Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Zes en veertigste hoofdstuk.
(De mensch moet geen acht slaan op het kwaadspreken der menschen, maar vertrouwen stellen in God.)

1. Zoon, sta vast en hoop op Mij. Wat zijn woorden anders als woorden? Zij vliegen door de lucht, maar een steen doen zij geen kwaad. Zijt gij schuldig, dan moet gij denken, dat gij u graag zult willen verbeteren: maar indien gij geheel onschuldig zijt, laat het dan in u omgaan, dat gij dit gaarne voor God wilt verdragen. Het is weinig genoeg, dat gij slechts door woorden hebt te lijden, van tijd tot tijd, daar gij nog niet de zware zweepslagen verdragen kunt. En waarom anders treffen zulke kleinigheden u zoo diep, als dat gij nog zoo vleeschelijk zijt, en meer op de menschen let dan gij behoort te doen? Want omdat gij bang zijt, dat men u zal verachten, wilt gij niet berispt worden om uw overtredingen, maar probeert ge u te dekken met het schaduwhoedje der zelfverontschuldiging.

[pagina 192]
[p. 192]

2. Maar onderzoek u-zelf eens wat beter en kom er dan voor uit, dat nog de wereld in u leeft en de ijdele begeerte om den menschen te behagen. Want als gij er voor terugschrikt, bespot te worden of terechtgesteld om uw gebreken, dan is het wel zeer zeker, dat gij nog niet de ware nedrigheid kent, en gij der wereld nog niet afgestorven zijt. Maar hoort gij naar Mijn woord, dan zal 't u niet kunnen schelen, al hoordet gij de menschen tienduizend leelijke woorden zeggen. Zie, al werd alles tegen u gezegd, wat men maar kan verzinnen met de grootste kwaadaardigheid, wat kan 't u schaden, indien gij 't alles aan u voorbij laat gaan, en het geen strootje waard acht. Denkt gij, dat ge er één haar door zult verliezen?

3. Maar wie zijn hart niet richt op 't inwendige en God niet voor oogen houdt, wordt gemakkelijk door een woord van berisping gekrenkt. Wie echter op Mij vertrouwt, en niet zijn eigen oordeel wil volgen, zal niet bang zijn voor de menschen. Want Ik ben de Rechter, die alle heimlijkheden doorziet: Ik weet, hoe alles gegaan is: Ik weet wie onrecht doet en wie er door lijdt. Door Mij is 't onaangename woord in de wereld gekomen: Ik heb het doen spreken, opdat daardoor de gedachten zouden geopenbaard worden, die in de harten van velen zijn. Ik zal den schuldige en den onschuldige oordeelen, maar beiden heb ik eerst willen keuren door een verborgene rechtspraak.

4. Getuigenis der menschen is dikwijls valsch: Maar Mijn oordeel is waar achtig, en zal blijven bestaan en niet onderstboven geworpen worden. Meestal blijft het verborgen, en weinigen wordt het tot in bijzonderheden klaar: toch dwaalt het nooit en kan niet dwalen, al lijkt het het ook, in de oogen der

[pagina 193]
[p. 193]

dwazen, niet juist. Daarom moet men tot Mij gaan, in alle betwistbare zaken, en niet zich beroepen op de willekeur van eigen inzicht. De rechtvaardige toch zal niet verschrikt worden, wat God hem ook moge toezenden. Al wordt er ook iets onrechtvaardigs te berde gebracht tegen hem, 't zal hem niet veel kunnen schelen. Maar ook zal hij niet opspringen in ijdele vreugde, als iemand hem op redelijke gronden verdedigt. Want hij zal nagaan en bedenken, dat Ik Degene ben, Die de harten proeft en, de nieren, en Die niet oordeelt naar het uiterlijk en den menschelijken schijn. Want dikwijls is strafbaar voor Mij wat naar het oordeel der menschen prijzenswaardig heeten moet.

5. Heere God, rechtvaardig Rechter, Gij, Sterke en Geduldige, die de broosheid en de boosheid der menschen kent, wees Gij mijn Kracht en mijn Toeverlaat; want mijn geweten is mij niet voldoende. Gij weet wat mij onbekend is: en daarom moet ik al Uwe straffen en berispingen verdragen met een nederigen en zachtmoedigen geest. Wil mij dus genadiglijk vergeven, zoo dikwijls ik niet aldus gehandeld heb, en verleen mij wederom Uw genade, om mij daardoor des te geduldiger te doen lijden. Want beter en liever is het mij, voor de rechtvaardiging van mijn geheimste geweten, dat ik Uwe overvloedige barmhartigheid en vergiffenis ontvang, dan dat ik mij eigengerechtig inbeeld gelijk te hebben. Ofschoon ik mij geen kwaad bewust ben, toch ben ik daarom niet gerechtvaardigd: want waar Uwe barmhartigheid niet meehelpt, daar kan geen sterveling in Uw oogen gerechtvaardigd heeten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken