Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 130]
[p. 130]

Achtste hoofdstuk.
(Dat men zichzelf geringschatten moet voor Gods aangezicht).

1. Zal ik spreken tot den Heer, terwijl ik stof en asch ben? Waan ik dat ik méér ben, zie, dan zijt Gij tégen mij, want mijne ongerechtigheden geven getuigenissen over mij, die ik niet kan weerspreken. Maak ik mij echter klein, zoodat ik niets word, en houd ik dus op, mijn eigen waarde te bedenken, zoodat ik louter stof schijn te zijn, dan wordt Uwe genade goedig voor mij en Uw licht komt dicht bij mijn hart, en alle waardeschatting hoe gering ook, zal onderduiken in het dal van mijn niets-zijn, om daar in eeuwigheid verloren te gaan. Daar toont Gij mij wat ik ben, wat ik geweest ben en waartoe ik ben vervallen. Want niets ben ik, en ik weet niets. Als ik aan mijzelf word overgelaten, zie, dan ben ik niets, louter zwakheid, maar als Gij mij plotseling weer aanziet, word ik dadelijk sterk, en op nieuw van vreugd vervuld. Ja, het is een groot wonder, dat ik zoo op eens word omhooggeheven en zoo goedertieren door U omvangen, daar ik toch, uit mijzelf alleen, altijd naar de diepte zinken moet.

2. Dat alles doet Uwe liefde, die mij uit zich zelf tevoren komt, die mij helpt in mijn vele nooden, mij behoedt tegen ernstige gevaren, en van ontelbare (om het precies te zeggen) kwade dingen bevrijdt. Door mijzelf lief te hebben, heb ik mij in het verderf gestort maar toen ik U alleen zocht, en zuiverlijk liefhad, heb ik mijzelf en U gevonden en heb mij zoo, uit liefde, nog dieper en waarachtiger tot niets gemaakt. Want Gij, o Allerzoetste, doet jegens mij meer dan ik verdien: ja, meer dan ik durf hopen en vragen.

3. Wees gezegend, o mijn God! Want, ofschoon ik

[pagina 131]
[p. 131]

alles, wat goed is, onwaardig ben, houdt toch Uwe oneindig-edele goedheid nimmer op, om wel te doen den ondankbaren en al degenen, die verre van U blijven. Bekeer ons dan tot U, opdat wij dankbaar worden, nederig en vroom, omdat Gij ons Heil zijt, onze Voortreflijkheid en onze Sterkte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken