Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Natuurpoëzie (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Natuurpoëzie
Afbeelding van NatuurpoëzieToon afbeelding van titelpagina van Natuurpoëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.40 MB)

Scans (3.25 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Natuurpoëzie

(1930)–Hélène Swarth–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 32]
[p. 32]

Herfstwandeling

 
In sluierneevlen, teêr als wierookwazen,
 
Het morgenherfstwoud sluimert, druiveblauw.
 
Smaragden wei, waar blanke geiten grazen,
 
Ligt vonkbesprankt met diamant van dauw.
 
 
 
Wijd spreiden velden als een breede waaier,
 
Van raaploof groen, van haverstoppels geel
 
Of leeg, doorploegd en wachtend zacht den zaaier,
 
Als diepgeribbeld paarsigbruin fluweel.
 
 
 
Herfstdraden zweven 'lijk gesprongen snaren
 
Van elfeharpen voor de ringelrei.
 
Verwelkte grassen, blond als kinderharen,
 
Omwuiven 't pad naar de uitgebloeide hei.
 
 
 
De lijsterbes heeft bloedkoralen trossen,
 
De berk strooit goudmunt en de vuureik laait.
 
De wolken zeilen, zwaar van zilverdossen,
 
De hei belommrend, waar de koelte waait.
 
 
 
Nu golvend rijzen lichte nevelbeelden,
 
Gelokt door zon uit ros van heiravijn.
 
En 't bosch onthult zijn tooversprookjesweelden,
 
Waar week de damp, een opgerold gordijn.
 
 
[pagina 33]
[p. 33]
 
Als kelken blank van alabast en marmer,
 
Vergoedend bloemen, die verdwenen zijn,
 
De zwammen pralen - ook met kleuren warmer,
 
Van crocusgeel, oranje en karmozijn.
 
 
 
Het woud, getooid met koningschoone kleuren:
 
Hel koperrood, citroengeel, jade en goud,
 
Vermengt bedwelmendzoele stervensgeuren
 
Met mos-aroom en reuk van bramenhout.
 
 
 
De boomen weenen, éen voor éen, hun bladen,
 
Die vallen traag en fladdren vlinderzacht.
 
Een Oostersch vloerkleed dekt de rulle paden,
 
Waar 't ritslend kreunt om wreed vertreden pracht.
 
 
 
De wind bespeelt de smartbewogen boomen
 
En weemoedzucht tot ruischlied plechtig zwelt,
 
Of ernst van orgel met violendroomen
 
En klacht van hobo tot koraal versmelt.
 
 
 
Door 't gouden herfstwoud droomend wil ik dwalen,
 
Tot 'k zie, in purperzee van avondrood,
 
- Een heldeschip omvlagd van vlammen - dalen
 
De roode glorie van de zonneboot.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken