Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Elfde hoofdstuk.
(Het lichaam en bloed van Christus en het woord Gods zijn datgene, wat de geloovige ziel het meeste noodig heeft.)

1. O, allerzoetste Heer Jezus, hoe groot is niet de zaligheid der geloovige ziel, die met U deelneemt aan Uw maal, waar hem geen andere spijze wordt vóórgezet om te eten, behalve Gij, die zijt haar eenige geliefde, naar Wien zij smacht met alle begeerten van haar hart. Voor mij ten minste zou het een zaligheid zijn, indien ik voor Uw oogen tranen mocht storten uit het diepste van mijn hart, en Uw voeten mocht besproeien met die tranen, evenals de vrome

[pagina 258]
[p. 258]

Magdalena heeft gedaan. Maar waar is zoo'n toewijding werkelijk aanwezig? Waar is zoo'n rijke vloed van heilig geween? O, zeker, als ik U aanschouwde en Uw heilige engelen, zou mijn heele hart moeten branden en van vreugde ween en. Want in het Sakrament zijt Gij waarachtig aanwezig en bezit ik U, ofschoon Gij U daar verborgen houdt onder een vreemden schijn.

2. Want U te aanschouwen in Uw wezenlijke goddelijke klaarheid, dat zouden mijn oogen niet kunnen verdragen en ook zou de heele wereld niet kunnen blijven bestaan in den glorieglans Uwer majesteit. Daarom draagt Gij zorg voor en spaart mijne zwakheid, doordat Gij U verborgen houdt in het Sakrament. Waarachtiglijk bezit ik, en aanbid ik Hem, dien de engelen in den Hemel aanbidden: ik echter doe dit ondertusschen nog in goed vertrouwen, maar zij zien U in werkelijkheid zonder eenig omhulsel. Ik moet er mij mee tevreden stellen, dat ik mag wandelen in 't licht van 't ware geloof, totdat de dag der eeuwige klaarheid aanbreekt, en alle schaduwen, die hier de gedaanten zijn, verzinken gaan. Maar als men dan zal leven in de volmaaktheid, zal het gebruik der Sakramenten ophouden: want de gelukzaligen, die in de Hemelsche glorie leven, hebben het heilmiddel van 't Sakrament niet meer noodig; want zij genieten eindelooze vreugd in Gods tegenwoordigheid, Wiens glorie zij dan gadeslaan van aangezicht tot aangezicht en overgegaan van de eene klaarheid tot de andere der grondelooze Godheid, smaken zij Gods Woord, dat vleesch is geworden, zooals het van den beginne was, en eeuwig blijven zal.

3. Als ik aan deze wonderbare dingen denk, wordt zelfs elke geestelijke vertroosting mij tot een walg: want, zoolang ik den Heer niet aanschouw in Zijn

[pagina 259]
[p. 259]

onomwolkte glorie, moet ik alles, wat ik in de wereld waarneem en hoor, van geen waarde achten. Gij zijt mijn getuige, o God, dat niets mij troost kan geven en geen schepsel mij kan bevredigen, behalve Gij, o, mijn God, Wien ik smacht om altijd te aanschouwen. Maar dit is mij niet mogelijk, zoolang ik in dit sterfelijk leven vertoef. Daarom moet ik mij bereiden, om groot geduld te hebben en mijzelf met al mijn wenschen ondergeschikt te maken aan U. Want ook Uwe Heiligen, o Heer, die reeds met U juichen in het Rijk der Hemelen, hebben, toen zij leefden, in vol vertrouwen en zeer geduldig 't verschijnen van Uw Heerlijkheid afgewacht. Ik geloof het zelfde wat zij geloofd hebben, en datgene, wat zij hoopten, dat hoop ook ik; en ik vertrouw, dat ik door Uwe Genade moge komen daar waar zij gekomen zijn. En ondertusschen zal ik wandelen in het geloof, versterkt als ik mij voel door de voorbeelden der Heiligen. Ik heb ook de Heilige Boeken tot troost en als een spiegel des levens, en boven al nog Uw allerheiligst Lichaam als uitzonderlijk heilmiddel en als toevluchtsoord.

4. Twee dingen voel ik, dat mij allernoodzakelijkst zijn in het leven, en zonder welke mij dit ellendige bestaan ondragelijk zou wezen. In den kerker van dit lichaam opgesloten, beken ik, dat ik aan twee dingen behoefte heb, nl. aan spijs en aan licht. En zoo hebt Gij mij, zwakke, Uw Heilig Lichaam geschonken, om mijn ziel en lichaam te herstellen, en hebt als lamp voor mijn voeten Uw Woord gezet. Zonder die twee zou ik niet goed kunnen leven, want het Woord Gods is het licht mijner ziel, en Uw Sakrament het brood des Levens. Men zou deze ook de twee tafelen kunnen noemen, die, de eene hier, de andere daar, opgesteld zijn in de Schatkamer Uwer Heilige Kerk. De

[pagina 260]
[p. 260]

eene tafel is die van het gewijde Altaar, waarop ligt het Heilige Brood, 't welk het kostbare lichaam van Christus is; de andere is die der goddelijke Wet, die de heilige Leer bevat, die ons opvoedt in het rechtzinnige Geloof, en mij zekerlijk brengt naar de binnenste omhulselen, waarachter het Heilige der Heiligen berust.

5. Dank breng ik U, o Heere Jezus, Licht van het eeuwige Licht, voor de tafel van Uw heilige Leer, die Gij ons door Uwe knechten, de Profeten en de Apostelen en andere Leeraars, hebt laten toebereiden. Dank breng ik U, Schepper en Verlosser der menschen, Die, om aan de heele wereld Uwe goddelijke Liefde te toonen, een grooten feestmaaltijd hebt klaargemaakt, waarin Gij niet het zinnebeeld van 't Paaschlam, maar Uw allerheiligste Lichaam en Bloed hebt voorgezet, om het te eten; Gij, die alle geloovigen blijmaakt door Uw heiligen Maaltijd, en hen dronken maakt met Uw heilbrengenden Beker, waarin alle vreugden vervat zijn van 't Paradijs; en ook de Engelen, nemen daaraan deel met ons, maar voelen daarbij een nog hoogere zaligheid.

6. O, hoe groot en eenvoudig is het ambt der priesters, aan wie het is toegestaan den Heer der Heerlijkheid te wijden met heilige woorden, Hem met hun lippen te zegenen, Hem vast te houden met hun handen, met hun eigen mond Hem tot zich te nemen, en Hem aan de anderen uit te deelen. O, hoe rein behooren die handen te zijn, hoe zuiver de mond, hoe heilig het lichaam, hoe onbevlekt het hart van den priester, tot wien de Oorsprong van alle Zuiverheid zoo dikwijls ingaat. Uit den mond des priesters, die zoo dikwijls het Sakrament van Christus ontvangt, behooren slechts heilige, eerbare en goede woorden te komen.

[pagina 261]
[p. 261]

7. Zijn oogen, die Christus' Lichaam plegen te aanschouwen, zijn eerlijk en kuisch. Zijn handen, die gewoon zijn, den Schepper van Hemel en aarde aan te raken, zijn zuiver en heffen zich altijd ten hemel. In 't bijzonder wordt in de Wet tot de priesters gezegd: Weest heilig, omdat ook Ik heilig ben, Ik, uw Heer en God.

8. Moge Uwe Genade ons helpen, almachtige God, opdat wij, die bekleed werden met het priesterlijke ambt, bij machte worden, om waardiglijk en onderworpen U in alle zuiverheid en met een goed geweten te dienen. En al kunnen wij niet zoo onschuldig blijven leven, als wij moeten, veroorloof ons dan toch ten minste, dat wij waardiglijk beweenen het kwaad dat wij gedaan hebben, en voor het overige U dienen in een geest van nederigheid en met het voornemen om goed te willen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken