Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe verzen (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuwe verzen
Afbeelding van Nieuwe verzenToon afbeelding van titelpagina van Nieuwe verzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

Scans (5.76 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe verzen

(1920)–Hélène Swarth–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 114]
[p. 114]

XL

 
De blaadren waaien, geel en ros en bruin,
 
Rondom het landhuis op den heuvelkruin.
 
De zon verzonk, de Octoberdag is dood.
 
Drie zustren turen naar het avondrood,
 
Omlijst van veil en wingerd, op 't balkon,
 
In malven naglans van de Octoberzon.
 
Als bleeke Nornen staan zij, hand in hand,
 
Naar d'einder turende en het heideland.
 
De éene is in 't zwart van doffen weduwrouw,
 
Een rijzige eedle zilvergrijze vrouw.
 
't Fluweelen kleed der tweede is donkergroen
 
Gelijk een den, in donker dor seizoen.
 
De derde neuriet treurend traag een wijs,
 
Gelijk een schim in wade nevelgrijs.
 
Geen woorden wisslen zij, wijl de éene weet
 
Van de andre zuster wel 't verzwegen leed.
 
En de avondwind lijkt orgelegeruisch.
 
De schemer daalt. De zustren trede' in huis.
 
De jongste, in schimmig kleed van neveldamp,
 
Ontsteekt de geel-omkapte schemerlamp.
 
Naar 't bleeke pad door de uitgebloeide hei
 
Schouwt nog de tweede. - Zie, vandaar kwam hij.
 
O zoo hij, zoo hij éens nog wederkwam,
 
Die vreugd beloofde, doch haar vrede nam!
 
De weduwvrouw tuurt nog met teedren blik
 
Naar 't kerkhof - ‘Dáar rust hij, o wanneer ik?’
 
Dan luiken venster, blinde en voorhang toe.
 
O lang is 't leven en haar hart is moe.
 
En huivrend werpt zij in den grijzen haard
 
Een boomblok - zomer bleef daar trouw bewaard -
 
En roode en gouden vlammen laaien uit.
 
En die in 't groen, de wreed verlaten bruid,
 
Leest weer dien ouden lang vergeelden brief -
 
Of hij vergete ook, háar bleef hij toch lief.
[pagina 115]
[p. 115]
 
Doch die in 't grauw zit bij de lamp terzij
 
En zucht: - ‘Mijn leven ging zoo leeg voorbij!
 
Mijn zustren lieven trouw een heugenis.
 
'k Heb geen verleên, dat droom van leven is.’
 
Het blank borduurwerk zijgt haar in den schoot. -
 
 
 
Drie zustren wachten op den tragen dood.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken