Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Castel Pelesch (ca. 1890-1900 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Castel Pelesch
Afbeelding van Castel PeleschToon afbeelding van titelpagina van Castel Pelesch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

Scans (48.52 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Vertaler

Cornélie Huygens



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Castel Pelesch

(ca. 1890-1900 )–Carmen Sylva–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

De Pelesch.

Uit den eeuwenouden Bucegi, die reeds zooveel gezien heeft, dat hij zich over niets meer verwonderen kan, springt een heldere klaterende bergstroom te voorschijn, een stroom zoo woest en onstuimig, als wilde hij in zijn overmoed de geheele wereld omvatten. Het is een heerlijke verschijning, die Pelesch, met zijn dartele lokken en diepe blauwe oogen; uit den machtigen schoot van een bergreus geboren, is hij vol kracht en levenslust. Men zegt dat hij in een oneindig groot, onderaardsch meer thuis behoort waar de Nixen verblijf houden; en wanneer men een langen tijd bij den Pelesch zit, zóó lang tot men de geheele wereld vergeet, kan men de Nixen zeer duidelijk hooren zingen. Niet zelden komt een dier kleine waternimfen op een groot, breed boomblad den Pelesch afzakken over den waterval heen en staart met lachende oogen in de wereld rond. De Nixen zijn echter alleen zichtbaar voor hen, die onder het luiden der klokken geboren zijn en nog nooit een booze gedachte hebben gekoes-

[pagina 2]
[p. 2]

terd. Met hare zachte vingeren streelen zij den Pelesch en spreken al fluisterend met hem over zijn tehuis, diep in den schoot der aarde, en dan houdt hij haar kleine spiegels voor, waarin zij haar blozende gezichtjes kunnen aanschouwen. Dat is dan een zoo zoet verwonderlijk gefluister, alsof er een liefkoozend koeltje langs het loover strijkt. De Pelesch kent ook geen vermoeienis, zoo groot is zijn kracht, zoo genotvol is zijn dartelen in het vrije.

In altijd weelderigen overvloed stuwt hij zijn schuimende golven voort, zonder te vragen hoeveel hij schenkt. Hij weet immers, dat daar in de diepte het groote meer nimmer uitgeput geraakt zoo lang de Bucegi zijn trotsche toppen tot den hemel verheft en de zee nog niet over de Karpathen stroomt.

Hij kan volstrekt niet rekenen, de Pelesch, en zegt nooit: ‘Ik wil niet te veel weggeven, misschien word ik arm!’ O neen, vrijgevig en gul als geen ander stroomt hij met ruischende snelheid verder, om menschen en dieren en planten lafenis en verkwikking te brengen.

Wel ergert hij zich soms, wanneer de lente niet komen wil, of de herfst te vroeg afscheid neemt; dan wordt hij geel van boosheid en zwelt hij zoo op, dat hij alles vernielt en verwoest wat binnen zijn bereik is. En dan lacht de storm hem uit en geeselt hem voor zijn straf, of werpt hem groote boomen in den weg, waaraan hij zich moe kan slepen, de ongeduldige, slecht geluimde krullekop. Maar het is toch ook niet te verwonderen, dat hij boos wordt wanneer de winter te vroeg komt.

[pagina 3]
[p. 3]

Hij vindt het onuitstaanbaar, dat de boomen hem hun bladen toewerpen en hij die doode dingen verder moet dragen, waarmede hij den geheelen zomer geschertst heeft; en die ijswand, die hem den weg verspert en hem tot zwijgen tracht te brengen, bevalt hem ook volstrekt niet. Hij heeft namelijk één groot gebrek: hij moet altijd en altijd babbelen, met de bloemen en de boomen en de vogelen en den wind, ja zelfs met het mos op zijn steenen, en eindelijk, wanneer niemand meer naar hem luistert, met zichzelven. Maar welk mensch zou altijd met zichzelven willen praten? De knapste van allen zou zich weldra nog vervelender gaan vinden dan zijn beste vriend hem ooit gevonden heeft, hoeveel geduld die ook heeft moeten oefenen.

En de Pelesch is erg in zijn schik wanneer men zich over zijn geschiedenissen verwondert; hij ontziet zich ook niet om geheimen, welke hem zijn toevertrouwd, te verklappen, hoe vaak de bergen ook daarover hun ergernis te kennen geven en hem zelfs voor een ‘oud wijf’ uitschelden. Dan schudt hij slechts zijn krullende lokken en werpt hij het woud een schelmschen blik toe als wilde hij zeggen: ‘Niet waar, gij vindt het wat prettig naar mij te luisteren?’

 

Vele, vele uren heb ik bij hem gezeten en zijn gebabbel aangehoord, en menigmaal was het mij als zag ik de vingertoppen eener Nixe of haar rozeroode voetjes of haar gouden lokken; en een wonderzoet gezang en gefluister heb ik soms gehoord. Dat wil ik nu alles oververtellen.

[pagina 4]
[p. 4]

Want wat de Pelesch zegt, is geen geheim, omdat hij met zoovelen praat, met de varens en het mos, met vergeet-mij-nietjes, beuken en dennen; en wie van zijn verhalen nog niet afweten, hooren ze toch van den wind, die de bladeren zoolang beweegt tot deze alles verteld hebben en de vogels ze naar nieuwe landen en zeeën kunnen overdragen, steeds verder en verder tot waar de stormen ophouden omdat er geen luchtlagen meer zijn. Daar ik echter geen vleugels heb, kan ik zijn geschiedenissen niet ver weg dragen, maar wil ik ze u, kinderen, vertellen, opdat de lust u bekruipe den Pelesch een bezoek te brengen.

Misschien vertelt hij u nog veel meer dan mij; en aan hen, die nog nooit een slechte gedachte hebben gekoesterd, zullen stellig en zeker de Nixen zich vertoonen.

Thans zult gij hooren van alles wat nooit geweest is.... en toch, zoo het niet gebeurd ware, zou de Pelesch het niet vertellen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken