Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria (1628)

Informatie terzijde

Titelpagina van Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria
Afbeelding van Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende MariaToon afbeelding van titelpagina van Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (30.08 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria

(1628)–Augustinus van Teylingen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Een Ghebedt door den H. Thomas Aquinas gemaeckt,

om zyn selven gantschelijck aen Godt op te draghen ende gratie daer toe te verkrijghen.

Ick bidde u (o almoghende ende bermhertighe Heere) verleent my, dat u behaeghelijck is, vierichijck te begeeren, wijselijck te ondersoecken, waerachtelijck te beminnen, volkomelijck te volbrenghen, tot lof ende glorie van uwen H. Naem. Ordineerdt mijnen staedt, ende al wat ghy begeert dat ick doe: Geeft my gratie dat ick het kan doen, soo’t behoort, ende mijne ziele salich is. Mijnen Heere ende Godt, geeft my dat ick tusschen den voorspoedt ende teghenspoet deser wereldt, niet achterwaerts en gae: dat ick my in voorspoedt niet en verheffe, ende in teghenspoedt niet en verflauwe. Dat ick my nerghens in en verbly

[pagina 49]
[p. 49]

de, dan in ’t ghene dat my leyt tot u, noch en bedroeve, dan in’t ghene dat my vervremt van u. Dat ick niemandt en soecke te behagen, noch en vreese te mishaghen dan u. Heere maeckt dat my vernoeyen alle verganckelijcke dingen, ende dat my in weerde zy, al dat u aengaet, om u, ende ghy boven al: verdrietich moet my wesen alle blijdschap sonder u, ende niet en moet ick begeeren buyten u. Heere maeckt my behaghelijck allen arbeyt voor u, verdrietich alle ruste sonder u. Helpt my, dat ick dickmael mijn herte opheffe tot u, ende als ick verslappe, wilt my tot beteringhe vernieuwen. Maeckt dat ick onderdanich zy sonder tegen segghen, arm sonder ghebreckelijckheyt, suyver sonder besmettinge, verduldich sonder murmuratie, ootmoedich sonder geveynstheyt, blijde sonder lichtveerdicheydt, droevich sonder kleynmoedicheyt, rijp sonder

[pagina 50]
[p. 50]

swaermoedicheydt, haestich sonder lichtveerdicheydt, bevreest sonder wanhopicheyt, waerachtich sonder dobbelheydt, goet doende sonder vermetentheydt, mijnen naesten te vermanen sonder op-geblasentheyt, ende te stichten met woorden ende wercken sonder geveynstheyt: Gheeft my, o Heere mijnen Godt, een wakende herte, dat van u niet gescheyden en worde door kurieusheyt, noch afgetrocken en worde door onbehoorlijcke passien. Gheeft my een recht herte, dat niet nederwaerts gekromt en worde, door eenighe ongherechtighe meyninge. Gheeft my een onverwonen herte, dat niet af en wijcke door eenige tribulatie. Geeft my een vry herte, dat niet bedwongen en worde door eenige vervaertheydt. Geeft my, o mijnen Heere ende Godt, een verstandt dat u kenne, neersticheydt die u soecke, wijsheydt die u vinde. Gheeft een leven dat u

[pagina 51]
[p. 51]

behaghelijck zy, geeft volherdicheyt die u met betrouwen verwachte, ende een betrouwen, dat u ten laetsten omhelse. Gheeft my dat ick met u in pijne ghecruyst worde door penitentie, ende dat ick in dit leven, door uwe gratie, alle uwe wel-daden zaelichlijck ghebruycke, ende hier naemaels uwe blijschap met wellusten aenschouwen, in de glorie des eeuwighen levens, Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken