Liederen van weemoed, wanhoop en waanzin. Gevolgd door Liefdes-, klaag- en politieke liederen. Aliesjes poëziebundel I en II

[p. 154]

't Wonder van de techniek

Je had me 'r vaak over verteld: je had 'r 'n ponniepaardje,
geitjes, bokken, kippen, grote velden koorn,
en tot overmaat van weelde drie tamme kauwen en 'n eekhoorn
die kunsjes kenden: je had 'r 'n ‘aardje naar je vaartje’

zoals je zelf altijd zei. Nu ging je weer.
Je haalde je doeken koffer van zolder, die met chromen
sloten en een kast van krokodilleleer,
en stouwde n'm vol. Ik zou later komen,

had ik gezegd. Je snelde naar de trein,
je wist niet dat je weer zo gauw terug zou zijn!,

want: al had je je 'r nog zo op verheugd, te wieden
viel 'r niets meer: mooie monovinylchloride

had die taak van je overgenomen, en waar voorheen
de boerderij had gestaan: daar hing nu 'n manjifieke wolk etheen.