvel. U dierbaar bloedt laat my dat door-droncken in uwe genaade maacken. Uw heyligh, vreedigh, ende lievent Testament beschrijft dat door den vinger uwes Geests in mijn herte. Ende laat ick alsoo nergens meer eenige hoop, troost, blijdtschap, vreughde, weelde ende voldoeningh in stellen, als alleenigh in uwe wonden, wiens lidt-teeckenen my verlossen, heelen ende versoenen; want het sijn die klooven der stercke Steen-rotsen Heere, daar uwe genaade my bewaart, ende uwe barmhertigheyt my eeuwigh gelucksaaligh maackt. Amen.

 

Eynde van de suchtinge der ziele tot haaren Godt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken