Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3 (1855)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3
Afbeelding van Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3Toon afbeelding van titelpagina van Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.34 MB)

Scans (4.29 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3

(1855)–Hendrik Tollens–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 139]
[p. 139]

De jaargetijden.

[pagina 141]
[p. 141]

Lente.

 
Kom, Corinna! kom ter hulp:
 
Dragen wij den velddisch buiten;
 
IJlen we uit onze enge stulp:
 
Hoor! de vooglen gaan aan 't fluiten.
 
Kom, Corinna! beur het oog,
 
Kom herleven en genieten;
 
Wisch het laatste traantje droog,
 
Want de beekjes zijn aan 't vlieten.
 
Treur niet langer: alles lacht,
 
Alles dartelt in de struiken;
 
Tooi u in de hoogtijdsdragt,
 
Want de bloempjes gaan ontluiken.
 
Kom, Corinna! kom naar 't veld:
 
Reeds verdwenen bui en vlagen,
[pagina 142]
[p. 142]
 
't Zuiderkoeltje zwoegt en zwelt,
 
't Herdersuurtje heeft geslagen,
 
't Hoogfeest heeft zich ingesteld.
 
Welkom in de ontdooide dalen,
 
Welkom, lente! duizendmalen,
 
Welkom uit den sluimerdood!
 
Welkom, duizend dartle kruidjes,
 
Teedre halmen, tengre spruitjes,
 
Wiegende op den moederschoot!
 
Welkom in de ontloken dreven,
 
Siersel van mijn lenteleven,
 
Die ik prang aan 't gloeijend hart!
 
Zie, hoe uit het zwanger knopje
 
't Blaadje zijn gekronkeld topje
 
Reeds ontwentelt en ontwart;
 
Zie, hoe langs de slingerpaadjes,
 
Reeds de schaduw van de blaadjes
 
Wemelt met een breeder zwart;
 
Zie, hoe duizend wondre plantjes
 
't Hoofdje worstlen uit de zandjes
 
En het stooten aan uw voet;
 
Zie, hoe Zefirs ruischend fluitje
[pagina 143]
[p. 143]
 
Weer der bloemen tierig spruitje
 
Op het struikje dansen doet.
 
Welkom, welkom, duizendtallen,
 
Dek en dos van hof en haag!
 
Zijt gij uit de lucht gevallen
 
In een digte regenvlaag?
 
Welkom, welkom, duizend kleuren,
 
Tij en vloed van verw en geuren,
 
Lot en loovers duizendvond!
 
Welkom, stroom van hemelstralen,
 
Die vallei en veld bemalen
 
En besprenklen met hun goud!
 
Voel, Corinna! hoe, in 't gloeijen,
 
't Licht tot in ons hart komt vloeijen,
 
En de borst ons ruimer smelt;
 
Zie, hoe weer zijn tooverlonken
 
De opgewekte kracht ontvonken,
 
Die natuur in de aadren welt;
 
Zie, hoe 't spieglend in de plasjes,
 
Van de natbedauwde grasjes
 
De opgetaste droppels lekt;
 
Zie, hoe 't, in 't verkwikkend blaken,
[pagina 144]
[p. 144]
 
Lachjes op de blijde kaken
 
Van het jeugdig loover dekt.
 
Alles tooit zich, waar wij treden:
 
Ieder straaltje schiet beneden
 
Nieuwen zegen van omhoog;
 
Rijker siert zich elke morgen:
 
Wat nog gistren was verborgen
 
Schittert heden voor ons oog.
 
Zie! wat voller bui van bloemen,
 
Niet bij tint noch tal te noemen,
 
Is op de akkers leeg gestort!
 
Zie! de witbesneeuwde twijgen,
 
Die van bloesem nederzijgen,
 
Schieten plaats er voor te kort!
 
o Reeds lacht een oogst van zegen
 
Uit dien purpren dos ons tegen,
 
Die in gaard en dreven gloort;
 
Reeds beloven al die blaadjes
 
Ons de vruchten van de zaadjes:
 
Lieve bloesems! houdt uw woord.
 
Ja, natuur ontrolt haar gerven,
 
En stort al wat ze ons liet derven,
[pagina 145]
[p. 145]
 
Thans verdubbeld op ons neer:
 
Och, zij scheen vergrijsd te sterven,
 
Maar verjongd herleeft zij weer.
 
Laat uw oogje rondom dwalen,
 
Nu eens rijzen, dan eens dalen
 
En verbazen, waar het viel;
 
Dring die duizend wondren binnen,
 
En verdool er met de zinnen
 
En geniet er met de ziel.
 
Kom, Corinna! laat ons loven,
 
Laat ons stijgen uit het stof;
 
Al die luister daalt van boven:
 
Beur naar boven lied en lof.
 
Laat ons juichen, laat ons streelen,
 
Laat ons strooken in het groen,
 
Even als in gindsche abeelen
 
Duizend dartle vogels doen.
 
Laat ons danken, laat ons minnen:
 
Niet dan liefde zweeft ons rond;
 
't Eigen vuur vloeit alles binnen;
 
De aarde spreidt haar looverspond.
 
Al wat insliep mogt ontwaken,
[pagina 146]
[p. 146]
 
Als herschapen na zijn rust;
 
't Voelt op nieuw zijn banden slaken
 
En herboren levenslust.
 
Kom, Corinna! laat ons kozen,
 
Kussend kleven hand in hand:
 
Liefde kleurt het schoonst de rozen,
 
En beschildert bloem en plant;
 
Liefde toovert licht uit duister,
 
Geeft wat schittert hooger gloed,
 
En verdubbelt nog den luister,
 
Die de lente pronken doet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken