Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Turkenburg's handboekje voor het kweeken van groenten in den vrijen grond (ca. 1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Turkenburg's handboekje voor het kweeken van groenten in den vrijen grond
Afbeelding van Turkenburg's handboekje voor het kweeken van groenten in den vrijen grondToon afbeelding van titelpagina van Turkenburg's handboekje voor het kweeken van groenten in den vrijen grond

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie
non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Turkenburg's handboekje voor het kweeken van groenten in den vrijen grond

(ca. 1915)–D. Turkenburg–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Rabarber.

Rabarber is een sterke, sierlijke overblijvende plant met zeer groote bladeren. Had ze eertijds alleen als gazonplant waarde, thans wordt dit gewas vrij algemeen in den groentetuin gekweekt. Het zijn de vleezige, sappige bladstelen, die een smakelijke moesgroente verschaffen. De stelen mogen niet afgesneden, maar moeten aan den grond afgebroken worden. Men neemt de bladstelen onderaan beet, buigt ze een weinig binnenwaarts, en trekt ze dan, iets draaiend,

[pagina 179]
[p. 179]

schielijk los. Men ontdoet de stelen dadelijk van de bladschijf, daar ze anders door vochtverdamping slap worden. Rabarber stelt aan den grond hooge eischen. Ze heeft een diepbewerkten, sterk bemesten, lossen, vochtigen grond noodig. Jaarlijks moet krachtige stalmest toegediend worden. Ook kan verdunde beer dienst doen. Of een voedingsstof als chilisalpeter. Het voortkweeken geschiedt het meest door scheuring van de moederplant, die in het voorjaar in zooveel stukken kan verdeeld worden, als er scheuten of neuzen aan den dag komen. De beste soorten zijn, die weinig of geen bloemstengels ontwikkelen, zooals de Paragon. Door uitzaaiïng worden de soorten niet steeds zuiver voortgebracht. De Victoria en Monarch zijn nog 't meest soortvast.

Men zaait in Maart in een matig warmen bak of tegen half Mei op een voedzaam, liefst beschut bed, bedekt het zaad goed en houdt den grond vochtig en beschaduwd. Bij het uitdunnen of verplanten geeft men den zaailingen een onderlingen afstand van 20 c.M. In het volgend voorjaar worden ze op het bestemde bed uitgeplant, een Meter van elkaar, één rij in het midden. Zoolang het gewas nog niet veel plaats beslaat, kan de oppervlakte gronds er tusschen nog wel voor andere

[pagina 180]
[p. 180]

groenten dienen. Men kan de bladstelen eerst een jaar na de planting gebruiken. Bij droogte is een doordringende begieting noodzakelijk. Ingeval bloemstengels verschijnen, moeten deze zorgvuldig weggesneden worden, opdat alle groeikracht aan de bladeren ten goede komt. Rabarber doorstaat den strengsten winter. Slechts weinige planten zijn voldoende om een gezin van bladstelen te voorzien. Na einde Juni nemen ze in smakelijkheid af, worden ze zuurder.

Men kan de planten ook vervroegen. Op kleine schaal geschiedt dit het best met behulp van mand of kist, die (tegen of in Februari) omgekeerd op een drieof meerjarige plant wordt gezet. De mand moet geheel met een laag broeimest omgeven en bedekt worden; terwijl men deze nog weer afdekt met riet, stroo of iets dergelijks, om warmteverlies te voorkomen. Door de broeiwarmte groeien de bladstelen krachtig uit en van het licht afgesloten, worden ze tevens gebleekt, zoodat men na drie, vier weken mooie malsche stelen kan oogsten, die slechts een klein geel bladschijfje ontwikkeld hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken