Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het vogeljaar (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het vogeljaar
Afbeelding van Het vogeljaarToon afbeelding van titelpagina van Het vogeljaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

plaatwerk / prentenboek
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het vogeljaar

(1904)–Jac. P. Thijsse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Nederlandsche vogels in hun leven geschetst


Vorige Volgende
[pagina 155]
[p. 155]

De ooievaar.

Voor de meeste menschen is de weidevogel bij uitnemendheid nog altijd de ooievaar, de adebaar, de schatjesbrenger. Intusschen is in de laatste jaren de vereering en vriendschap onzerzijds heel wat minder geworden; 't is al mooi, dat de reeds bestaande nesten in stand worden gehouden, nieuwe ziet ge bijna nergens oprichten. Vroeger, toen men geloofde, dat de ooievaar werkelijk voorspoed aanbracht, dat hij het huis beveiligde tegen het inslaan van den bliksem, dat hij waarschuwde als er brandgevaar dreigde en dat hij hielp meeblusschen als 't dreigement werkelijkheid was geworden, ja, toen waren er geen wagenraderen genoeg om hem een woonplaats te verschaffen. Het dooden van een ooievaar of het verstoren van zijn nest gold toen voor een uiterst bedenkelijk misdrijf, de terugkeer der ooievaars in 't voorjaar werd gevierd met klokgelui en vreugdebetoon en bleven de gewone bezoekers weg, dan was er kommer in huis.

Tegenwoordig is dat heel anders. De nuttigheidsmenschen hebben uitgemaakt, dat de ooievaar een schadelijk dier is en tegen hun redeneering valt niets in te brengen. Hij eet, behalve zijn traditioneele kikkers, visch, jong wild, jonge vogeltjes en zelfs honigbijen, wat hem zeer zwaar wordt aangerekend, en het is uitgemaakt dat zijn credit, hetwelk bestaat in 't dooden van adders, veldmuizen en schadelijke insecten ver beneden

[pagina 156]
[p. 156]
het debet blijft. Zoover is het zelfs met hem gekomen, dat jachtheeren premies hebben gesteld op zijn schuldig hoofd of

illustratie
Het Ooievaarsnest.


liever op zijn lange pooten, want die moest je inleveren, als je de dubbeltjes in ontvangst wou nemen.
[pagina 157]
[p. 157]

Wij, wandelaars, denken daar heel anders over. Het bijgeloof interesseert ons als een belangwekkende phase in de ontwikkeling van den menschelijken geest, als een herinnering aan oude tijden, als een overblijfsel wellicht van oude wijsheid. Aan nut en schade denken wij niet gaarne, de strijd tusschen de levende creaturen en hun geheimzinnig levenslot vervult ons met bewondering en ontzag en niet dan in het alleruiterste geval van noodweer achten wij inmenging onzerzijds gewenscht. Hiervoor is nu tegenover de betrekkelijk geringe ooievaarsbevolking van ops land niet de minste noodzakelijkheid, zoodat wij altijd en overal de groote rood-wit-zwarte vogel met vreugde begroeten.

Wat een gemakkelijke vogel om te herkennen en te beschrijven, wat een raadselachtig dier in zijn leven en manieren! Snavel en pooten rood, vleugels met uitzondering van de kleine dekveeren zwart, de rest zuiver wit, vliegt met hals en kop recht uitgestrekt, met rustigen vleugelslag, dikwijls afgewisseld met langdurige zweefpartijen.

Er wordt mij dikwijls gevraagd: hoe kun je nu zoo heel in de verte een ooievaar van een reiger onderscheiden? Dan luidt het antwoord: ‘aan alles, een reiger is kleiner, hij heeft weinig of geen wit in zijn veeren, hij trekt onder het vliegen den hals geheel in, zoodat de kop vlak tegen den romp komt te liggen, hij vliegt met holle vleugels en zeilt bijna nooit. Zie je in 't weiland een groote vogel onbewegelijk aan een slootkant staan, dan is dat in negen van de tien gevallen een reiger.’

Een ooievaar staat nooit heel lang stil, daar is hij een veel te jolige en roerige vogel voor, en als hij eens een rustige bui heeft, dan staat hij nog altijd liever midden in het land dan aan een slijkerigen oever. Er wordt wel verteld, dat hij in 't water gaat staan, dat dan de roode kleur van zijn pooten de kikkers aantrekt en dat hij juist daarom roode pooten heeft, maar ik vrees, dat wij dit verhaal moeten brengen onder de rubriek ‘modern bijgeloof’.

[pagina 158]
[p. 158]

De bruine kikkers, die de ooievaar 't liefst eet, komen 's zomers bijna niet in 't water, en onze vriend zoekt ze op tusschen 't gras. Hij stapt dan heel vlijtig over de wei, kijkt hier en daar en pikt alles op, wat van zijn gading is. Tracht een muis of een kikker te ontkomen, dan rent hij het dier met al zijn deftigheid na en dat kan er soms koddig genoeg uitzien, als hij een paar keer mispikt en gedwongen is de kronkelpaden van zijn slachtoffer te volgen. Een ander maal amuseert hij zich met het vangen van vliegende insecten, dat doet hij net als een hond, die naar vliegen hapt en met evenveel succes.

Doordat de ooievaars zoo groot zijn en zoo weinig schuw - tenminste als ze niet lastig gevallen worden - is het heel gemakkelijk, hun leven na te gaan. Toch blijft er nog veel voor ons verborgen.

Wie heeft in 't voorjaar de ooievaars wel eens zien aankomen? Op die heerlijke zonnige dagen van Februari of Maart, die warmer, lichter, blijder en levenslustiger zijn dan eenig andere dag in 't jaar, staan de beide ooievaars of een van beide ineens op 't oude nest. Wie 't treft, kan ze zien aankomen, want ze reizen over dag, maar zoo hoog, dat het reisgezelschap buiten het bereik van ons oog is, zoodat wij alleen kunnen hopen, de enkelen te zien, die zich op een bepaalde plaats van hun reisgenooten afzonderen en dan in groote schroefzwaaien afdalen naar hun zomerverblijf. Waar komen ze vandaan? Rabbi Sichel in ‘l'Ami Fritz’ zegt ‘van Jerusalem’ en zoo'n aardige opmerking zou je bijblijven, totdat je 't gelooft. Nu wemelt 't 's zomers in Palestina van ooievaars, want ze worden door de Turken nog veel meer vereerd dan door ons, maar ook die Turksche vogels zijn trekvogels, die in den winter naar de bronnen van den Nijl gaan of nog verder. Ook de onze gaan zoover. Het aardigste is wel, dat de Rabbi werkelijk gelijk had. Dr. Thienemann van Rossitten heeft in Pruisen een groot aantal ooievaars ‘geringd’. Ze kregen een lichten ring van alluminium om hun poot; op dien ring staat

[pagina 159]
[p. 159]

Rossitten-Germania en een nummer en nu heeft men dergelijke geringde ooievaars aangetroffen in Turkije, Syrië, bij Damascus, Jerusalem, in 't Nijlgebied en zeer veel in Zuid-Afrika, waar de meeste overwinteren, en waar er helaas veel om 't leven komen door 't eten van vergiftigde sprinkhanen. Dergelijke ringproeven leeren ons veel over het reizen en trekken der vogels. In ons land worden thans voor dat doel ook ringen verstrekt door Dr. E.D. van Oort van het Leidsch Museum.

Als nu de ooievaars eenmaal op hun nest zijn, dan begint 't lieve leven. Alles wordt geïnspecteerd en met grooten ijver herstellen ze 't nest, ze blijven bouwen, lang nadat de eieren gelegd zijn, ja zelfs totdat de jongen uitvliegen. Dat mag ook wel, want ondanks metselwerk van klei en bezwaring met graszoden rukt de wind soms heele stukken eruit. Man en vrouw bouwen beide en onder de hand hebben ze de grootste pret. Een rijk stemgeluid hebben ze niet, ze kunnen op zijn hoogst een beetje roepen, sissen en brommen, maar met hun snavel geven ze uitdrukking aan hun blijdschap, opgewondenheid, angst, liefde en haat door het welbekende geklepper. Daarbij komen dan nog allerlei bewegingen van hals, vleugels en pooten, zoodat het aanschouwen van een ooievaarshuishouding een allerinteressantste en vermakelijke bezigheid is.

Prachtig zijn hun vliegtoeren. Soms zweven ze in tegenovergestelde draaiing tegelijk de hoogte in, de vleugels roerloos stil en zoo wijd uitgespreid, dat de afzonderlijke slagpennen wijd uiteenstaan als vingers van een reuzenhand. Een andermaal vliegt de een van 't nest, terwijl de ander op den rand staat te klepperen, kop in den nek, den snavel recht in de hoogte. De ander keert weer en zeilt in volle vaart op den klepperaar toe, alsof hij hem eraf wou stooten, maar deze vliegt op 't juiste oogenblik weg en nu slaat nommer een op den rand te klepperen. Dit wordt verscheidene malen herhaald. Dan weer staan ze beide op den nestrand met uitgespreide vleugels, nu eens langzaam heen en weer wiegelend, dan weer

[pagina 160]
[p. 160]

buigend als een knipmes. Deze vergelijking gaat volkomen op, want hun hielgewricht veert werkelijk en blijft zonder spierinspanning in zijn uiterste standen.

Merkwaardig is het gedrag van ooievaars uit een bepaalde streek ten opzichte van elkander. Het is bekend en aan geen twijfel onderhevig, dat zij in Augustus op bepaalde plaatsen bijeenkomen en dat dan sommige vogels, vermoedelijk de oude, zwakke en verminkte uit het gezelschap worden verdreven en gedood. Dit is het beroemde ooievaarsgericht. Maar er schijnt ook een ooievaars-politie te bestaan, die het heele jaar door in functie is en haar invloed vooral in 't voorjaar doet gevoelen, bij 't betrekken der nesten. Als een nieuw paar een nest betrekt zonder behoorlijke toestemming, dan worden ze door de politiemacht verjaagd en het gebeurt wel, dat het heele nest afgebroken wordt. Van dit alles is met zekerheid nog weinig of niets bekend, indien ge in uw omgeving hieromtrent het een of ander vernemen, waarnemen of photografisch meenemen kunt, zoudt ge mij zeer verplichten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken