Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gulliver's reizen (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gulliver's reizen
Afbeelding van Gulliver's reizenToon afbeelding van titelpagina van Gulliver's reizen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.36 MB)

Scans (20.93 MB)

ebook (8.20 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Vertaler

C.J. Kieviet



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Brits-Engels / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gulliver's reizen

(1907)–Jonathan Swift–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 110]
[p. 110]

Hoofdstuk II.
Gulliver beschrijft het zwevende eiland en zijn bewoners.

Gulliver werd door een der bewoners van het zwevende eiland uitgenoodigd hem te volgen, langs een steenen trap, naar den top van het zwevende eiland, waar het koninklijk paleis zich bevond.

Vóór het paleis stond geen wachtpost; men zag trouwens nergens soldaten. Ongehinderd kon Gulliver het paleis binnentreden, dat inwendig prachtig versierd was. Maar zijn geleider bracht hem rechtstreeks naar de groote audientiezaal, waar de koning van het eiland op een gouden troon zat, omgeven door zijn hoogste staatsambtenaren.

Vlak voor den gouden troon stond een groote tafel, bedekt met aard- en hemelglobes, sextanten en andere wiskundige instrumenten. De koning bestudeerde een groote kaart en scheen bezig met het oplossen van natuurwetenschappelijke vraagstukken, of liet zich eenige pas uitgevonden toestellen verklaren. Een oude, witharige geleerde hield klaarblijkelijk een voordracht; en eerst toen deze geëindigd was, wendde de koning zich tot Gulliver's geleider en sprak eenige woorden met hem. De man scheen den koning mede te deelen, hoe Gulliver op het zwevende eiland gekomen was, en dat hij de landstaal niet verstond; en na een kort gesprek tusschen den koning en Gulliver's geleider werd Gulliver op last des konings naar een kamer in het paleis gebracht, en door twee dienaren, die hem bewaakten, van alles wat hij noodig had voorzien.

Voor een raam van het vertrek staande, had Gulliver gelegenheid het zwevende eiland te overzien. Het meest scheen hij geboeid door de prachtige terrasvormig aangelegde koninklijke tuinen. Iedere zijde van dit heerlijk aangelegde park zal ongeveer vierhonderd voet lang geweest zijn. De geheele tuin lag tegen de helling van een berg, en bestond uit verschillende terrassen,

[pagina 111]
[p. 111]

zooals men die bij oude Grieksche of Romeinsche schouwburgen ziet. Onder die terrassen waren hallen aangebracht, wier plafondgewelven de daarboven liggende gedeelten van den tuin droegen. Elk volgend terras was iets hooger dan het voorgaande, de laatste hal zal zoowat vijftig voet van den grond geweest zijn. En daarop rustte het bovenste gedeelte van de koninklijke tuinen. Het geheel was kunstig aangelegd onder de regeering van een der voorvaders van den koning, die zelf de plannen voor het wonderwerk ontworpen had.

In zijn bewondering voor deze prachtig aangelegde tuinen werd Gulliver gestoord door de komst der bedienden, die zijn middagmaal opdroegen. Het was zeer goed, ruim en met smaak toebereid, zoodat Gulliver, die in de laatste dagen alleen van vogeleieren en scheepsbeschuit had geleefd, het zich best liet smaken.

Het maal werd gebruikt in tegenwoordigheid van twee waardige personen, klaarblijkelijk hofambtenaren, voor wie eveneens gedekt was; zij schenen door den koning aangewezen te zijn om Gulliver gezelschap te houden. Door teekens poogden zij zich aan Gulliver verstaanbaar te maken, en Gulliver bracht het spoedig zoo ver, dat hij de namen der verschillende gerechten in de landstaal kon zeggen, evenals de namen van brood en verschillende dranken, zoodat hij in staat was te zeggen, wat hij verlangde.

Na den maaltijd gingen de beide heeren heen; doch spoedig kwam een ander bij Gulliver, met inkt, papier en pennen; door teekens maakte hij Gulliver duidelijk, dat de koning hem gezonden had, om den gast in de kennis der landstaal onderricht te geven. Drie uren lang bleef deze taalmeester bij hem, en Gulliver leerde in dien tijd zeer veel. Want de man ging zeer practisch te werk, ongeveer op deze manier: hij gaf een der aanwezige bedienden last het eene of andere voorwerp te brengen, noemde den naam er van, schreef dien tegelijk op en verzocht Gulliver de Engelsche vertaling er achter te plaatsen.

[pagina 112]
[p. 112]

Op zijn kleeding wees hij de figuren aan, die zon, maan en sterren voorstelden, en noemde ook van die hemellichamen de namen, die hij in het Engelsch liet vertalen. Zoo leerde Gulliver in korten tijd alle in de kamer aanwezige voorwerpen in de landstaal noemen en de namen opschrijven.

Toen de les drie uren geduurd had, ging de leeraar heen, en Gulliver deed nu zijn uiterste best om de geleerde woorden door ze telkens te herhalen, vast in zijn geheugen te krijgen.

Op die wijze kreeg Gulliver binnen enkele dagen een niet onbelangrijke kennis van de landstaal van het zwevende eiland.

Van zijn taalmeester vernam hij, dat het eiland 'Lapoeta' heette, wat in de landstaal ongeveer zooveel beteekent als 'zwevend eiland'.

Zoo ging de eerste week na zijn verblijf kalm en in rustigen arbeid voorbij. Toen hij aan het einde der week weer bij den koning ontboden werd, verstond hij reeds veel van hetgeen de koning zeide, en kon hij Z.M., al was het ook onvolmaakt, over een en ander dat hem gevraagd werd, inlichten.

De koning had bevel gegeven, dat het eiland in oost-noordoostelijke richting bewogen zou worden, daar hij zich naar de hoofdstad van zijn rijk wilde begeven, die beneden op het vasteland der aarde gelegen was en Lagado, de 'schitterende' genoemd werd. Na een vaart van ongeveer negen uren was het eiland, zonder dat Gulliver van de beweging ook maar iets had bespeurd, boven een tamelijk groote, mooi aangelegde stad aangekomen, die de taalmeester hem aanwees als Lagado, de hoofdstad van het geheele rijk. De koning, die hier verschillende belangrijke regeeringszaken te verrichten had, besloot dat het eiland hier eenigen tijd zou blijven liggen, en Gulliver, die tot dusver niet uit het paleis had durven komen, uit vrees dat hij door een windvlaag van het eiland afgerukt en in zee geworpen zou worden, verzocht vergunning, nu de merkwaardigheden van het zwevende eiland te mogen bekijken. De koning gaf gaarne de gevraagde toestemming en beval den taalmeester Gulliver

[pagina 113]
[p. 113]

op zijn wandelingen te vergezellen en hem alles uit te leggen en te verklaren.

Gulliver brandde van nieuwsgierigheid te ervaren, door welke kunstmatige of natuurlijke oorzaken het eiland in die zwevende beweging gebracht werd. Maar voordat zijn geleider hem in dat geheim inwijdde, liet hij hem eerst het geheele eiland en zijn aanleg bekijken.

Het eiland was van volmaakt ronden vorm en had een oppervlakte van ongeveer tienduizend morgen. Van onderen gezien was de bodem volkomen vlak, en samengesteld uit aan elkaar gegroeide diamanten, die wel een honderd meter dik op elkaar gestapeld waren. Boven op die harde oppervlakte lagen verschillende minerale lagen, graniet en gneis, en daarop volgde een laag zandsteen, waarop de aarde lag. De minerale lagen helden naar het midden van het eiland af, wat tengevolge had dat alle vloeistoffen, regen en dauw, in kleine stroomen naar het midden van het eiland liepen en daar een groot, vriendelijk aangelegd meer vormden. Door de verdamping, onder den invloed van het zonlicht, werd dit meer voortdurend op dezelfde hoogte gehouden; en daar het eiland naar willekeur boven de nevels en wolken kon worden opgeheven, kon men ook de vallende regenmassa doen toenemen of verminderen, zooals men dat verlangde.

Ongeveer in het midden van het eiland was een reusachtige rotskloof, waardoor de astronomen van het eiland konden afstijgen in een groot onderaardsch gewelf, dat 'de Astronomen-grot' werd genoemd, en dat ongeveer 50 meter boven de oppervlakte der diamantenlaag gelegen was.

In dit gebouw, dat geheel uit marmer was opgetrokken, daalde Gulliver nu met zijn begeleider af. Hier waren drie groote, in elkaar loopende zalen, dag en nacht door twintig prachtige gouden lampen verlicht, die door de weerkaatsing der diamanten van den vloer naar alle zijden een tooverachtig licht verspreidden.

De grootste zaal stond vol tafels, waarop hemel- en wereld-

[pagina 114]
[p. 114]
kaarten uitgespreid lagen, en sextanten, teleskopen en andere astronomische instrumenten in groot aantal waren geplaatst. Doch de grootste merkwaardigheid van die zaal was een magneet of zeilsteen van ongelooflijken omvang, die den vorm had van een scheepsromp; van de aanwezigheid en de gaafheid van dien steen

illustratie

was het lot van het zwevende eiland volkomen en uitsluitend afhankelijk, zooals Gulliver door zijn begeleider werd verklaard.

De zaak stond namelijk zoo:

De reuzenmagneet, die ongeveer drie meter lang was, had aan zijn dikste einde een middellijn van anderhalven meter. Door een sterke, diamanten as in zijn zwaartepunt bevestigd, werd hij zoo zuiver in evenwicht gehouden, dat de hand van een klein kind hem naar welgevallen heen of weer bewegen kon.

[pagina 115]
[p. 115]

De magneet hing in een ruimte, die door diamanten omgeven was; hierin was een sponning aangebracht, waarin de magneet naar willekeur kon worden bewogen.

Daar het diamanten gewelf en de diamanten as, waarom de magneet draaide, vast met elkander verbonden waren, en dit alles weder in nauwen samenhang stond met de diamanten, waaruit de bodem van het eiland bestond, kon geen menschelijke macht den magneet van zijn plaats krijgen, zonder het diamanten gewelf eerst te doen springen.

Het was deze reuzenmagneet, waardoor het zwevende eiland naar welgevallen kon worden voortbewogen, en die het kon doen stijgen of dalen. De magneet had namelijk twee polen, waarvan de eene de aarde aantrok, de andere haar afstootte, evenals de beide polen eener electrische machine.

Werd nu de magneet door een der astronomen, die met de zorg er voor belast waren, op bevel des konings in den stand gebracht, dat de pool die de aarde aantrok naar beneden was gericht, dan daalde het zwevende eiland door die aantrekking langzaam en bijna onmerkbaar naar de aarde.

Werd daarentegen de andere pool van den magneet, die de afstootende werking uitoefende, naar de aarde gekeerd, dan steeg het eiland als een luchtballon in de wolken.

Plaatste men den magneet in een stand evenwijdig met de aarde, dan bleef het eiland op de hoogte waar het zich bevond, rustig zweven, daar de kracht, die het naar de aarde zou trekken, even groot was als die, welke het van de aarde wilde verwijderen, zoodat de beide krachten elkander ophieven.

Had eindelijk de magneet een schuine richting, dan bewoog het zwevende eiland zich naar het punt der aarde, dat in de richting van de aantrekkende pool lag. Door den magneet in een schuine richting te plaatsen, kon men het eiland, nadat het opgestegen was, naar ieder willekeurig punt van de aarde doen bewegen.

De magneet stond onder de persoonlijke leiding van eenige

[pagina 116]
[p. 116]

zeer bekwame astronomen, die het eiland op bevel des Konings de richting gaven, die deze wenschte te volgen.

Men kan zich de verbazing van Gulliver voorstellen, toen hij deze merkwaardige inrichting werken, en door menschenhanden in beweging gebracht zag.

Opdat het eiland steeds onder toezicht blijven zou, was in een Staatswet bepaald, dat noch de koning, noch zijn beide oudste zonen het ooit zouden mogen verlaten. Ook moesten steeds vijf-en-twintig bekwame astronomen en natuuronderzoekers op het eiland aanwezig zijn.

En bovendien was het geheele zwevende eiland tot een onvervreemdbaar domein der kroon verklaard.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken