Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eenzame bloemen (ca. 1885)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eenzame bloemen
Afbeelding van Eenzame bloemenToon afbeelding van titelpagina van Eenzame bloemen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

Scans (86.86 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eenzame bloemen

(ca. 1885)–Hélène Swarth–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 146]
[p. 146]

VI.

 
Een wille nevel, maagdelijke sluier,
 
Bekleedt met zilverplooien, half doorzichtig,
 
Een avondlandschap, lieflijk als een droom.
 
Daarboven lacht een rozekleurge hemel
 
Zijn laatsten glimlach, vol van stervensweemoed.
 
En, op een houten bank met mos begroeid,
 
Daar zit een korenblonde maagd te lezen
 
In 't boeksken van een jonggestorven dichter,
 
Een zanger dien zij nimmer heeft aanschouwd.
 
Haar boezem klopt en gansch haar wezen trilt
 
En, diep bewogen, drukt zij op het blad
 
Haar reine lippen, door geen kus ontheiligd.
 
En tranen vloeien, lauwe lenteregen,
 
Haar langs de wangen, bleek als witte rozen,
 
En druppen vonklend op de bladzij nêer.
 
Zij droomt van hem; zij ziet die peinzende oogen,
 
Dat edel voorhoofd, door een gouden krans
 
Van weelderige lokken rijk versierd,
 
Als door een aureool van zonnestralen.
 
Zij hoort die stem die nimmer meer zal klinken
 
Haar ‘zuster’ noemen. - Zuster! ach! hoe zoet,
 
Hoe innig! 'k Weet geen liever naam op aarde
 
Tenzij... de naam van bruid. Zijn bruid te wezen!
 
De blonde maagd die hij zijn engel noemde,
 
Zijn aangebeden schoonheidsideaal,
 
Wier vingren door zijn lokken mochten spelen,
[pagina 147]
[p. 147]
 
Wier hand zijn hand mocht drukken, warm en lang,
 
Wier kus zijn gloeiend voorhoofd, moê van 't peinzen,
 
Mocht streelen en verkoelen, o 'k benijd haar!
 
En toch... en toch, zij heeft zooveel verloren,
 
Zij heeft haar hemel in zijn graf zien dalen.
 
Hij had haar lief; ik wil haar zuster zijn! -
 
En 't meisje richt haar zielvol oog, begeesterd,
 
Naar 't purper Westen waar de zon verdwijnt
 
En strekt hare armen naar den lieven doode,
 
Gelijk een duif haar blanke vleugels, uit.
 
De zonne sterft gelijk de jonge dichter
 
Die nog een zwanezang aan de aarde gaf;
 
En werpt haar laatste, vlammendroode stralen
 
- Een rozenregen - op de jonkvrouw nêer.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken