Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rouwviolen (1889)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rouwviolen
Afbeelding van RouwviolenToon afbeelding van titelpagina van Rouwviolen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

ebook (2.75 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rouwviolen

(1889)–Hélène Swarth–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

XXV.
Zijn Zonde.

 
Wie durft daar werpen den eersten steen
 
Op hem, die zondigde als meer dan een?
 
Wie durft daar verklaren: - ‘Die man is slecht!’
 
En de oogen niet neerslaan, terwijl hij 't zegt?
 
Het recht hem te werpen den eersten steen,
 
O vleklooze vromen! had ík alleen.
 
O deugdzamen! ík alleen had het recht
 
Te verkonden den volke: - ‘Die man is slecht!’
 
En niets van dat alles heb ik gedaan.
 
Ik ben zwijgend en eenzaam heengegaan,
 
Met mijn staf in de hand en de schouders gehuld
 
In een mantel van waardigheid en geduld.
 
En ik heb gezongen mijn droevig lied,
 
In de taal van mijn land, dat ik vroeg verliet,
 
Niet langer in zijn geliefde taal,
 
Die mij klonk als muziek van een nachtegaal.
 
 
 
Ik sprak tot mijzelve: - ‘Die man is slecht!
 
En zijn liefde was valsch en mijn liefde was echt.’
 
 
 
En nooit heeft zijn pad mijn pad gekruist,
 
Waar zwaarmoedig de wind door het loover ruischt,
[pagina 39]
[p. 39]
 
Waar ik vaak mij terneder legde en sliep,
 
Bij de waatren der wanhoop, donker en diep,
 
Waar, in hagel en storm of bij schroeiende zon,
 
Ik mijn eenzame reize weer begon.
 
 
 
Maar nu weerloos hij ligt in het donker huis,
 
Waar hij vogelzang hoort noch windgeruisen,
 
Onverschillig en stil, in zijn droomloozen slaap,
 
Nu kniel ik bij 't graf van mijn schoonen knaap.
 
En ik vraag niet waarom en ik vraag niet hoe
 
Hij mij zóó heeft gehaat, die hem zóó heb bemind,
 
Maar ik dek met mijn liefde zijn zonde toe,
 
Als een zwervende moeder haar slapend kind
 
Met haar mantel beschermt tegen wêer en wind.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken