Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs) (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)
Afbeelding van Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)Toon afbeelding van titelpagina van Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.35 MB)

Scans (11.54 MB)

ebook (4.80 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)

(1955)–C. Thewissen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

Kribbekes kijken

Op Kerstdag zou je in de straten van onze stad het volgende gesprek kunnen afluisteren: ‘En? Heet heer ze gehaold?’

‘Venach neet, toen sloog 'r mer liever nao oondere! Mè um tien oor manjefiek!’

Om dit te begrijpen moet je weten dat het dan gaat over de hoge C of de Do-boven die in de solopartij van de Gloria in een of andere Missa Solemnis door Nikkela moest ‘gehaald’ worden, want de kerkelijke zangkoren, en nog meer hun uitblinkende stemmen hadden aan ons begeesterde supporters, die hun aanhankelijkheid aan Pie, de prachtige bas van Deo Gloria of aan de ‘tenor légère’ uit Onze Lieve Vrouwe op dezelfde wijze uitten als andere knapen hun bewondering voor de links-buiten of keeper van een voetbalelftal. Zo had het Kerstfeest twee facetten. Het éne hoorde bij thuis en onze prilste jeugd als Ma met een der kinderen op schoot het aandoenlijke liedje zong van:

 
Keersnach is 't Kinneke gebore
 
En 't kreet zieg greun en blow
 
En 't had zie kepke verlore
 
En 't kreet zieg greun en blow
 
Keers, keers, keerskinneke,
 
Hou op en schrei niet meer
 
Want 't is voor Onze Lieve Heer
 
Kom morgen avond weer.

De kräölkes van de kerk kwamen dan langs de huizen zingen, de oude vertrouwde kerstliedjes van alle jaar, en Pa had er dan plezier in om zo'n uitblinkertje, zo'n batteraafke met de stem van een

[pagina 34]
[p. 34]

enger thuis te laten komen, waar de knaap voor een handvol sigaretten de mooiste liederen zong, zodat Ma en Tina er de tranen van in de ogen kregen. Iets ouder geworden wisten we altijd nauwkeurig welke missen uitgevoerd werden in de verschillende kerken en zochten ons dan een kerstprogramma bij elkander, zodat we de Gloria in Sintervaas en de Credo in Onze Lieve Vrouw hoorden, en toch ook nog op tijd waren voor het slotaccoord door de solisten in Sint Joezep gegeven, waar na de Hoogmis de beste zangers - maar ook wel eens de minder goeden - zich lieten horen. Dit was de Kerstmis van het oksaal! Het was geen Kerstmis geweest wanneer we niet ergens het herdersduet van ‘Coridon’ gehoord hadden en Herman met ‘Minuit Chrétien’. Dit deden we natuurlijk in de ochtend, want 's nachts waren we al in de nachtmis geweest, telkens teleurgesteld dat het niet gesneeuwd had, en telkens ontroerd door de Grote Klok van Sintervaas. Ja, die klok! Ammeke, onze Bonmama, kon ze nooit horen of ze begon te huilen...... en ik weet dat het zo met meer mensen gesteld is, zeker als ze door de Kerst-nacht luidt. Maar bij de latere Missen zakte die nachtelijke kerststemming wel eens, en - als de zangers in hun repetitielokaal of op de pastorie hun koffie met leverworst gehad hadden, werd de kerststemming luchtiger en lustiger, en na het lof in Sint Joezep, waar het oksaal zo gezellig binnen het gezicht der kerkgangers ligt, bereikte deze stemming wel eens het hoogtepunt, en zaten we ons te verkneukelen aan deze devote zangerslust. De solisten verdrongen zich dan met hun muzieknummer om het orgeltje en we hebben de organist tegen de queu makende baritons en tenoren eens tot beneden horen zeggen: ‘Ich kin gein twie partiture tegeliek opzètte!’ Een

[pagina 35]
[p. 35]

beetje waarheid mag wel schuilen in de oude zegswijze:

 
‘De mèssendeenders en de kraole
 
‘Zien de groetste sjandaole!’

Het Kerstfeest der kinderen vond zijn voortzetting gedurende het oktaaf in het kribbekes kijken. In die vacantieweek was men thuis blij ons een poosje kwijt te zijn, en dan werden we er op uit gestuurd om kribbekes te kijken. We trokken alle kerken van de stad af, drongen in grote trossen de kerken binnen en klauterden over stoelen en banken om zo dicht mogelijk bij het kribbetje te kunnen komen. Misschien was de bedoeling van dit vrome vacantiebedrijf onze kritische smaak te ontwikkelen, want wij trokken natuurlijk vergelijkingen tussen de kribben der kerken. Bij de bruine paters was men altijd royaal met rotspapier en dennengroen. De Jezuiëten hebben een kribbe gehad met een vergezicht op Bethlehem onder een blauwe hemel. In de Lieve Vrouwekerk was géén kribbetje. De toenmalige pastoor voelde daar blijkbaar niet veel voor, want ik heb vaak horen zeggen, dat er toch beelden waren. Een der kapelaans heeft later de kribbe weer hersteld en bouwde ze in de oude diepe krocht onder de toren, die zo donker en stalachtig is, dat er in ieder geval geen stal voor hoefde gebouwd te worden. Een der hoofdattracties was hier een engel die met zijn hoofd knikte als je een cent in de offerblok stopte, en de kunst was hem zónder cent toch te laten knikken. Hij deed dit met engelengeduld. Het kribbetje van Sintervaas was het merkwaardigste. Daar lag een kindje dat groter was dan de er naast knielende Sint Jozef en Onze Lieve Vrouw samen. Het was helemaal ingebakerd en het hield in zijn handje een verguld houten kruisje. Het moet wel heel primi-

[pagina 36]
[p. 36]

tief geweest zijn en is nu vervangen door een waar kunstwerk van Charles Vos, en toch had dat ouderwetse kribbetje voor ons kinderen een zeldzame bekoring, want het is het enige, waarvan ik me zelfs de gezichten nog herinner.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken