Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beginzel van hemelwerk (1720)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beginzel van hemelwerk
Afbeelding van Beginzel van hemelwerkToon afbeelding van titelpagina van Beginzel van hemelwerk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (15.98 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beginzel van hemelwerk

(1720)–Carolus Tuinman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Bestaande in mengelzangen over menigerlei uitgelezene geestelyke en stichtelyke keurstoffen, tot zielverlustiging, op veelerhande rymtrant en toonen


Vorige Volgende
[pagina 221]
[p. 221]

Bladwyzer.

A.

ZORGELOOSHEID.
Acht uw' vyand niet te kleen. 175
VERVOLGING.
Al weder, moord en wapen! 91
KOOPEN.
Alle waar is naar haar geld. 160
TROOSTPROEVE.
Almagtig Trooster van Gods gunstelingen. 16
ZOT GELACH.
Als de lach op 't hoogste schatert. 198
ROMENS KRAMERY.
Als de malle koopliên komen. 86
VOLHERDEN.
Als een vroeg gevallen dauw. 112
'T SCHEPZEL AL.
Als ik 't geschapen Al beschouw, 4
KRUISROEM.
Als ik uw bloedig kruis beschouw, 36
VALLEN.
Als iemand nimmer viel, 76

B.

TROUWELOOSHEID.
't Bedrog, dat in de wereld heerscht, 172
HERSSENBEELDEN.
Beelden maken, beelden breken, 123
STRYDEN.
Begeert gy de overwinningkroon, 79
STERFBEREIDING.
Bereid uw huis, want gy zult sterven, 215
SCHOONHEID.
Bevalligheid van schoon gevormde leden, 141
ZIET TOE.
Blaast de voorspoeds wind in 't zeil, 176

[pagina 222]
[p. 222]

DE HEILBRON.
Bron van heil, en leeven, 51
DE BUIKGOD.
Buikgod, die van uwe knechten, 188
SCHULD OPLEGGEN.
By menschen is gemeen, 44

D.

TYDIGHEID.
Daar is een tyd tot alle zaken, 130
DE MIDDA GZON.
Daar straalt de zon in zuider middag top, 118
DIENSTYD.
De jongheids tydt dient waargenomen, 26
QUADE TONGE.
De tonge misbruikt, is 't schadelykst aller leden, 195
WISSELBEURTEN.
De tyd baart rozen, maar men moet die lydzaam wachten. 166
KRUISKROON.
De tyden van lyden, 101
BEDROGEN WAAN.
De waan van 's werelds schynvermaaken, 182
OOST, WEST, T'HUIS BEST.
De wereld is een vreemd' lingschap, 217
BEDRIEGERS.
De wereld wil bedrogen zyn, 173
LEEREN.
De woorden mogen wekken, 203
AVONDZUCHT.
De Zon, het grote wereldlicht, 120
HEMELPAD.
Die als Salems borger handelt, 104
PEKSMET.
Die met het pek veel wil verkeeren, 199
GENOEG.
Die met hun lot te vreên, en vrolyk leven, 22

[pagina 223]
[p. 223]

ZELFSBENADEELING.
Die na boven spouwen, 139
TREKKEN.
Die van Gods Zoon getrokken word, 75
ZONLOOP.
Dus rolt de zon steeds even vlugtig, 119
KRYGSZUGTIGE.
Dwingelanden, menschenmoorders, 190

E.

'T ONGEWISSE.
Een gladde paling by den staart, 169
BRAND.
Een kleine vonk ontsteekt een groten brand, 194
BAKENS.
Een schip, dat zit verzeilt op 't drooge. 71
SCHURFT.
Een schurfdig hooft dat vreest de kam, 150
WANKEUR.
't Eenigst, daar nu aardsche menschen. 135

G.

BETHLEHEMS STAL.
Gaat heen, gy aardsgezinden, 29
LEVEN, NEVEL.
't Geen leven is van voren, 209
'T HOOGSTE GELUK.
't Geluk van 's Heren bondgenoot, 20
RUSTLUST.
Gelyk een knecht naar d'avondschaduw hygt, 216
GERECHTIGHEID.
Gerechtigheid, gy schoone maagd, 156
QUADE PUTTEN.
Gewis het is een quade put, 207
BLOEDBAAN.
God, en Heilland, gy moest koopen, 100
BEDEE.
Hier kniel ik, grote God, voor myn geduchten  

[pagina 224]
[p. 224]

  Rechter, 45
BUIKBEESTEN.
Gy Bacchusheld, die met uw' volle glazen, 189
GELYKVORMIGHEID.
Gy, die den naam van Christus noemt, 61
BEZIE U ZELVEN.
Gy, die den splinter ziet in d'oogen. 202
STIERKONST.
Gy, die moet zeilen door stormige baaren, 106
LYDEN.
Gy hebt lydens kroes gedronken, 116
WEKLIED.
Gy luyaard, die steeds lanterfant. 116
LOSPRYS.
Gy vleeschelykgezinden, 39
KRUISPAK.
Gy wilt, Heer! dat ik drage, 99

H.

HEBZUCHT.
Hebzucht, nimmer te verzaden. 178
HELVORSCHEN.
Helvorschen, uit den afgronds draak gekropen, 88
'T BESTE DEEL.
Het goed, dat God aan zyn kindren geeft, 21
EERESTAAT.
Het is een grote glorytop, 63
ZELFSVERWINNING.
Het is wat groots, zich zelven te verwinnen, 78
BEDROG.
Het liegen, 't bedriegen gaat nu in zwang, 157
HUICHELAARS.
Het masker van vermomde huichelaren, 208
EEN NIEUW JAAR.
Het nieuwe jaar, nu aangevangen, 127
HEILBANKET.
Hemel-zoete heilbanketten, 54

[pagina 225]
[p. 225]

WILGELYKHEID.
Het past een kind te willen, 23
SCHEPZELS.
Het schepzelgenieten, 136
ROTZEN.
Het steene hart kan trotzen, 73
TYDS WAARNEMING.
Het yzer dient terstond gesmeed, 131
GODS LOF.
't Heuglykst, dat men kan begeeren, 3
KRUISLUST,
Hier kniel ik, lieve Heiland, neder, 34
EEUWVERDERF.
Hoe deerlyk staat het nu geschapen, 155
ZIEL ONTHAAL.
Hoe dwaas is, die zyn geld uittelt, 56
GODSDIENST.
Hoe liefelyk is des Heeren last, 24
DE MORGENZON.
Hoe lieflyk komt de morgenzon, 114
ONZEKERE UITKOMST.
Hoe meenig gaat het buiten gis, 168
'T HEILIG ZAAD.
Hoe pryslyk is 't in droessem van de dagen, 205
'T VERDWYNENDE.
Hoe ras gaat 's werelds pracht voorby, 162
'T HOOPANKER.
Hoe wauk'lend' is de hoop der stervelingen, 108
'S DUIVELS VRIENDSCHAP.
Hy, die den Duivel heeft te vriend, 158
BEVLYTIGEN.
Hy, die wat uit te voeren heeft, 65

I.

PNIEL.
Ik zag u, Heer, in 't heiligdom, 10

[pagina 226]
[p. 226]

ZONLICHT.
Ik zie de zon weêr opgerezen, 113
ZIELZUCHT.
Ik zie den dag van uw' verschyning nad'ren, 220
LIEFDE LIED.
Immanuel, Gods Zoon, 59
GELD
In't Hof van Romens Opperpaap. 84
GOD MET ONS.
Is God voor ons, wie zal ons tegen zyn. 5

K.

WENSCH.
Kon ik steeds myn' oogen zo bedwingen, 146

L.

'T ZONDEPAK.
Lam Gods, en Middelaar, 43
HEMEL WANDEL.
't Leven van de Hemelingen, 106
VERRAAD.
't Liefkozende gevlei van hoeren, 174
KRUISGEZICHT.
Lieve Heiland, als ik heden, 33

M.

MISBRUIKENDE.
Misrekening doet menigmaalen, 186
DANKBAARHEID.
Myn God! gy toont genadelyk, 122
ZIELDORST.
Myn ziel verlangt, 13

[pagina 227]
[p. 227]

ZEGELIED.
Myn ziel, u past een zegelied, 47
ZIEL VERHEFFING.
Myn ziel, wat zoekt, wat toeft gy hier beneden? 102

O.

DE SCHRIK DES HEEREN.
Oallerlaatste dag! 68
LEVENSBRON.
O Bron der levensstromen, 53
OCH HAD IK.
Och had ik; is een treurig woord, 133
SPOTTERS.
O dwaze spottersbenden, 196
JEZUS VERHEERLYKT.
O Englenroem, en Heid'nen wensch, 48
HEERLYK LICHT.
O geduchte Hemelheer, 50
STERF WENSCH.
O Heiland! als myn sterfuur is, 212
HET LEVEN.
O hoe lieflyk is het leven, 211
VERVOLGERS.
O Koning Christus, die aan 's Vaders rechterhand, 93
TROOST IN GODS HEIL.
O liefelyke stonden, 14
LICHT.
O liefelyk genadelicht, 11
WAARE VREUGDE.
O liefelyk goed, 17
LIEFDE.
O lieve Jezus! mogt myn ziel, 42
BEZIGHEID
O mensch! hoe dus verslaaft, 181

[pagina 228]
[p. 228]

ROEMEN.
O mensch, hoe ydel is uw roem, 140
TOEVEN.
O! minnelyk onthaal, 55
VRYHEID.
't Ongebonden werelds leven, 64
LOTWISSELING.
't Ongezien kan geschien, 165
LIEFDE GROND.
Onkennis baart onmin, 57
POPPENKRAAM.
O Popgezinden, 32
OORDEEL.
O wat is veel aan recht bezef gelegen, 134
VORSTEN LES.
O ziet eens, hoe de wereld raast, 96
LIEFDE WONDER.
O Zoon van God, die uwe gloristralen, 40

S.

AANMOEDIGING.
Salems Tempelhelden, 153

T.

WASSCHEN.
'T is vergeefs een Moriaan, 200
ZO QUAST ZO BEITEL.
Tot harde quasten moeten 151
TWISTGIERIGE.
Tweedragtig mensch, die in het twistvuur leeft, 192
DE HARTEBRON.
'T vat geeft uit, het geen het in heeft, 147
BELOVEN.
Veel beloven, niets te geven, 159
TOOIZEL.
Vrienden, kykt eens uit uw deuren, 143

[pagina 229]
[p. 229]

W.

GODS BYBLYVEN.
Waar wild gy henen zwerven, 8
GODS OORDEELEN.
Wanneer de zondenmaat vervult is, 67
ZOEN WONDER.
Wanneer ik myn' gedachten wende, 32
ONWEDER.
Wat donkre wolk, en neveldamp. 81
MISWOEDE.
Wat heeft het misslyk misgedrocht, 89
WAANFEIL.
Wat is de verwachting van meenig bedrogen, 161
VERANDERLYKHEID.
Wat is des werelds wisselval, 163
HOSANNA.
Wat is de ziel, daar God in quam, 6
KLOPPEN.
Wat is het een waarachtig woord, 74
GODS NABYHEID.
Wat is 't de ziele goed, 9
LOFGEZANG.
Wat is 't een dierbre zaak, met 's Heeren gunstelingen, 1
ZONDENVONK.
Wat kan een vonk het buskruid ras, 145
RAADSLAGEN.
Wat vast besluit van zaaken, 95
WERELDVRIENDSCHAP.
Wat ziet men menigmaal geschieden. 170
WEGVERSCHIL.
Wat zyn de baanen glibberglad. 103
HEMELREIZE.
Wat zyn'er al stormen, al buyen, al baaren, 107
GERUSTHEID.
't Wenschelykst, dat in dit leven, 18

[pagina 230]
[p. 230]

KORT GENOT.
Wereld, die steeds aardelingen, 184
VRACHT.
Wie den droes heeft ingescheept, moet met hem overvaaren, 111
KERKSTAAT.
Wie eens opmerkend' overlegt, 80
BEDEZUCHT.
'k Wil weêr heden, 1
WANWENSCH.
'k Wou, dat ik in den Hemel was, 213

Y.

HOED U.
Ys, dat glad is, doet ligt vallen, 144

Z.

BOCHIM.
Zag iemand al de traanen by malkaar, 125
ZELFVERSCHONING.
Zelden stinkt een eigendrek, 149
JEZUS HEERE.
'k Zeg den dienst van andre Heeren, 60
TYDBEDENKING.
Ziel! bedenk eens, wat al tyd, 129
BABELS HOERE.
Ziet daar Babels hoer eens pronken, 83
GOED.
Zo gewonnen, zo verteert, 180
WAARSCHOUWING.
Zo lang gaat de kruik te water, tot zy eindelyk breekt, 70
ONBEZONNENHEID.
Zy, die om den rook te myden, 137


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken