Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 3 (1805)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 3
Afbeelding van Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.36 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
lyriek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve van minnezangen en idyllen. Deel 3

(1805)–Hendrik Tollens–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 91]
[p. 91]

De jagtpyl.

 
Lidia, de schoonste schoone
 
Van de streek, door haar bewoond,
 
Was godes van aller harten,
 
Door de liefde 'er toe gekroond.
 
 
 
Zonder willens was zy Venus,
 
Die den koelsten zin bekoort,
 
Zonder willens, 't minnewigtje,
 
Dat het hardste hart doorboort.
 
 
[pagina 92]
[p. 92]
 
Maar, zy paarde stugge koelheid
 
Aan haar liefdeöntfonkend schoon;
 
Maar zy doemde Venus gunsten
 
En 't gezag van Venus zoon.
 
 
 
Eens zat ze, onder 't riet verscholen,
 
Op het zoomtje van den vloed,
 
En elk golfje, haar genaderd,
 
Kuschte nedrig haren voet.
 
 
 
Eensklaps vliegt een pyl, in 't snorren,
 
Dóór haar hairvlecht, in de lucht,
 
En een kreet van 't siddrend meisje
 
Volgt hem, gillende, in zyn vlugt.
 
 
 
Eensklaps stort een jonge jager,
 
Schieter van 't verdoold geweer,
 
Door haar' luiden schreeuw getrokken,
 
Hygend voor haar voeten neêr.
 
 
[pagina 93]
[p. 93]
 
‘Och, ik wondde u!’ roept hy angstig:
 
‘Dat des hemels wraak my straff'!’
 
Maar het meisje stilt zyn zorgen,
 
't Meisje wischt zyn tranen af.
 
 
 
‘'k Acht me,’ roept hy, teder vleijend,
 
‘Nochtans met uw' haat belaên,
 
T'zy ge, tot verzoeningsteeken,
 
My één kuschje toe wilt staan.’
 
 
 
't Meisje gunt, de jager neemt het,
 
En hy neemt 'er meer en meer,
 
En hy drukt haar aan zyn' boezem,
 
En zy stelt zich niet te weer.
 
 
 
De avond valt: zy spoeden beiden
 
Naar het eigenst vlekje heen:
 
Beider harten zyn vereenigd,
 
Beider hutten worden één.
 
 
[pagina 94]
[p. 94]
 
Al de landjeugd schoolt te samen,
 
Alles fluistert, klein en groot,
 
Dat het minnewigtje zelve
 
't Pyltje van den jager schoot.
 
 
 
Hoe dan wilt gy, stugge schoonen!
 
't Minvermogen stout weêrstaan?
 
Amor leent, om u te treffen,
 
Zelfs de pylen van Diaan'.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken