Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 81]
[p. 81]

Tweede boek
Vermaningen om tot u zelf in te keeren

[pagina 83]
[p. 83]


illustratie

Eerste hoofdstuk.
(Over den innerlijken omgang van den mensch met zichzelf).

1. Zóo spreekt de Heer: Het koninkrijk Gods ligt binnen in u zelven. Wendt u tot den Heer met geheel uw hart, en zie af van deze ellendige wereld, dan zal uwe ziel rust vinden. Leer de uiterlijke dingen te verachten en u zelf, over te geven aan 't inwendige, dan zult gij zien, dat het koninkrijk Gods in u komt. Want het rijk Gods is de vrede en de vreugde in den heiligen Geest, maar deze worden niet gegeven aan de goddeloozen. Christus zal tot u komen, en zal u Zijne vertroostingen laten zien, indien gij binnen-in-u voor Hem zult klaargemaakt hebben een woning, die Hem waardig is. Al zijn roem en sieraad ligt in 't inwendige, en dáar alleen schept Hij behagen in. Den inwendigen mensch zoekt Hij op, telkens weêr, en Hij spreekt met hem lieflijk, troost hem heerlijk, geeft hem vollen vrede en is wonderbaarlijk vertrouwelijk met hem.

2. Welaan, getrouwe ziel, maak uw hart gereed voor dezen Bruidegom, om te zien in hoeverre Hij zich verwaardigt om tot u te komen en te wonen in u. Want zoo spreekt Hij: Zoo wie Mij liefheeft, die zal

[pagina 84]
[p. 84]

bewaren wat Ik zeg, en tot hem zullen Wij dan komen, en Onze woning in hem opslaan. Maak daarom plaats voor Christus, maar weiger den toegang aan alle anderen. Indien gij Christus zult gekregen hebben, zijt gij rijk, want meer hebt gij niet noodig. Hij zal in alles voorzien en voor alles zorgen, zoodat gij niets meer behoeft te hopen van de menschen. Want deze, de menschen, veranderen spoedig en vallen u gauw af, maar Christus blijft in der eeuwigheid, en zal u standvastig bij staan tot het einde.

3. Op een zwak, want sterfelijk, mensch moet men geen groot vertrouwen stellen, al is hij ook nuttig en al houdt gij van hem: en ook moet gij niet zeer bedroefd worden, al verzet hij zich wel eens tegen u, en spreekt hij u tegen. Wie vandaag mèt u zijn, kunnen morgen tegen u ingaan: evenals de winden draaien zij dikwijls om. Stel uw geheele vertrouwen op God, want Hij moet zoowel uw vrees als uw vreugde zijn.

Hij zal voor u antwoorden en het goed met u maken, zooals 't het allerbeste is. Hier hebt gij geen blijvende standplaats, en waar gij ook moogt wezen, daar zijt gij een vreemdeling en een pelgrim, en nergens zult gij rust vinden, tenzij gij met Christus zeer nauw verbonden wordt.

4. Wat ziet gij hier rond, terwijl dit toch geenszins de plaats is, waar gij rust en verkwikking vinden zult? Uwe woning moet zijn in de hemelsche gewesten, terwijl gij al het aardsche alleen maar als in 't voorbijvliegen moet zien. Alle dingen gaan voorbij en gij gelijkelijk met deze. Zorg dat gij niet ergens vast blijft haken, opdat gij niet gevangen genomen wordt en verderft. Tot den Allerhoogste zij uwe gedachte, en tot Christus uw voorbede gericht, zonder dat gij aflaat. Al kunt gij u niet verdiepen in hooge en hemelsche dingen, rust dan uit, door het lijden van Christus te

[pagina 85]
[p. 85]

beschouwen, en vertoef gaarne, met uw gedachten, in Zijn heilige wonden. Want indien gij vol toewijding heenvlucht tot de wonden en doodsteekenen van Jezus Christus, zult gij daar een groote vertroosting vinden voor uw kwellingen: bekommer u dus niet om de minder achting der menschen, dan zult gij gemakkelijk kunnen verdragen de woorden van hen die u neer willen halen.

5. Want ook Christus werd in de wereld door de menschen veracht, en toen Zijn nood op het hoogst was, werd Hij door vrienden en bekenden alleen gelaten met hen, die Hem smaadden. Christus heeft willen lijden en veracht zijn, hoe durft gij u dan beklagen over iets ook maar? Christus-zelf heeft vijanden gehad en tegensprekers, en gij wilt hebben dat alle menschen uw vrienden en weldoeners zullen zijn? Weswegen zal uw geduld gekroond worden, indien gij geen enkelen tegenspoed ondervondt? Indien gij niets wilt ondergaan van wat tegen u is, hoe zult gij dan een vriend van Christus zijn? Houd u staande met Christus en vóór Christus, indien gij met Christus heerschen wilt.

6. Waart gij slechts eenmaal geheel-en-al doorgedrongen in het binnenste van Jezus, en hadt gij maar een weinig geproefd van Zijne brandende liefde, dan zoudt gij heelemaal niet geven om uw eigen genoegen of ongemak, maar veeleer zoudt gij u verheugen over de schande die u wordt aangedaan: de liefde tot Jezus toch maakt, dat de menschen zichzelven minachten gaan. Wie Jezus liefheeft en de waarheid, wie waarachtig-innerlijk leeft en vrij is van ongeregelde begeerten, kan zich vrijelijk tot God wenden, en zich boven zichzelf verheffend in den geest, rust vinden tot genoegen en voordeel voor zichzelven.

7. Wien alle dingen smaken, zooals zij wezenlijk

[pagina 86]
[p. 86]

zijn, en niet zooals zij gezegd of geacht worden te zijn, die is de ware wijze, omdat hij zich, meer dan door de menschen, laat leeren door God. Wie weet te wandelen volgens 't inwendige, en de uiterlijke dingen niet veel telt, die heeft geen bepaalde plaatsen noodig en wacht ook niet een vasten tijd af, om zijn godsvruchtige oefeningen te houden. De innerlijk-levende mensch is gauw geheel en al bij zichzelf, omdat hij zich nooit geheel uitgiet naar de uiterlijke dingen. Uiterlijke arbeid of andere noodzakelijke bezigheden, zooals zij kunnen voorkomen, belemmeren hem niet, maar zooals alles wil loopen, zoo gedraagt hij zich ook, naar gelang daarvan. Wie van-binnen goed geschikt is en geregeld, die let niet op de wonderlijke en verkeerde uitingen der menschen. Een mensch toch wordt alleen in zooverre gehinderd en afgeleid, als hij zich aantrekt wat buiten hem gebeurt.

8. Alles zou zich voor u ten goede keeren en u vooruithelpen, indien het goed met u zelf waar gesteld en gij van alles gereinigd waart.

Daarom mishagen u zoovele dingen en brengen zij u in de war, omdat gij tot dusverre nog geenszins van alles zijt afgestorven, en ge 't aardsche nog niet als iets u-vreemds beschouwt. Niets verontreinigt en verwart zoo het hart des menschen, als de onzuivere liefde tot het geschapene. Indien ge er van afziet, om door 't uitwendige getroost te worden, dan eerst kunt gij 't hemelsche aanschouwen en zult gij merken dat gij jubelt in uw hart.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken