Mijn dierenboek
(ca. 1895)–Raphaël Tuck–
[pagina 1]
| |
[pagina 3]
| |
1[regelnummer]
Gans - je, gans - je!
Houd een dans - je
Met mij, roept de vos.
't Gans - je gag - gelt:
Nee! en wag - gelt
Op den vij - ver los.
![]() ![]() 2[regelnummer]
Een schoo - ner vo - gel ken ik niet
Dan dien gij op dit prent - je ziet.
![]() 3[regelnummer]
De eend - jes bren - gen een be - zoek
Aan mees - ter haan en zij - ne kloek.
![]() | |
[pagina 5]
| |
1[regelnummer]
De e - zel moet vaak las - ten dra - gen
Ook spant men hem wel voor den wa - gen.
![]() 2[regelnummer]
De koe loopt in de groe - ne wei
En eet het mal' - sche gras,
Maar is het mooi - e weer voor - bij.
Komt haar de stal te pas.
![]() | |
[pagina 6]
| |
1[regelnummer]
Lang - hals, blijf eens e - ven staan:
'k Wou wel van je we - ten,
Uit wat land je bent van - daan
En hoe 'k je moet hee - ten.
![]() 'k heet gi - raf - fe, lie - ve kind,
En ik werd ge - bo - ren
Waar men palm en cac - tus vindt;
Daar zou 'k thuis be - hoo - ren.
| |
[pagina 8]
| |
![]() 1[regelnummer]
Kent gij dit dier,
van kleur zoo fraai?
Wel ze - ker, 't is
een pa - pe - gaai.
![]() Den ster - ken con - dor ziet gij hier.
Op hoo - ge ber - gen woont die gier.
![]() 3[regelnummer]
De vlug - ge zwa - luw maakt be - kend
De aan - komst van de lie - ve lent.
![]() Als an - dren sla -
pen houd ik wacht
En schreeuw mijn
oe - hoe! in den nacht.
5[regelnummer]
De ma - ra - boe
staat def - tig daar;
Een neef - je is 't
van den ooi - e - vaar.
![]() |
|