Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kleuter-gymnastiek voor kinderen van 3-8 jaar. Handleiding voor gymnastiek bij het voorbereidend en aanvankelijk lager onderwijs (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kleuter-gymnastiek voor kinderen van 3-8 jaar. Handleiding voor gymnastiek bij het voorbereidend en aanvankelijk lager onderwijs
Afbeelding van Kleuter-gymnastiek voor kinderen van 3-8 jaar. Handleiding voor gymnastiek bij het voorbereidend en aanvankelijk lager onderwijs Toon afbeelding van titelpagina van Kleuter-gymnastiek voor kinderen van 3-8 jaar. Handleiding voor gymnastiek bij het voorbereidend en aanvankelijk lager onderwijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.91 MB)

Scans (30.37 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kleuter-gymnastiek voor kinderen van 3-8 jaar. Handleiding voor gymnastiek bij het voorbereidend en aanvankelijk lager onderwijs

(1935)–J.G. Thulin–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

Voorwoord bij den tweeden Nederlandschen druk

Oorspronkelijk werd dit boekje geschreven met het oog op kleuters tot den schoolplichtigen leeftijd, dus tot 6-7 jaar. In Deel I ‘Gymnastikteori och Metodik’ wees ik er reeds op, dat spelen de natuurlijke lichaamsoefeningen voor jongere kinderen is, en wel vooral die vorm van spel, waarin hun fantasie tot haar recht komt. Dit is noodig, zoowel van fysiek als van psychisch standpunt gezien.

De omgeving, waarin het kind opgroeit, laat zich ondertusschen ook gelden; o.a. in de vorming van het fantasieleven. En daarvan hangt weer af de lust of het vermogen om tot spelen te komen. Het is niet onbelangrijk, want de opvoeding heeft stellig evenzeer gefaald, wanneer het fantasieleven ontbreekt, als wanneer het in de practijk niet tot uiting komt. In dat geval hebben de ouders (opvoeders) geen tijd of begrip (vermogen) hiervoor; of ongunstige omstandigheden doen zich voor, bijv. in dicht bevolkte steden met hun tekort aan speelplaatsen.

In deze gevallen kan spel-gymnastiek in den vorm van ‘Bewegingssprookjes’ zonder twijfel van groot nut zijn in de voorschooljaren.

De practische ervaring der laatste jaren toont, dat het ook in andere opzichten gemotiveerd is, wanneer ik ‘schijnbaar’ mijn vroegere meening: ‘dat geordende gymnastiek-speloefeningen niet noodig zijn voor dezen leeftijd’ - weerspreek. Deze meening geldt voor normale verhoudingen. Dit sluit niet uit, dat ze in andere omstandigheden nuttig, ja zelfs zeer gemotiveerd kunnen zijn. Prof. Matthias (München) heeft aangetoond, dat de behoefte aan stimulans voor den groei, door middel van lichaamsoefening, het grootst is tijdens de z.g. groote lengtegroeiperioden van 1-7 jaar en van 12-16 jaar (meisjes) of 13-18 jaar (jongens).

Waar kinderen opgroeien onder dusdanige omstandigheden, dat deze stimulans niet voldoende is, wordt de ontwikkeling gehinderd; in den regel niet slechts physiek, maar ook psychisch op grond van het natuurlijke verband tusschen motorische en sensibele zenuwstelsels.

[pagina 4]
[p. 4]

De kinderpsychologie geeft menig voorbeeld van schuwheid, gebrek aan zelfvertrouwen en derg.; maar ook van prikkelbaarheid, eigenzinnigheid - welke grenst aan halsstarrigheid - ongehoorzaamheid, die in hoofdzaak zijn oorzaak in het milieu hebben.

De belangrijke faktor in het gymnastiek-spel is voor het kind de vreugde, het vroolijk-zijn.

Dat deze faktor de uitvoering ten goede komt en - wanneer juist toegepast - een goede hulp in de opvoeding kan zijn, geeft onderstaand voorbeeld, waardoor op zijn instituut de geregelde kleutergymnastiek haar intrede deed.

Het gebeurde, dat kleuters hun oudere zusters naar haar vrijwillige gymnastiek begeleidden. Onder de kleintjes ontstond het ‘gymnastiekje spelen’, doordat ze na begonnen te doen, wat ze er zagen.

Nadat de leerares hen met het een en ander ging helpen, fantasie-uitdrukkingen bezigde en zoo eenigszins tot een inleiding van het bewegingssprookje kwam, was de opgetogenheid onder de kleintjes zoo groot, dat zij er zonder dat ‘extra lesje’ niet meer afkwam. Zoo ontstond een apart kleuteruurtje, waarvan het aantal deelnemertjes snel aangroeide, terwijl gelijktijdig met zijn groei, de leeftijdsgrens zonk tot 2½ jaar.

Deze kleutergymnastiek bestaat nu meer dan 10 jaar en heeft bewezen van een bijzondere vreugde en nut voor de kinderen te zijn. Van groot belang is echter, dat een aantal artsen en paedagogen van wie het meerendeel eigen kinderen hadden (hebben), die het kleuterlesje bezochten, met ingenomenheid en erkenning den loop der lessen volgden en volgen. Men zou kunnen denken, dat één wekelijksch lesuur geen noemenswaard resultaat kan hebben (meerdere lessen per week is bezwaarlijk, door het brengen en halen der kinderen). Maar het doel is niet enkel, ja zelfs niet in de eerste plaats - de directe lichaamsoefening.

Het bewegingssprookje is, behalve een psychische opwekking, een hulpmiddel om kinderen met behulp der fantasie tot spelen te brengen en hen de vreugde daarvan ten volle te doen genieten.

Talrijke voorbeelden wijzen er tevens op, dat het vreesachtige kind, dat niet kon springen of klimmen, ja zelfs niet spelen kon, na eenige lessen zelfvertrouwen heeft gekregen en niet alleen tijdens de gymnastiek, maar ook in andere situaties. Ook verlegenheid en koppigheid kunnen in de gymnastiekles bij goede leiding zeer gunstig beïnvloed worden.

[pagina 5]
[p. 5]

Welke rol de voorstelling in verband met gedachte en handeling speelt, geeft o.a. het volgende voorbeeld aan:

Een driejarig meisje had tijdens 5 lessen toegekeken. Toen ze de 6e maal meedeed, herinnerde zij zich niet slechts de fantasie-uitdrukkingen en oefeningsvormen, die ze gehoord en gezien had, maar ze voerde de bewegingen uit, alsof ze de vorige lessen had meegedaan, dank zij het feit dat zij psychisch er zoo levendig aan deelgenomen had.

Opmerkelijk is de juiste en heldere herinnering, die kinderen behouden van verhaaltjes, welke zij als oefeningen hebben uitgevoerd.

Tot slot zij er nog gewezen op de niet onbelangrijke beteeken is van het feit, dat deze vorm van spel ‘gymnastiek’ wordt genoemd en deze als zoodanig door de kleuters opgevat wordt als een na te streven genoegen en dat tevens bij ouders en opvoeders het bewustzijn wordt gewekt voor het nut van lichamelijke oefening, zoodat het door hen naar waarde worde geschat als een verplicht schoolvak en zij het met ingenomenheid zullen goedkeuren, wanneer hun kinderen zich interesseeren voor vrijwillige gymnastiek, sport en spel.

In deze tweede Nederlandsche oplaag zijn eenige kleine veranderingen - verbeteringen naar ik hoop - aangebracht.

 

Lund, April 1935.

J.G. THULIN.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken