Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Dertiende hoofdstuk.
(De geloovige moet er van ganscher harte naar trachten met Christus vereenigd te worden in het Sakrament.)

1. Hoe zal ik het bereiken, o Heer, dat ik U alleen mag vinden, U alleen mijn geheele hart mag blootleggen, en U genieten, zooals mijn ziel dat wenscht, en ook dat niemand mij veracht, en geen enkel schepsel mij in ontroering brengt of zelfs maar acht op mij slaat, omdat Gij alleen met mij spreekt, en ik met U,

[pagina 264]
[p. 264]

zooals de Geliefde gewoon is met den geliefde te spreken, zooals de vriend pleegt om te gaan met den vriend? Dit bid ik, dit wensch ik, dat ik geheel-en-al vereenigd moge worden met U, en ik mijn hart moge aftrekken van alles wat geschapen is, om het Hemelsche en Eeuwige te leeren verstaan door de telkens herhaalde plechtigheid der heilige Communie. O, Heere God, wanneer zal ik geheel met U vereenigd zijn en in U opgenomen, zonder aan mijzelf te denken? Wees Gij in mij, en ik in U, en vind het goed, bid ik, dat wij op die manier één zijn en blijven.

2. In waarheid, Gij zijt mijn Beminde, dien ik uit duizenden uitgekozen heb, en mijn ziel vindt er genoegen in, al haar levensdagen in U te wonen. In waarheid, Gij zijt mijn Vredebrenger, want in U is de opperste Vrede en de ware Rust, en buiten U is er slechts arbeid en smart en eindelooze ellende. In waarheid, Gij zijt de God, Die zich verborgen houdt, en Gij pleegt geen raad met de boozen, neen, maar Gij spreekt tot hen, die nederig en eenvoudig zijn. Hoe aangenaam en liefelijk, o Heer, is Uw geest, daar Gij om Uw Zoetheid te toonen aan Uw kinderen, U verwaardigt om hen te verkwikken met allerheerlijkst brood, dat uit den Hemel is nedergedaald. Waarlijk, er is geen ander volk zoo groot en roemrijk, met Goden, die nader zouden treden tot de menschen, als ik er aan denk hoe Gij, onze God, bij al onze geloovigen aanwezig zijt: daar Gij, als dagelijkschen troost en om hun hart naar den Hemel te trekken, U-zelf aan hen weggeeft, opdat zij u zouden eten en U genieten.

3. Welk ander volk is zóó beroemd, als het volk der christenen? O, welk schepsel onder den hemel wordt zóó bemind, als de vrome ziel, bij wie God binnentreedt, om haar te voeden met zijn roemrijke vleesch? O, onuitsprekelijke Genade, o, bewonderens-

[pagina 265]
[p. 265]

waardige nederbuigendheid, o, liefde zonder maat, die den mensch zoo buitensporig wordt toebedeeld! Maar wat zal ik aan God teruggeven voor die genade, voor een zoo onvergelijkelijke liefde? Daar is niets anders wat ik geven kan, en wat welkomer zou zijn, dan dat ik mijn hart geheel en al af sta aan God, en het diepin met Hem vereenig. Heel mijn binnenste zal dan opspringen van vreugde, als mijn ziel volkomen vereenigd zal zijn met God. Dan zal deze tot mij zeggen: Indien gij bij Mij wilt zijn, wil Ik zijn met U. En ik zal Hem antwoorden. Verwaardig U, o, Heer, om bij mij te blijven, want ik wil zoo graag zijn bij U. Mijn eenige verlangen is hierin gelegen, dat mijn hart met U vereenigd moge worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken