Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 136]
[p. 136]

Twaalfde hoofdstuk.
(Over het geduld en den strijd tegen de begeerten).

1. Heere God, zooals ik zie, heb ik 't zeer noodig, geduldig te zijn: want veel tegenspoed is er in het leven. Maar hoe ik mijn leven ook geregeld moge hebben, om vrede te genieten, toch kan het geenszins blijven zonder strijd en smart.

2. Zoo is het, mijn zoon. Maar Ik wil, dat gij niet een vrede zoekt, die zonder beproeving of tegenspoed zou zijn, neen, dat gij ook dan zult meenen, vrede te hebben gevonden, als gij in menigerlei aanvechting wordt geoefend, en door allerlei wederwaardigheden beproefd. Zegt gij echter, dat gij niet veel kunt doorstaan, hoe zult gij dan de vlammen van het vagevuur kunnen verdragen? Van twee kwaden moet men altijd het minste kiezen. Opdat gij dus de eeuwige straffen der Toekomst zult kunnen ontgaan, moet gij u beijveren, het lijden op deze aarde met stil gemoed, om Godswil, te dragen. Of denkt gij, dat de menschen in dezen tijd weinig of niets te lijden hebben? Gij zult merken dat dit wel waar is, zelfs als gij naar de meest bevoorrechten ziet.

3. Ja maar, zegt gij: de menschen van tegenwoordig smaken zooveel genoegens en doen zooals 't hun goeddunkt: en daarom juist merken zij niet veel van hun kwellingen.

4. Goed, het zij zoo, laten die menschen hebben wat zij willen. Maar hoe lang kan dat duren, denkt gij? Zie, die het thans zoo goed hebben in de wereld, zullen tenietgaan, evenals de rook, en van hun vervlogene vreugden zal dan geen heugenis meer over zijn: Maar zelfs als zij nog leven, midden in 't pleizier, dan zullen zij toch niet er van kunnen genieten zonder

[pagina 137]
[p. 137]

bitterheid en verveling en vrees. Want uit hetzelfde ding, waaruit zij genoegen krijgen, gewordt hun ook menigmaal de straf der smart. En hun geschiedt naar recht, indien, omdat zij onbehoorlijke vreugden zoeken en najagen, zij die ook niet kunnen krijgen zonder schaamte en pijn.

O, hoe kortstondig, hoe onecht en onbehoorlijk en schandelijk is alle vreugde dezer aard! Maar de menschen begrijpen dat niet door hun dronkenschap en blindheid, en als stomme dieren loopen zij den dood hunner ziel tegemoet om een matig genoegen voor hun vergankelijk leven. Gij echter, mijn zoon, zult uwe begeerten niet naloopen, maar u afwenden van uw eigen wil. Zoek uw genoegen in den Heer, en Hij zal u geven, waar uw hart naar verlangt.

5. Want, zie, indien gij waarachtig pleizier hebben en rijkelijk door Mij getroost worden wilt, dan kunt en moet gij u overvloedig laten troosten, door, alle wereldsche en lage genoegens te verachten en te verwerpen. En hoe meer gij u onttrokken zult hebben aan allen troost van het geschapene, des te zoetere en sterkere vertroostingen zult gij vinden in Mij. Maar in den beginne zult gij hiertoe niet kunnen geraken zonder eenige droefenis en moeielijken strijd. De oude en ingewortelde gewoonte zal er zich tegen verzetten, maar die zal door een betere en heilzamere gewoonte overwonnen worden. Het vleesch zal gaan morren, maar de vurige ijver van uw geest bedwingt dat dan weer. De aloude Slang zal u ophitsen en prikkelen, maar voor 't gebed wordt zij dan bang en vlucht, en door nuttigen arbeid sluit gij haar ten slotte den grooten toegang tot u dicht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken