Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Zesde hoofdstuk.
(Over de blijdschap van een goed geweten.)

1. Het aanzien, waarin een braaf mensch staat, geeft getuigenis van zijn goede geweten.

Indien gij een goed geweten bezit, zult gij altijd reden tot blijdschap hebben. Een goed geweten kan zeer veel verdragen, en voelt zich opgeruimd, ook in den tegenspoed. Maar een kwaad geweten doet altijd verlegen en onrustig. Heerlijke rust zult gij in u voelen, indien uw eigen binnenste u niets te verwijten heeft. Alleen moogt gij vroolijk zijn, indien gij handelt zooals het behoort. Slechte menschen kennen niet de waarachtige blijdschap, en voelen geen vrede in zich: want de goddeloozen hebben geen rust, zegt de Heer. En al zeggen zij: ‘wij zijn heelemaal veilig, en geen kwaad kan ons wedervaren: wie zou ons schalde kunnen berokkenen?’ - geloof hen daarom toch niet: want Gods toorn kan plotseling opstaan, en hun daden kunnen teniet gedaan worden, en hun gedachten zullen vergaan.

[pagina 93]
[p. 93]

2. Voor een liefhebbend mensch is het niet moeielijk om opgetogen te zijn in de verdrukking: want als men zich op die manier verheugt, verheugt men zich in het kruis van Christus. De roem en de eer, die van menschen tot menschen gaat, en de daardoor verwekte vreugde, zijn slechts kort van duur. 's Werelds roem gaat altijd vergezeld van droefenis. Maar de goede menschen vinden hun glorie en blijdschap in hun eigen geweten, en niet in dat wat anderen zeggen. De vreugde der rechtvaardigen komt van God en leeft in God, en als zij juichen, juichen zij over de Waarheid. Wie naar de waarachtige en altijddurende vreugde verlangt, bekommert zich niet om de tijdelijke. En wie na jaagt de tijdelijke roem en vreugd, of haar tenminste niet minacht in het diepst van zijn ziel, van hem is het zeker, dat hij niet bijzonder gesteld is op de eeuwige eer. De mensch, die zich bekommert om lof noch om smaad, voelt zich in zijn gemoed heel rustig.

3. Hij, wiens geweten zuiver is, kan makkelijk vreedzaam en tevreden zijn. Al prijst men u, daarom wordt gij toch niet heiliger: en gij zult er niet minder om zijn, al wordt gij gesmaad. Wat gij zijt, dat zijt gij, en 't baat u niets, of gij grooter genoemd wordt, dan gij inderdaad zijt in Gods oogen. Als ge er acht op slaat, wat gij binnen-in-u zijt voor u-zelf, dan raakt het u niet, wat de menschen van u zeggen. De menschen kijken naar den schijn, God alleen daarentegen ziet uw hart. De menschen nemen de daden in rekening, maar God weegt de bedoelingen af. Een nederig gemoed herkent men daaraan, dat het altijd goed handelt, maar zichzelf toch niet hoog stelt. En het is een teeken van groote zuiverheid en inwendig toevertrouwen, dat men niet getroost wil worden door eenig sterfelijk wezen.

[pagina 94]
[p. 94]

4. Wie geen getuigenis van buiten af voor zich begeert, heeft zich blijkbaar geheel en al in Gods hand gegeven. Want iemand is niet goed, om dat hij zichzelf prijst (zegt Paulus) maar omdat de Heer hem prijst. Van binnen met God te wandelen, en niet te worden vastgehouden door eenige begeerte of neiging tot het uitwendige, dat is zooals de inwendig-levende mensch behoort te zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken