Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een bonte bundel (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een bonte bundel
Afbeelding van Een bonte bundelToon afbeelding van titelpagina van Een bonte bundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

Scans (13.94 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een bonte bundel

(1935)–Theo Thijssen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Tafelend...

Het diner. De voorzitter, Kupper, die ons in drie talen begroette, had het al aangekondigd: de Zwitsers doen niet aan deftigheid en koue drukte; wat ons gepresenteerd werd, was eenvoudig en degelijk, maar van harte en gul aangeboden. Er is niet meer dan het allerhoogstnodige gespeecht, en verder hebben we echt gemoedelijk en gezellig zitten eten en drinken. Bij wijze van tafelmuziek genoten we van de ‘Chants populaires par un groupe de chanteurs tessinois.’

Alleraardigste volksliederen in het Italiaans, door een groepje natuurzangers, zo in hun landelijke kledij uit hun huizen en uit hun boomgaarden weggelopen, om zonder pretentie ons die eeuwenoude, uit Lombardije afkomstige liedjes te laten horen.

Ik smolt weg in waardering. Dàt was toch wel aardig, hoe zulke geestige pittige dingen in het volk waren blijven voortleven, van vader op zoon, van moeder op dochter waren overgegaan, met de traditionele, zangerige volksmelodieën.... En nou waren er gewoonweg zomaar wat mensen uit het volk hier bij elkaar gekomen om voor ons te zingen, wat ze anders altijd voor zichzelf zongen, onder 't werk, of 's avonds aan de haard.

Maar helaas, mijn tafelbuurman, een collega uit Bellinzona, directeur van de plaatselijke zangvereniging, deelde me mee, dat de zangers een clubje leden van de vereniging was; de dames in die aardige volks-dracht waren.... onderwijzeressen. En die liederen - die zong het volk nooit meer, die waren al lang en lang dood. Die zijn later weer ontdekt, teruggevonden; en nu wil men ze weer publiek eigendom maken, en zo zijn het geschikte programma-nummertjes voor zangverenigingen. Of het ooit weer werkelijke volksliederen zullen worden, hij twijfelde kalmpjes.

Evengoed, het was suksesvolle tafelmuziek, en ik heb helemaal in m'n eentje extra zitten te genieten van de gezichten mijner kameraden congresgangers, die ik zo duidelijk zag be-

[pagina 110]
[p. 110]

grijpen, hoe ze hier te doen hadden met nog 'n stukje echte natuurlijke eenvoudige volkskunst....

Aan m'n andere kant zat een zeer zwijgzame dame; ik vroeg haar, of ze Duits sprak. Neen, schudde ze. Frans? Ze keek als een dove. Engels? Ze keek nóg dover. Tja, zei ik toen maar in 't Hollands, dan zal er niet veel van de conversatie terechtkomen hè? Nei, sprak ze met een accent dat ik niet thuis wist te brengen, maar toch met iets als begrijpen in haar ogen. Ik glimlachte aanmoedigend, maar ze zweeg. 'k Verzocht m'n kollega aan de andere kant, haar eens in 't Italiaans toe te spreken. Wat-ie deed. Ze schurkte van plezier over zoveel onnozelheid, en sprak: ‘Ouk nigt’, en greep haar lepel met een gebaar alsof ze zeggen wilde: ‘En kan ik nou weer rustig verder eten?’ En ze at verder.

Daar zit je dan met een internationaal mysterie naast je. Het heeft een donker hoedje op, een helm-achtig hoedje, ver over haar voorhoofd getrokken, en een donkere japon aan, die misschien wel een mantel is. Het heeft iets zieligs over zich, het mysterie, maar het eet smakelijk en veel. Ik besluit tot een laatste poging. ‘Kollega?’ vraag ik. Ze legt dadelijk haar lepel gehoorzaam neer, en lacht me duidelijk uit: ‘Nei. Nigt kolleeg.’ Ik begin het verdacht te vinden.... geen kollega, wat duvel heeft ze dan hier te maken? En iets in Genève is ze niet, want dan zou ze me wel in drie talen tegelijk geantwoord hebben! En zij blijkt te beseffen, dat ze nu toch rekenschap van haar tegenwoordigheid moet geven, na die bekentenis. ‘Iek verstee Deutsch, sehr weniek,’ zegt ze, alsof ze wel zeggen: vraag me maar uit in het Duits. En waarlijk, nu lukt het. Ik vraag, zij antwoordt. Lerrersfrau is ze. Krank gewesen. Woont in Locarno. Voor gezondheid. Bijna beter. Haar man ergens in Servië onderwijzer. Nee, niet hier op congres. Vier anderen. Zitten dáár, en zij wijst naar onze afdeling Joego-Slaviërs, die verderop zitten, allemaal met hun vrouw bij zich. Donkere helmhoedjes, mantelachtige japonnen. - Maar haar man had geschreven: ga naar 't congres. En voor haar ook een kaart gekocht.’

[pagina 111]
[p. 111]

Nou, toen hebben we zo nog allerlei brokken telegrafisch onderhoud tot stand gebracht. Een goedig mensje, maar zonder enig begrip van 't congres, en door de tafel-arrangeur wredelijk van d'r landgenoten gescheiden en neergepoot in onze nabijheid, waar 't anders àl te dame-loos zou zijn gebleven. 'k Heb haar later telkens weer in de verte gezien, ook vroom en aandachtig op de toehoordersstoelen in 't congres. Maar op de verdere diners is ze d'r in geslaagd om bij de vier andere Servische dames te blijven, en toen heb ik begrepen, dat het mensje in de ballingschap van haar gezondheidskuur een paar dagen een stukje vaderland bij zich heeft gehad. Overigens scheen het me een heel aardige prestatie van zo'n Servische kollega, om z'n vrouw tot herstel van gezondheid naar Locarno te kunnen sturen - vooral na haar telegrafische mededeling: ‘Lerrer bei uns arm, sehr arm.’

‘Lehrer bei uns auch,’ heb ik dadelijk gezegd toen. En zij, waarlijk een ogenblik monumentaal van internationaal inzicht:

‘Lerrer überall sehr arm.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken