Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lees en luister. Deel 9 (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lees en luister. Deel 9
Afbeelding van Lees en luister. Deel 9Toon afbeelding van titelpagina van Lees en luister. Deel 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.76 MB)

Scans (44.32 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lees en luister. Deel 9

(1947)–H.J. Tromp–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

2. Twee Honden.



illustratie

Het was een natte gure dag. Er viel een koude motregen.

Zwart en glibberig lagen de straten. Druipend, met naaktglimmende takken, stonden de bomen. Haastig liepen de mensen... haastig, met rode neuzen en wrevelige gezichten.

Een was er, die niet haastig liep.

Een arm klein jongetje was het. Hij had een oud versleten jasje aan. Daaronder rilde zijn mager lijfje van de kou.

De handen had hij diep in de zakken van zijn veel te grote broek gestoken. Het hoofd hield hij weggedoken tussen de opgetrokken schouders.

Hem volgde een klein mager hondje, dat beefde over al zijn leden.

[pagina 10]
[p. 10]

De jongen keek niet naar het hondje om. Dicht langs de huizen slenterde hij voort.

Onder de grote klep van zijn pet stond zijn spits bleek gezichtje droef en peinzend.

Ja, vader had goed prate! Cente verdiene most-ie! Dat ging maar zo!

‘De straat op, en geld verdiene,’ had vader gezeid, toe-d-ie net zo fijn met z'n hondje an 't spele was. ‘Je hangt maar thuis, lummel, die je bint. Je deugt nerges voor. Vooruit, opgemarcheerd!’

Cente verdiene! Waarmee? Ze konne je misse tegeswoordig.

In drie winkels was-t-ie al geweest. Of ze geen loopjonge gebruike konne.

Mis, overal mis. Ze keke na z'n kapotte klere en trokke de neus op. En dan zeie ze maar gauw, om d'r van af te weze: ‘Nee, we hebbe d'r al een.’

Op een straathoek bleef de jongen besluiteloos staan.

Welke straat zou ie nou ingaan?

Hè, wat was 't hier koud. Niet om te harde. De wind blies je dwars door je klere en door je botte heen.

Hoger trok de jongen de schouders op. Kleiner schurkte hij in elkaar. Dieper groef hij de verkleumde handen in de zakken.

Het hondje drukte zijn bibberend lijfje stijf tegen de benen van zijn baasje aan, en lichtte een trillend pootje op.

‘Och arm beesje,’ zei de jongen medelijdend, ‘hè jij 't zo koud?’

Hij bedacht zich geen ogenblik, trok zijn jasje uit, nam het diertje op, wikkelde het in de jas, en droeg het op zijn armen verder.

‘Zoet beesje is-t-ie van de baas, hè?’

Hij streelde het witte kopje met de glimmende oogjes. En een klein rood tongetje likte dankbaar zijn hand.

[pagina 11]
[p. 11]

‘Vader wil je weg doen. Maar dà gebeurt niet. Jij blijft bij je baasje, hoor. Jij eet toch maar zo weinig.’

Toen de jongen dat zei, voelde hij opeens zijn eigen knagende honger.

‘Kom, we zulle 's perbere, of we niks te bikke kunne krijge.’

Bij het eerste huis het beste schelde hij aan.

Een dikke dienstmeid deed open.

‘Juffrouw, mag ik alstublief een boterham? We hebbe zo'n honger,’ vroeg hij beleefd.

Eerst wou de meid de deur voor zijn neus dicht gooien, dat zag hij goed. Toen kreeg ze toch medelijden, en ze zei niet heel vriendelijk: ‘Wacht maar even. Op de stoep blijven staan, hoor je.’

Even later kwam ze terug met een dikke roggebroodboterham.

‘Dank u beleefd,’ zei de jongen.

De meid bromde iets terug, maar ze keek toch wat vriendelijker dan zoëven.

Gelukkig met zijn schat, ging de jongen in een portiekje zitten, trok de boterham doormidden, en gaf het hondje de ene helft. De andere was in een ommezien in zijn eigen maag verdwenen. Veel was het niet... zo'n halve boterham. Zo had hij er wel tien en meer gelust.

Toen het op was, stond hij op, trok zijn jasje aan, en ging verder.

Het hondje, gewarmd en gedroogd door de jas, gesterkt door de ongewone tractatie, sprong vrolijk blaffend en dankbaar kwispelstaartend tegen zijn baasje op.

Even voelde de jongen geen koude en geen honger meer. Alleen warmte en vreugde, omdat zijn kleine vriendje zo lief en zo dankbàar was.

[pagina 12]
[p. 12]

Een eindje buiten de stad stond een grote villa. Het gazon, de bloemperken, de paden, het huis zelf, alles zag er welverzorgd en onberispelijk uit.

In de eetkamer zaten mijnheer en mevrouw met hun enige zoon aan tafel.

‘Jongen,’ zei mijnheer, ‘als je tijd hebt, ga dan vanmiddag eens een eind wandelen met Jack. Over veertien dagen moet hij naar de hondententoonstelling. Als hij geen prijs haalt, doe ik hem weg.

Wandel eens een uurtje met hem om. Anders wordt hij te dik en te stijf.’

De jongen knikte verveeld.

Toen wendde mijnheer zich tot zijn vrouw.

‘Krijgt hij wel op tijd zijn rijst met gehakt, en wel altijd de juiste portie? Wie zorgt daar eigenlijk voor? En wordt hij wel op tijd gewassen en gekamd?’

‘Daar zorgt de meid altijd voor,’ zei mevrouw schouderophalend.

En Ruut, de zoon, zei onverschillig: ‘Als ik tijd heb, zal ik wel een eind met dat beest gaan wandelen.’

 

Met zweep en halsband gewapend liep Ruut die middag naar het hondenhok.

‘Nou kom, dan mag je mee!’ riep hij de ruwharige foxterrier toe.

Er kwam een vrolijke flikkering in de ogen van het dier, toen Ruut het deurtje opende. Uitgelaten van blijdschap, sprong hij tegen zijn baas op.

Maar die weerde hem af. ‘Allo, met je smerige poten tegen mijn goede pak! Ben je gek? Vooruit, laat dat!’

Het dier was door zijn onvriendelijke, snauwerige toon niet ineens bedaard. Venijnig striemde Ruut de hondezweep over het donzig witte lichaampje.

Het beest kromp ineen. Plat op zijn buik liggend, liet het

[pagina 13]
[p. 13]

zich de halsband omgespen. Plotseling, weer tot besef komend van een uurtje vrij, holde Jack als een bezetene, met uitbundige sprongen, over de keurig aangelegde en onderhouden bloemperken heen.

Ruut had hem nog willen pakken - greep mis, en struikelde.

Met van drift overslaande stem probeerde hij het dier tot kalmte te brengen.

‘Kom je hier, lelijk mormel?!... Hier... of...!’

Dreigend hief hij de zweep omhoog.

In de ogen van de hond doofde de glans. Met in zijn blik de angst van een slaaf, doorgezakt tot op zijn buik in het stof, kroop de hond zacht en klaaglijk jankend op zijn baas toe.

Deze pakte hem bij het nekvel, en meedogenloos strafte hij het kermende dier met een regen van striemende zweepslagen af.

Toen rukte hij het gemartelde beest de halsband af, gaf het arme dier een schop, sloot het deurtje van het hok, en ging fluitend naar huis terug.

Droevig, niet begrijpend, keken de zachte ogen van het teleurgestelde dier de jongen na.

Zijn etensbak stond vol... zijn buikje was altijd gevuld... maar zijn trouwe hart, hunkerend naar liefde, bleef altijd leeg.

 

Voor L. en L. afgestaan.

Vrij bewerkt naar Toos van der Heijde.

Twee giften.
 
God gaf twee hemelse geschenken
 
De mens, in alle vreugde en smart:
 
Verstand - om scherp en goed te denken...
 
Om zacht en goed te doen - het Hart.
 
 
 
J.P. Heije.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken