Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roze Kate (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roze Kate
Afbeelding van Roze KateToon afbeelding van titelpagina van Roze Kate

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.09 MB)

Scans (58.40 MB)

ebook (11.44 MB)

XML (1.66 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roze Kate

(1893)–Nestor de Tière–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Twee en twintigste hoofdstuk
De Folterkamer

De roode gordijnen, een oogenblik weggeschoven, lieten de getuigen toe een blik te werpen in een somberen gang, soort van voorkamer, slechts flauw verlicht door het roode schijnsel eener fakkel, die door een gerechtsdienaar in de hand gehouden werd.

Het buitenlicht was zorgvuldig afgesneden.

De voorkamer had in de diepte eene breede eikenhouten deur langs welke men toegang kreeg tot een steenen trap die naar de eigenlijke folterkamer voerde.

Aan deze deur werd Everard door de gerechtsdienaars over-

[pagina 557]
[p. 557]

geleverd aan vier personen, de eigenlijke beulen, die met de grijze over het hoofd getrokken kappen, er recht akelig uitzagen.

Everard trachtte kloek te blijven, doch hij kon niet beletten dat hem eene hevige huivering over de leden voer toen hij in den bedoelden gang trad.

De lucht was er vochtig en koud en uit de diepte steeg als een dichte nevel op, wier akelige grafgeur hem de borst benauwde.

Weldra was men beneden in eene soort van overwelfde kamer gekomen, welker van vocht zijpelende wanden bedekt waren met allerhande vreemdsoortige tuigen, waarvan de arme Everard maar al te goed de vreeselijke bestemming giste. Het waren schragen en banken van zonderling maaksel, ijzeren laarzen, touwen van allerhande dikte.

In een hoek stond een reusachtig rad, en daarnaast een komfoor vol gloeiende houtskool wiens rood- blauwachtig schijnsel dezen hoek spookachtig verlichtten.

't Was vreeselijk om aanschouwen, dat somber tooneel.

In dit helsche vertrek had men toegang, behalve langs den hooger vermelden trap, door twee spiraalvormige wenteltrappen die aan twee tegenovergestelde zijden waren aangebracht, en langs welke de personen afdaalden die, buiten de rechters, om eene of andere reden bij de foltering moesten tegenwoordig zijn.

Op het oogenblik dat Everard werd binnengeleid, verscheen langs eene dier smalle trappen een persoon die, in eene wijde sprei gewikkeld, het hoofd onder eene paterskap verborgen, de binnentredende rechters te gemoet trad en den voorzitter der schepenbank eenige woorden in het oor fluisterde.

De voorzitter knikte twee, drie maal met het hoofd tot teeken van toestemming, en de man in de pij ging daarna post vatten naast het groote rad tegen den vochtigen muur.

Everard, had de oogen gesloten en liet zich blindelings door de gemaskerde beulen voortleiden.

In 't midden der folterkamer bleven zij eensklaps staan.

Everard opende de oogen en wierp een vluchtigen en vreesachtigen blik rond de akelige plaats waarin hij zich bevond.

Toen hij rondom zich alleen nog onder de kappen verborgen gezichten der sombere gestalten die hem omringden bemerkte,

[pagina 558]
[p. 558]

en die in deze aardsche hel de bediening van duivels uitoefenden, toen hij het een na het ander de moorddadige tuigen geteld had die in akelige welsprekenheid tegen de wanden gerangschikt stonden, viel zijn geest eensklaps ten prooi aan eene zonderlinge begoocheling.

In zijn eenvoudig doch vast geloof van kristen, meende hij reeds deze wereld verlaten te hebben en overgebracht te zijn in het zwarte rijk der booze geesten, in het vervloekte oord waarvan het evangelie spreekt en waar geween is en tandengeknars.

De voorzitter, vergezeld van eenen griffir, trad weldra naar het midden der kamer waar Everard roerloos was blijven staan.

Bij het zien van den schepene, kwam Everard meer tot het eigenlijke besef van zijnen toestand terug. Hij hief de oogen ten hemel als om hulp en bijstand af te smeeken die hij hier beneden van niemand meer te verwachten had, zoo bemerkte hij dat men vlak boven zijn hoofd in het welfsel eene katrol bevestigd had waarover eene sterke bennepen koord liep die tot aan zijne voeten afdaalde.

Onwillekeurig rilde hij.

De vier sombere gemaskerde mannen stonden zwijgend naast hem.

De voorzitter en de schepenen namen plaats op stoelen die tegen de wanden bevestigd waren, en de griffier stelde zich tot schrijven gereed ten einde de bekentenissen van den beschuldigde op te teekenen.

Alhoewel Everard met alle krachtdadigheid zijnen moed bijeenriep, gelukte het hem toch niet het gevoel van angst te bemeesteren dat hem bekroop bij het zien der akelige toebereidselen.

Hij dacht aan Roze Kate, aan de opoffering die zij voor hem gebracht had, en zijn hart werd week.

Hij spoorde zich aan tot krachtdadigheid en maakte zich tot lijden gereed.

Op een teeken deden de beulen hem de kleederen af en lieten hem naakt tot aan het middel.

De voorzitter trad voor hem.

- Zijt gij bereid thans uwe misdaad te bekennen?

- Ik heb niets te bekennen: ik ben onschuldig.

- Wie is dan de schuldige?

- Ik kan hierop niet antwoorden.

[pagina 559]
[p. 559]

- Kent gij hem of haar?

Everard gaf geen antwoord.

- Gij hadt wellicht medeplichtigen, wilt gij ze noemen?

- Ik had geene medeplichtigen omdat ik zelf niet plichtig ben.

De voorzitter wierp een blik naar den kant waar de als monnik gekleede persoon beweegloos tegen den muur stond.

Deze gaf een teeken, voor allen onmerkbaar, doch dat de voorzitter best scheen te begrijpen.

Denk, zoo ging de voorzitter voort, dat gij door uw schuldig en halsstarrig loochenen ons niet alleen dwingen zult u de ‘scherpe examinatie’ in al hare strengheid toe te passen, maar dat wij ook jegens andere personen zullen moeten maatregels nemen.

Everard werd nog bleeker.

Hij dacht plots aan Roze Kate!

De verklaring die het meisje voor de rechtbank had afgelegd was inderdaad van aard om in de harten der schepenen argwaan te doen ontstaan.

Wie weet of zij zelve niet ging aangehouden worden!

Misschien had zij op dit oogenblik reeds hare hartstochtelijke verklaring met hare vrijheid geboet.

Roze Kate in de gevangenis!

Op de pijnbank misschien!

Die gedachte deed hem al zijnen moed verliezen en hij stond op het punt in bezwijming te vallen.

Het gerammel van ijzeren stangen riep hem tot de ontzettende werkelijkheid terug.

- Is Roze Kate aangehouden? riep hij met onstuimige kracht. Zij is onschuldig, onschuldig!

De schepenen bezagen elkander en de voorzitter wierp andermaal een vluchtigen blik op den geheimzinnigen toeschouwer in de kluizenaarspij.

Deze knikte twee maal met het hoofd.

- Er is thans geen sprake van Roze Kate, antwoordde de voorzitter ontwijkend; denk alleen op uw eigen, en toon berouw over het door u gepleegde vreeselijke schelmstuk.

Dit berouw kunt ge alles uitdrukken door volledige bekentenissen af te leggen.

Everard zou geen oogenblik geaarzeld hebben de bekentenis af te leggen dat hij de ijselijke moord bedreven had, zoo hij

[pagina 560]
[p. 560]

de verzekering gehad hadde dat Roze Kate door die bekentenis aan de gruwelijkheden der pijnbank ontsnappen kon. Want in zijn geest was hij thans overtuigd dat het arme meisje aangehouden en in de gevangenis geworpen was.

Everard, onschuldig als de onschuld zelve, hij die zijne moeder aanbeden en geeerd had als een edelgoed wezen, hij zou bekennen die zelfde moeder, zijn ideaal van 't goede en 't reine, met eigen handen vermoord te hebben!

Doch hij bedacht nog tijdig dat deze bekentenis geen ander gevolg hebben kon dan ook haar als medeplichtige te doen martelen.

Hij riep derhalve al zijn moed en krachtdadigheid te samen en bereidde zich tot onverschrokkenheid.

- Ik ben onschuldig, dat was alles wat er thans nog over zijne lippen kwam.

- God is ons tot getuige, sprak de voorzitter der schepenbank, dat gij zelf ons dwingt tot het nemen der strengste maatregels.

- Ik ben onschuldig, antwoordde Everard.

- Begint.........

Dat bevel viel als een doodvonnis van de lippen des voorzitters.

- Gij zult de ‘examinatie’ voortzetten tot dat wij u bevelen op te houden, sprak de voorzitter andermaal zich tot de beulen wendend.

Deze trokken de van het gewelf afhangende koord naar beneden.

Everard had de oogen gesloten; een dof gedommel ruischte in zijn ooren; koud zweet overstroomde zijne ledematen en hij sidderde tot in het diepste zijner ingewanden.

- Mochte er tijdens de ‘examinatie’ den plichtige eenig letsel overkomen, 't zij de breuk van een of ander lichaamsdeel, 't zij zelfs de dood, dan verklaar ik van nu af dat de betichte alleen daarvan de oorzaak is. Dat thans gerechtigheid geschiede! Vangt aan!

Gogenblikkelijk maakten de vier beulen zich nu van den armen Everard meester. De handen werden hem op den rug gebonden en aan de lange koord bevestigd die van over de katrol naar beneden hing.

Twee hunner grepen het andere eind, en, met vereende

[pagina 561]
[p. 561]

krachten, haalden zij de koord met haren menschelijken last omhoog tot tegen het welfsel.

Dan lieten zij eensklaps de koord los, en het slachtoffer plofte naar beneden met een hevigen smak.

Op een voet afstands van den vloer bleef hij hangen........

Het geweld van dien ruk was zoo ontzettend hevig dat Everard gansch bewusteloos aan de koord hing.

De beulen wachtten eenige oogenblikken.

Toen Everard weer de oogen opénde, hernamen zij, op een teeken van den Voorzitter, het akelig werk.

Even geweldig als de eerste maal werd de jongeling naar beneden gesmakt.

Die helsche foltering duurde ruim een half uur.

Everard had geen enkel klacht laten hooren.

Geen woord kwam uit zijn mond.

Zijne hijgende en smachtende borst echter gaf een rauw en hol gerucht, iets als de doodsreutel.

Zijne doffe, verglaasde oogen stonden als die eens zieltogenden en schenen zich slechts te sluiten voor den eeuwigen doodslaap.

De koord die rond zijne polsen gebonden was, zat zoo diep in het vleesch gedrongen, dat het bloed in overvloedige stroomen over zijn rug en borst gegudsd was, en, zich met den slijmerigen en slijkerigen bodem mengend, had het eene soort van kleverige pap gevormd waarmede zijn gansch lichaam bespat was.

De voorzitter deed eindelijk een teeken dat de beulen ophouden zouden.

Everard werd van de koord losgemaakt en viel als eene ziellooze massa op den grond: zijne ontwrichte beenderen en zijne gekneusde spieren konden zijn jammerlijk gemarteld lichaam niet meer ondersteunen.

't Was een ellendig, een onmenschelijk, een wraakroepend tooneel, dezen jongen man, in de volle kracht des levens te aanschouwen, vernietigd, verpletterd door de wreedste marteling, gefolterd en verplet voordat hij zelfs veroordeeld was.

Wat moesten zij sterk zijn, door het bewustzijn hunner onschuld, de arme slachtoffers die destijds in de handen des gerechts vielen en, ondanks de helsche martelingen die zij onderstonden, toch hunne onschuld bleven staande houden!

Hoevele honderden, van denkbeeldige misdrijven beschuldigd, hebben niet geeindigd met de ongerijmdste bekentenissen af te

[pagina 562]
[p. 562]

leggen, alleen om aan de geraffineerde pijnigingen te ontsnappen die hun in de scherpe examinatie werden toegepast!

- Dat men den beschuldigde naar zijne cel terugbrenge, 't is genoeg voor vandaag, sprak de voorzitter.

Voor vandaag!

Twee der beulen namen Everard op, en droegen hem weg.

Het rampzalige slachtoffer gaf geen teeken van leven meer!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken