Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Deugden-boekje (1813)

Informatie terzijde

Titelpagina van Deugden-boekje
Afbeelding van Deugden-boekjeToon afbeelding van titelpagina van Deugden-boekje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.74 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Deugden-boekje

(1813)–J.H. Swildens–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

Het nadenkend meisje.

 
'K heb daar zoo waar iets moois gelezen,
 
En kan er waarlijk blijde om wezen;
 
'K versta het toch van woord tot woord,
 
En vat nu duidlijk wat behoort.
 
'K moet vreedzaam met de menschen leven,
 
Dat staat er letterlijk geschreven.
 
Ik mag niets doen dat iemand schaadt.
 
Dien ik beledig doe ik kwaad.
 
'K mag niemand lastren: dat 's te zeggen,
 
Geene ondeugd hem te laste leggen
 
Die hij niet heeft: ik doe hem leed,
 
Zoo 'k zeg dat hij een misdaad deed,
 
Die hij toch nimmer heeft bedreven.
 
'K moet ieder eerlijk 't zijne geven,
 
'K meen dat hij van mij vordren kan;
 
En van zijn goed of geld, daarvan
 
Mag 'k hem geen sikkepitje ontrooven;
 
Nu, dat zal elk met mij gelooven.
 
Zoo 'k iemand iets heb toegelegd
 
Dat moet ik geven; toegezegd
 
Het doen: dat 's 't geen er staat geschreven:
 
En trouw en waarheid aan te kleven.
 
Zie daar, 'k versta 't van woord tot woord,
 
En vat dus duidlijk wat behoort;
 
Wat ik moet doen; want tot die dingen
 
Kan men mij door den regter dwingen;
[pagina 41]
[p. 41]
 
Maar tot vele andre dingen niet,
 
Schoon 't gene ik las die ook gebiedt;
 
Want dat zijn dingen die bekoren.
 
'K mag de arme liên niet vragen hooren
 
En hun niets geven, schoon men mij
 
Daar toe niet dwingen kan, wie 't zij.
 
'K moet onderrigten die 'k zie dwalen;
 
Mijn levenswijze zoo bepalen
 
Dat elk zich daardoor zie gesticht,
 
Zijn leven naar het mijne rigt'.
 
Dat all' bekoort; moet dus geschieden,
 
Ofschoon geen mensch het kan gebieden.
 
Al liete ik de armen hulploos staan,
 
En liet' dien 'k dwalen zag maar gaan,
 
'K deed slecht, en elk zou mij verachten;
 
Maar straf hadd' 'k echter niet te wachten;
 
'K bekoorde niet, en dat waar 't all';
 
Ja maar dat's toch niet het geval
 
Bij God; daar zoude ik schuldig wezen;
 
Ja ja, dat heb ik ook gelezen;
 
Want of 't behoort en of 't bekoort,
 
'T zijn al geboden in Gods woord.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken