Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het grijze kind (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het grijze kind
Afbeelding van Het grijze kindToon afbeelding van titelpagina van Het grijze kind

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (11.95 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het grijze kind

(1927)–Theo Thijssen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 243]
[p. 243]

XXI.

Nou, m'n verhaal van 't Grijze kind is af, hè. Want wat er nu zou volgen, wanneer ik verder ging, zou worden een verslag van de historie mijner onenigheden met m'n medemensen in 't algemeen - historie die me ten slotte hier in deze zo voortreffelijke inrichting bracht. En ik weet precies, waarvoor men dat zou aanzien, dat verslag: voor een poging om te bewijzen, dat ik hier ten onrechte zit. Voor het zoveelste betoog van een gek, die zich onrechtvaardig behandeld acht. Maar dat zou in strijd zijn met de waarheid: ik vind het volkomen in orde dat het zo gelopen is, en ik zou wel wèrkelijk stapelgek moeten wezen, als ik er anders over dacht: ik zie immers in, dat het niet gaat tussen iemand die zoveel weet als ik, en al die anderen, die blinden? En zou iemand dan denken, dat ik lust had afzondering van al de anderen te bepleiten? Stel u voor, dat ik in alle ernst papa, en mama, en Nel met d'r Chris, en de kennissen, en de geachte specialist die ten slotte door papa geraadpleegd is, en enfin, de hele verdere bende hier wou brengen!

Nee, het is zó het eenvoudigst en het meest prakties. Bovendien, het zou niet netjes van me zijn, al die goeie mensen aan te vallen met mijn lezing van de geschillen der laatste jaren: ik heb me volkomen akkoord verklaard met de gevonden oplossing. Als ik zelf niet gewild had, dan zat ik hier niet eens. Er is geen sprake geweest van geweld, alles is in goeie harmonie gegaan hoor. En als ik weg wil, nou dan ga ik immers nog!

Maar ik wil niet weg. Ik zou d'r lekker voor bedanken, nog eens weer te beginnen aan al die levens-flauwekul; ik kan d'r van rillen.

[pagina 244]
[p. 244]

Dat ik vandaag weer aan het tikken ben gegaan, ofschoon mijn verhaal al af was, komt doordat vannacht dat fameuze koor, dat me al meer trachtte te hinderen, maar dan ònder het tikken, - doordat vannacht dat fameuze koor weer zo aan 't kwebbelen is geweest. Nou hadden ze wat gevonden, hoor: het kon onmogelijk, dat mijn mama zó had zitten liegen over me als ik gisteren vertelde; want, hoe zou ik dat hebben kunnen weten?

En dat geachte koor moet ik toch nog even beantwoorden:

Beste mensen, ik heb er herhaalde malen zelf bij gezeten, bij dat schone verhaal, hoe ik op mijn knieën lag te smeken, en hoe ik plotseling zo'n kantoorcoryfee bleek. Dat was juist het kolossale, èn voor de kennissen het overtuigende: de kalmte waarmee mama zulke dingen vertelde waar ik bij zat. Sterker nog: het is wel gebeurd, dat ze me brutaal-weg d'r in haalde, met een onweerstaanbaar-moederlijk: - Hè, Henricus? Ja 't is een nare tijd geweest voor je, maar nou begrijpen we elkaar, hè? -

Een gewone jongen van mijn leeftijd zou roet in 't eten hebben gegooid. Maar ik was het grijze kind, en dacht: waarvoor zou nou die flauwiteit dienen, om mama in de steek te laten en haar weerloos over te leveren aan dat giftige stelletje kennissen? De waarheid, de echte waarheid is tòch te onbegrijpelijk voor deze mensen - wat zal ik me dan uitsloven om ze een àndere leugen aan te smeren dan de leugen van mama?

Ik bleef dus in vredesnaam maar solidair, zij 't ook om een andere reden dan die waarop mama muurvast vertrouwde. Zij had het nog nooit anders meegemaakt, of de allereerste natuurlijke familie-plicht was: een gezamenlijk leugen- en komedie-front tegenover de buitenwacht.

Eerlijk gezegd, ik zou wel 'es willen weten, welke verhalen mijn familie tegenwoordig bij elkaar liegt over wat dan ze dan onder elkaar noemen de historie van mijn langzamerhand gekworden. Misschien als ik die verhalen hoorde, dat ik het dàn wel 'es aardig vond, m'n geschiedenis verder te vertellen. Maar ik mis die gegevens. Wel heb ik enige aanwijzingen, die me doen vermoeden dat ze met hun allen tegenwoordig maller doen dan de

[pagina 245]
[p. 245]

ergste gek het zou kunnen bedenken. En met de laatste dezer aanwijzingen zou ik dit getik willen besluiten; je kunt nooit weten, hoe het percentage van de mensen, waarvoor die aanwijzing gelijk staat met het komplete boekdeel dat volgens de eisen der schone letteren nu nog zou moeten volgen - hoe dat percentage nog meevalt:

 

Ik heb namelijk vanmorgen een ‘Ansicht’-kaart ontvangen van mama. Och zo'n snoezige mooie gladde gekleurde ‘Ansicht’ kaart. En wat schrijft mama d'r op? Dat het er in werkelijkheid nog véél mooier is. ‘Papa en ik zijn boven op de Drachenfels geweest, waar ik dat kruisje heb getekend. Leuk hè? Mama.’

 

Allemachtig leuk, lieve mama. En zo-maar bovenop die Drachenfels.... Het is inderdaad aandoenlijk-leuk. Och ja, werkt u maar dapper dat levens-program af. Wie weet hoe leuk het verderop nog wordt. En andere jaar, dan brengt u misschien als gedachtenis van die echte bergstokken mee, komplete houwelen met vernikkeld metaal d'r aan voor 't mooi blijven, zoals die voor goed-gesitueerde reizigers verkrijgbaar zijn - en waarmee u dan heuselijke levensgevaren hebt getrotseerd.

Palmbomen zijn ook zo mooi, niet in kassen, maar die zo maar gewoon langs de weg staan daar, 't lijkt kompleet of je droomt.

En o, het leven heeft nog zovéél leuke mogelijkheden. Daar is het villa-tje, gebouwd onder architectuur, met een hek. Voor u en papa, of anders voor Nel en Chris, die glorie is toch één.

 

Ja, 't is wel ongeriefelijk, te moeten lijden aan een zoon zoals ik. Maar och, dat valt wel mee nog; die moffelt u op de duur wel weg. En anders, nou dan benoemt u hem tot de worm die aan uw geluk knaagt; dan heeft u een pracht van een verdriet. Kwijnen is óók een interessante bezigheid.

Nee, ik maak me over u allen niet ongerust. De hoofdzaak is maar, dat ge het leven gewichtig weet te vinden. En dàt gaat toch nog wel, nietwaar?

[pagina 246]
[p. 246]

Och, en ik? Ik ben onkwetsbaar hoor. Ik zal wel zorgen voor af en toe een brief, zó diep-onnozel, dat ge tegen elkaar zegt: als je 't nou toch niet wist, dat-ie.... dan zou je toch zeggen: hij is zo goed als 't maar kan.

En wie weet, wie weet. Misschien kom ik op een goeie dag weer aangestapt, en zeg: - Vooruit, ik huppel maar weer mee met het hele zootje -

Want bij al mijn helderziendheid is me dit een raadsel: als de hele rommel me dan zo onverschillig laat, waarom heb ik dan dit verhaal zo ijverig zitten tikken!

En nu ik daarover denk, bekruipt me de vrees, eenmaal weer aan de slag te moeten; het ‘leven’ weer te moeten opnemen - om nòg grijzer te worden.

'k Heb de laatste maanden ook zo verontrustend-weinig gegaapt....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken