Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Negende hoofdstuk.
(Dat wij ons en al het onze moeten offeren aan God, en tevens voor alle menschen bidden.)

1. Heer, van U is alles wat er in den Hemel en op aarde is. Ik begeer mijzelf aan U te geven als een vrijwillig offer, en altijddoor de Uwe te blijven. Heer, in den eenvoud mijns harten, bied ik mijzelf heden aan U aan, om U altijd te dienen, U te gehoorzamen en U voortdurend offers van dank te brengen. Neem mij op tot U in het heilige genot van Uw kostelijk Lichaam, in dit offer dat ik U opdraag, terwijl alle

[pagina 252]
[p. 252]

engelen onzichtbaar daaromhenen aanwezig zijn, dat ik opdraag opdat het tot heil strekke van Uw volk, dat hier verzameld is.

2. Heer, ik offer aan U, op dit altaar der verzoening, al mijne zonden en vergrijpen, die ik begaan heb voor Uw oogen en voor die der heilige Engelen, van den dag, waarop ik voor 't eerst heb kunnen zondigen, tot aan deze stonde, die nu is: moogt Gij al die misdaden gelijkelijk aansteken en verbranden met het vuur Uwer Liefde, ja, elke bezoedeling mijner zonden uitwisschen, en mijn geweten reinigen van iedere vlek: moge ik terugwinnen Uwe Genade, die ik ben kwijtgegaan door te zondigen; wil mij daarom alles ten volle vergeven, en mij weer aannemen bij U, met den kus des vredes.

3. Wat kan ik doen, om mijn zonden te doen vergeven, behalve dat ik alles nederig beken, en jammer, en onophoudelijk uw Goedheid afsmeek? Ik smeek tot U, verhoor mij genadig, waar ik hier sta voor Uw aangezicht, mijn God! Al mijne zonden mishagen mij ten zeerste, en ik wil ze ook nimmermeer begaan: maar ik draag er rouw om, en zal er rouw om dragen, zoolang ik zal leven, bereid als ik ben om boete te doen en voldoening te geven naar mijn beste vermogen. Ontlast mij, o God, ontlast mij van mijne zonden, en laat, terwille van Uw heiligen Naam, mijn ziel niet verloren gaan, die Gij hebt vrijgekocht met Uw kostelijk bloed. Zie, ik vertrouw mij toe aan Uw barmhartigheid, ik geef mij over in Uwe handen. Handel met mij, zooals Uw goedheid dat wil, en niet zooals mijn slechtheid en ongerechtigheid zou vereischen.

4. Ik offer U ook al het goede, dat in mij is, al is het ook maar weinig en onvolkomen; dan kunt Gij het verbeteren en heiligen en het zóó maken, dat het U aangenaam en welkom, en altijd beter worde; en

[pagina 253]
[p. 253]

voer mij, lui en nutteloos menschje, tot een welzalig en lofwaardig einde.

5. Ook bied ik U aan: alle vrome wenschen der godvruchtigen, en alles wat noodig hebben mijn ouders, mijn vrienden, mijn broeders en zusters, en al degenen die mij lief zijn, en ook wat zij verlangen, die mij of anderen, uit liefde tot Uw Naam hebben welgedaan, en die gewenscht hebben en mij hebben verzocht; dat ik gebeden en missen voor elk hunner zeggen en opdragen zou, hetzij zij nog in 't vleesch leven, hetzij zij reeds dit leven hebben verlaten, opdat allen mogen voelen dat hen naderkome de hulp van Uw Genade, de bijstand van Uw Troost, de bescherming voor gevaren, de vrijstelling van straffen, en opdat zij, zoo, van alle kwaad bevrijd, verheugd U heerlijken dank kunnen brengen.

6. Ik breng U ook beden, en offers der verzoening, vooral voor hen, die mij in iets hebben beleedigd, of bedroefd of belasterd, of mij eenige schade of onrecht aangedaan; ook voor hen doe ik dit, die ik bedroefd heb of in de war gemaakt, die ik gekrenkt heb of beleedigd, met woorden of met daden, wetens of onwetens, opdat Gij ons allen gelijkelijk zult kunnen vergeven onze zonden en wederzijdsche beleedigingen. Neem weg, o Heer, uit onze harten alle achterdocht, verontwaardiging, toorn en gekijf, en alles wat de goddelijke Liefde kan beleedigen en de broederlijke liefde verminderen. Heb medelijden, heb medelijden, o Heer, met hen, die inroepen Uwe barmhartigheid, schenk Uw genade aan allen, die er behoefte aan voelen, en doe ons zoodanig zijn, dat wij waardig worden Uwe Genade geheel en al te genieten, en wij het eeuwige Leven naderkomen. Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken