Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schoolland (1926)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schoolland
Afbeelding van SchoollandToon afbeelding van titelpagina van Schoolland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.08 MB)

Scans (10.31 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schoolland

(1926)–Theo Thijssen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Junie, Vrijdagavond.

Vanmiddag weer op bezoek geweest in m'n klas. Reinier was alleen met de meisjes, de jongens waren naar gymnastiek. Of het kwam door die halve klas, weet ik niet, maar 't was er lang zo wanhopig niet voor me als verleden week. En de kinderen waren ook niet zo uitbundig verrast. De meisjes zaten een tekening te kleuren, en dat werk nam ze erg in beslag. Marie Scheltens miste ik weer, en ik vroeg naar haar. Was van school af: verhuisd, deelde Reinier mee. En meteen vertelde hij me, dat Garres de Veer en Karel Westra ook verdwenen waren; Garres was overgeplaatst, ook door ver-

[pagina 198]
[p. 198]

huizing, en Karel Westra zat in Amerika, zijn vader had het gezin over laten komen. Ik raakte aan 't piekeren, wie Karel Westra ook weer was - kon hem maar met geen mogelikheid vóór me halen! ‘Dus d'r zijn d'r nog negen-en-dertig’, zei ik. Reinier keek even de klas door, en knikte toen van ja. ‘Drie open plaatsen,’ zei hij, ‘dat klopt.’

Ik zocht naar een aanleiding om te beginnen over de aanstaande verhoging, maar vond die niet; en toen zei ik maar zonder inleiding: ‘Over 'n dag of veertien is 't weer verhoging ook.’

‘Ja,’ zei Reinier, ‘dat akkefietje blijft net nog voor jou.’

We keken elkaar even aan.

‘Of voor jou,’ zei ik toen, om hem uit te lokken.

‘Merci,’ zei hij, ‘'t is Maandag weer jouw klas, en jij moet met ze verder gaan, dus jij moet weten, wie je meeneemt.’

‘Dan neem ik ze dit keer allemaal mee,’ zei ik, ‘of, had jij d'r misschien eentje, waarvan je beslist zou durven zeggen....’

‘Nee,’ antwoordde hij, haastig, ‘nee, als 't mijn klas was, nam ik ze óók allemaal mee. Maar je moet zelf nog maar 'es kijken, de maand is nog lang.’

We hadden het gesprekje 'n beetje gedempt gevoerd, vlak bij elkaar staand - maar ik zag duidelik, dat Leentje Roos iets gehoord had: ze keek in spanning naar ons tweeën.

Reinier zag het blijkbaar ook.

‘En hoe doet u met Leentje?’ vroeg hij, opzettelik hardop.

Ik begreep hem; en ik strekte m'n hand naar Leentje uit. Zij lei dadelik haar hand in de mijne.

‘Leen, meneer?’ zei ik, waarachtig 'n beetje ontroerd, ‘Leen gaat met me mee tot de hoogste toe, want ze doet altijd d'r best.’

 

Toen ben ik weer gauw weg-gegaan, want Reinier zou 't laatste half uur vertellen, en ik dacht: hij zal wel net zo zijn als ik, en dan 't liefst met de klas alleen zijn.

Maar ik durf tegen iedereen de stelling te verdedigen, dat mijn korte bezoek een goede en nuttige daad is geworden;

[pagina 199]
[p. 199]

want het heeft Reinier en mij gelegenheid gegeven om aan Leentje Roos eens even een mooi stukje opvoeding te verrichten.

En wat ik nu juist niet zo openlik durf te verdedigen, maar toch wel uit volle overtuiging hier in m'n dagboek neerschrijf:

Dat ene kleine voorvalletje met die Leentje Roos heeft mij weer 'n heel eind nader gebracht tot de school-sfeer. Ik zie op 't ogenblik niet zo erg meer d'r tegen op, Maandag weer te beginnen.

Sterker nog: het zit me 'n beetje dwars, dat Garres de Veer zo in alle stilte verdwenen is. Had ik niet, zo heel diep in me, het voornemen om - neen, zó ver was het nog niet. 't Was zo iets als een weddenschap die ik met mezelf had aangegaan, dat Garres er een zou zijn van het stel dat ik over vier jaar zou ‘afleveren.’

En - zou Reinier die jongen zo-maar naar die andere school hebben gestuurd, zonder de meester 'n beetje in te lichten? Waarschijnlik wel - wat zou hij trouwens ook kunnen inlichten? Maar waarom mij dan niet even gewaarschuwd, al was ik thuis; zo'n vreemde meester op dat andere school snapt niks van die jongen, en dan loopt het mis met Garres....

Och, ook onzin; die nieuwe meester is óók 'n mens, en waarom zou hij onvoorzichtiger zijn in zijn eerste oordeel dan ik het was? Ik was voor Garres toch óók 'n nieuwe meester, verleden jaar....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken