Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Natuurpoëzie (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Natuurpoëzie
Afbeelding van NatuurpoëzieToon afbeelding van titelpagina van Natuurpoëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.40 MB)

Scans (3.25 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Natuurpoëzie

(1930)–Hélène Swarth–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

Novemberweemoed

 
November dempt de blijde Octoberverven
 
Tot roestigbruin, dofgeel en donker brons.
 
De blaadren zijgen om in 't slijk te sterven.
 
Tot somber grauw verdicht het wolkendons.
 
 
 
De wingerd, die met mantel van scharlaken
 
De dorrepswoning koninklijk vermooit,
 
Moet, één voor één, zijn roode blaadren slaken,
 
Als bloedkoralen aan zijn voet gestrooid.
 
 
 
Schoon, hier en daar, smaragden blaadjes trillen
 
Of, natte rouwvlag, druipt nog zwartig groen,
 
De meeste boomen, bloot al, staan te rillen,
 
Het doodskleed wachtend van het sneeuwseizoen.
 
 
 
De lucht, eens blauw, toen blijde vogels floten,
 
Als in een sterfhuis huivert, kil en stil.
 
De grijze hemel lijkt voorgoed gesloten,
 
De ontluisterde aard verloor haar levenswil.
 
 
 
Komt zonneschijn door de ijle kruinen spelen,
 
't Is koude harde liefdelooze glans.
 
Soms komt wel veedlaar Wind een herfstlied veêlen
 
En zweept de blaadren òp ten doodendans.
 
 
[pagina 43]
[p. 43]
 
Dan zinken, moe, zij op dezelfde paden
 
Waar ze aan hun takken ruischten zomerzang.
 
Maar diep in d'akker sluimren zacht de zaden
 
En droomen vroom in onderaardsch gevang.
 
 
 
De regen ziepelt, weenend bleeke tranen,
 
Den horizon verhult een matte mist -
 
Waartoe nog zwerven door ontloofde lanen,
 
Waar moede weemoed troost en hoop vermist?
 
 
 
De lucht is droef van zwam- en bladergeuren
 
En mosaroom en roep van rave en kouw.
 
De tred wordt traag, het hart wordt zwaar van treuren -
 
Schuif liever aan den zetel bij de schouw.
 
 
 
Doch in den haard aanzie het spel der vlammen,
 
Uit beukeblokken rijzend rood en goud.
 
De ontbonden zielen zijn 't der fiere stammen,
 
Die velde en kloofde een bijl in 't najaarswoud.
 
 
 
O zie die vlammen goud en purper blaken
 
Als jonge zon in rozig morgenrood,
 
Belovend blij na winterslaap ontwaken,
 
Belovend leven na wat leek den dood.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken