Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De erfgenaam in Amerika (ca. 1910-1920 )

Informatie terzijde

Titelpagina van De erfgenaam in Amerika
Afbeelding van De erfgenaam in AmerikaToon afbeelding van titelpagina van De erfgenaam in Amerika

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.49 MB)

Scans (31.89 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Vertaler

Simon Jacobus Andriessen



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De erfgenaam in Amerika

(ca. 1910-1920 )–Mark Twain–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige

XXV.

Hawkins ging regelrecht naar het telegraaf kantoor en ontlastte zijn geweten. Hij zeide bij zich zelf: ‘Zij wil dat herleefde lijk niet laten loopen, dat is duidelijk. Geene macht ter wereld kon haar van hem afhouden. Ik heb het mijne er aan gedaan, het staat aan Sellers, de zaak tot een goed einde te brengen.’ Zoo verzond hij een telegram naar New-York:

 

Kom terug. Neem extratrein. Zij wil met den belichaamde trouwen.

 

Inmiddels kwam er een brief op het kasteel Rossmore, waarin de mededeeling vervat was, dat de graaf van Rossmore zooeven uit Engeland aangekomen was en zich het genoegen van een bezoek zou geven. Sally zeide bij zich zelf:

‘'t Is jammer, dat hij niet te New-York gebleven is; maar dat doet er niet toe; hij kan er morgen weer heengaan en met mijn vader spreken: hij is waarschijnlijk hier gekomen om mijn vader den mantel uit te borstelen of zijne rechten af te koopen. Deze zaak zou mij eene poos geleden van mijn stuk gebracht hebben, maar zij heeft nu slechts één belang voor mij. Ik kan - tegen - tegen - Spine, Spiny, Spinal - zeggen - ik kan geen der vormen van dien naam uitstaan! Ik kan morgen tegen hem zeggen: Behoud hem niet langer, of ik zal je moeten vertellen, met wien ik gisterenavond gesproken heb, en dan zal je in verlegenheid komen.’

Tracy kon niet weten, dat hij tegen den volgenden morgen zou uitgenoodigd worden, want dan zou hij zijn bezoek nog wel hebben uitgesteld. Zooals de zaken nu stonden, was hij te somber om nog langer te wachten; want zijn laatste hoop - een brief - was hem ontzonken. Deze had juist dien dag kunnen komen; maar hij was niet gekomen. Zou zijn vader hem dan werkelijk geheel verstooten? Dit scheen zoo. Hij kon dit van zijn vader wel niet denken, maar toch had het er allen schijn van. Zijn vader was wel is waar een onverzettelijk man, maar had dit nooit tegenover zijn zoon laten blijken; toch verried dit hardnekkig stilzwijgen niets goeds. In allen gevalle zou Tracy naar het kasteel gaan en - wat dan? Hij wist het niet: zijn hoofd was moede van het denken hierover - hij zou maar niet meer denken over hetgeen hij moest doen of zeggen: het moest dan maar gaan, zooals het ging. Als hij Sally maar zag, zou hij zijne rust terugkrijgen. Laat er gebeuren, wat er wilde, hem kon dat niet schelen.

Hij wist ternauwernood, hoe hij

[pagina 139]
[p. 139]

naar het kasteel gegaan was, of wanneer. Hij wist slechts één ding - hij was alleen met Sally. Zij was vriendelijk, zij was welwillend, hare oogen waren vochtig, en er was iets gejaagds in haar gelaat en hare manieren, dat zij niet geheel kon verbergen; maar zij hield zich op een afstand. Zij praatten met elkaar. In den loop van het gesprek zeide zij, terwijl zij een uitvorschenden blik op hem sloeg:

‘Ik heb het hier zoo eenzaam - nu papa en mama vertrokken zijn. Ik tracht te lezen, maar geen boek hoegenaamd boezemt mij eenig belang in. Ik tracht de couranten te lezen, maar daar staan zoovele dwaasheden in. Men neemt eene courant in handen en begint iets te lezen, waarvan men denkt, dat het belangrijk is, en het gaat voort en voort over de wijze, waarop iemand - bijvoorbeeld Dr. Snodgrass -’

Geen spier van het gelaat van Tracy vertrok zich. Sally verwonderde er zich over, dat hij zooveel zelf beheersching bezat! Van haar stuk gebracht, zweeg zij zoolang, dat Tracy eindelijk opkeek en zeide:

‘Welnu?’

‘Ik dacht, dat je niet naar mij luisterdet. Ja, het gaat al verder en verder over dien Dr. Snodgrass, totdat het begint te vervelen, en dan over zijn jongsten zoon - den meest geliefden zoon - Zylobalsamum Snodgrass -’

Geenerlei blijk, dat Tracy zich dien naam herinnerde. Welk eene bovenmenschelijke zelf beheersching! Sally vestigde hare oogen op hem en begon weder, vast besloten, hem ditmaal uit zijne onverschilligheid op te wekken.

‘En dan gaat het al verder en verder over den oudsten zoon - niet den gunsteling - en hoe hij in zijne jeugd is veronachtzaamd, en hoe hij in het ruwe is opgegroeid, de makker van het schuim der maatschappij, en hoe hij eindelijk een schurk en misdadiger geworden is -’

Zijn hoofd werd nog niet opgericht. Sally stond op, deed een paar stappen en bleef voor Tracy staan. Zijn hoofd richtte zich op, zijne oogen ontmoetten de hare - toen besloot zij op een nadrukkelijken toon:

‘- genaamd Spinal Meningitis Snodgrass.’

Tracy gaf slechts blijken dat dit onderwerp hem verveelde. Het meisje was geërgerd over deze onverschilligheid en verharding en riep uit:

‘Waar ben je toch van gemaakt?’

‘Ik? Hoezoo?’

‘Heb je dan geenerlei gevoel in je? Doen deze woorden niet een gering overblijfsel van gevoel bij je ontwaken?’

‘Neen,’ zeide hij verwonderd. ‘Waarom zouden ze dat?’

‘Maar, lieve hemel! hoe kan je toch zoo onnoozel kijken, terwijl je zulke dingen hoort? Kijk mij aan - kijk mij vlak in de oogen. Komaan, antwoord mij zonder omwegen. Is Dr. Snodgrass je vader niet, en is Zylobalsamum niet je broer?’ (Op dit oogenblik stond Hawkins op het punt, de kamer binnen te treden, maar kwam tot andere gedachten, toen hij deze woorden hoorde, en gaf de voorkeur aan eene wandeling door de stad, en sloop alzoo haastig weg.) ‘En is jouw naam niet Spinal Meningitis, en is je vader niet een dokter en een idioot, evenals de geheele familie sedert verscheidene

[pagina 140]
[p. 140]

geslachten, en noemt hij al zijne kinderen niet naar vergiften en ziekten en abnormale anatomische excentriciteiten van het menschelijk lichaam? Antwoord mij, hoe dan ook - en terstond! Waarom zit je daar te kijken, alsof je je zondagsoortje versnoept hadt, en laat mij in eene pijnlijke onzekerheid?’

‘O, ik wenschte wel, dat ik iets kon doen - iets, dat je je kalmte kon weergeven en je weer gelukkig maken; maar ik weet daar geen middel op. Ik heb nooit van die verschrikkelijke menschen gehoord.’

‘Wat? Zeg dat nog eens!’

‘Ik heb er nooit van mijn leven van gehoord.’

‘O, je kijkt, zoo oprecht, terwijl je dat zegt. Het moet wel waar wezen; zeker zou je zoo niet kijken, als je onwaarheid spraakt, niet waar?’

‘Dat zou ik niet kunnen en niet willen. Dat is waar. O, laat ons een einde aan de zaak maken. Laat mij weder eene plaats in je hart bekleeden -’

‘Wacht eens even! Nog iets. Zeg mij, dat je mij die leugen uit louter ijdelheid op de mouw hebt willen spelden, en dat je er nu spijt van hebt; dat je niet verwacht, ooit een gravenkroon te dragen’

‘Inderdaad ben ik genezen - op dezen dag genezen - ik verwacht dat niet!’

‘O, nu ben je weer de mijne! Nu heb ik je teruggekregen in al den glans van eerlijke armoede, en niemand zal je ooit meer aan mij ontrukken dan het graf. En als -’

‘De graaf van Rossmore, uit Engeland!’ kondigde de negerbediende aan.

‘Mijn vader!’ riep de jonkman ontsteld uit.

De oude graaf stond het paar verwonderd aan te staren. Eindelijk vertoonde zich een vriendelijke trek op zijn gelaat en zeide hij tegen zijn zoon:

‘Kom je niet eens naar mij toe om mij de hand te drukken?’

De jonkman deed dit vol vuur.

‘Ben je dan toch de zoon van een graaf?’ zeide Sally op verwijtenden toon.

‘Ja, ik -’

‘Dan wil ik je niet hebben!’

‘Och maar je weet -’

‘Neen, ik wil niet. Je hebt mij alweer een leugen verteld.’

‘Zij heeft gelijk. Ga heen en laat ons alleen! Ik moet eens met haar spreken.’

Berkeley was nu wel verplicht, heen te gaan. Maar hij ging niet ver. Hij bleef in huis. Te middernacht was de conferentie tusschen den ouden man en het meisje nog aan den gang, maar zij naderde nu het einde, en de eerstgenoemde zeide:

‘Ik heb de reis hierheen gedaan om met je te spreken en met het vaste plan om dit huwelijk te verhinderen als je beiden gekken waart, maar daar er slechts één is, kan je hem hebben, als je hem wilt nemen.’

‘Ja, dat wil ik. Mag ik u een kus geven?’

‘Dat moogt ge. Dat voorrecht zult ge hebben, als ge u goed houdt.’

Inmiddels was Hawkins al lang teruggekeerd en naar het laboratorium geslopen. Hij was niet weinig teleurgesteld, dat hij zijne jongste fictie, Snodgrass, daar aantrof. Het nieuws was hem meegedeeld, dat de Engelsche Rossmore gekomen was. ‘en -’ had de jonkman er bijgevoegd - ‘ik ben zijn zoon, de burggraaf Berkeley, en niet meer Howard Tracy.’

[pagina 141]
[p. 141]

Hawkins was geheel onthutst. Hij zeide:

‘Hemelsche goedheid, dus ben je dood!’

‘Dood?’

‘Ja, dat ben je - we hebben je asch.’

‘Loop heen met die asch! Die hangt mij al lang de keel uit. Ik zal ze wel aan mijn vader geven.’

Langzaam en met moeite overtuigde de staatsman zich van de waarheid, dat dit werkelijk een jongmensch was van vleesch en bloed, en niet de onwezelijke belichaamde, dien hij en Sellers zoolang achter met gevoel:

‘Ik ben zoo blij - om Sally, die arme meid! Wij hielden u voor een overleden, maar belichaamden dief van de bank van Tahlequah. Dat zal een verschrikkelijke slag voor Sellers zijn!’

Toen verklaarde hij de geheele zaak aan Berkeley, die zeide:

‘Welnu, de pretendent moet dien slag maar te boven zien te komen, hoe hevig deze ook wezen moge. Maar hij zal zich wel over de teleurstelling heen weten te zetten.’

‘Wie? De kolonel? Hij zal er zich overheen zetten, zoodra hij merkt, dat een nieuw wonder de plaats van het vorige inneemt. Maar hoor eens - wat denkt ge, dat er van den man geworden is, dien ge hebt voorgesteld?’

‘Dat weet ik niet. Ik heb zijne kleeren gered - dat was alles, wat ik doen kon. Ik vrees, dat hij om 't leven gekomen is.’

‘Welnu, dan moet ge twintig à dertig duizend dollars in die kleederen gevonden hebben in geld of geldswaardige papieren.’

‘Neen, alleen vijfhonderd dollars en nog eene kleinigheid. Ik leende die kleinigheid en plaatste de vijfhonderd dollars in een bank.’

‘Wat zullen we daarmeê doen?’

‘Ze aan den eigenaar teruggeven.’

‘Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Laat ons die zaak laten rusten, totdat we den raad van Sellers hebben ingewonnen. En dat herinnert er mij aan, dat ik Sellers moet tegemoet gaan, en hem verklaren, wie ge niet zijt, en wie ge wel zijt, want anders zal hij hier komen binnenstuiven om zijne dochter te beletten met een spooksel te trouwen. Maar - ondersteld dat uw vader eens hier komt om het huwelijk te beletten?’

‘Wel, hij is al beneden en maakt kennis met Sally. Dat is alles in orde.’

Zoo vertrok Hawkins dan om de Sellersen tegemoet te gaan en hen voor te bereiden.

 

In de volgende week heerschte er heel wat drukte op het kasteel Rossmore. De beide graven werden al spoedig met elkander verbroederd. Sellers zeide achter den rug van Rossmore van dezen, dat hij het merkwaardigste karakter was, dat hij ooit had ontmoet - een man, die eene hooge mate van welwillendheid bezat en toch in staat was om deze te verbergen voor ieder ander dan voor den meest ervaren karakterkenner; een man, wiens geheele wezen vriendelijkheid, geduld en liefde was, maar toch met zulk eene verwonderlijke begaafdheid om eene dubbele rol te spelen, dat menigeen eeuwen met hem zou kunnen omgaan en toch de aanwezigheid van die eigenschappen niet bij hem vermoeden.

[pagina 142]
[p. 142]
Eindelijk werd in alle stilte het huwelijk op het kasteel voltrokken, in plaats van op de schitterende wijze, waarop een der graven het had willen voltrokken zien. De kunstenaarsfirma en Barrow waren daarbij

illustratie

tegenwoordig, en de tinnegieter en Poes waren ook genoodigd maar de tinnegieter was ziek en Poes verpleegde hem - want zij waren met elkaar geëngageerd.

De Sellersen zouden met hunne nieuwe bondgenooten naar Engeland gaan om daaraan een kort bezoek te brengen, maar toen het tijd was om Washington met den trein te verlaten, was de kolonel nergens te vinden. Hawkins ging tot aan New-York met het gezelschap mede en zeide dat hij de zaak onderweg wel verklaren zou. Deze verklaring bestond in een brief, door den kolonel in handen van Hawkins achtergelaten. Daarin beloofde hij, dat hij zich later in Engeland wel hij Mrs. Sellers zou aansluiten en vervolgde toen:

‘De waarheid is, beste Hawkins, dat er in het laatste uur eene gewichtige gedachte bij mij opgekomen is, en ik kan zelfs niet wachten om mijne betrekkingen vaarwel te zeggen. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen en met alle mogelijke geestkracht behartigd worden, hoeveel dit ook kosten moge. En de eerste van al 's menschen verplichtingen is wat hij aan zijne eigene eer verplicht is: hij moet deze smetteloos bewaren. De mijne wordt bedreigd. Toen ik volkomen zekerheid omtrent mijne ontzaglijke aanstaande rijkdommen verkregen had, deed ik aan den Czar van Rusland, misschien wel wat voorbarig, een aanbod voor den aankoop van Siberië en noemde

[pagina 143]
[p. 143]

daarbij eene aanzienlijke som. Sedert dien tijd heeft een voorval mij geleerd, dat de methode, waardoor ik dit geld trachtte te verkrijgen - belichaming op eene groote schaal - door eene tijdelijke onzekerheid verstoord wordt. Zijne Keizerlijke Majesteit kan mijn aanbod ieder oogenblik aannemen. Ingeval dit nu eens mocht gebeuren zou ik mij in pijnlijke verlegenheid bevinden en inderdaad financieel incompetent zijn. Ik zou Siberië dan niet kunnen krijgen. Dit zou bekend raken, en mijn crediet zou daaronder lijden.

In den laatsten tijd zijn de uren, in eenzaamheid door mij doorgebracht, zeer donker geweest, maar de zon schijnt nu weder. Ik zie een uitweg. Ik zal in staat zijn, aan mijne verplichtingen te voldoen, en zonder een uitstel van den vastgestelden tijd te vragen, denk ik. Dit grootsche nieuwe idee van mij - het prachtigste, dat ik ooit bedacht heb - zal mij geheel redden. Ik begeef mij op dit oogenblik naar San Francisco om het te beproeven met behulp van den groeten telescoop van Lick. Evenals al mijne ontdekkingen en uitvindingen, is deze op practische, wetenschappelijke wetten gebouwd. Alle andere grondslagen zijn gebrekkig en dus niet te vertrouwen.

In het kort dan, ik ben op de grootsche gedachte gekomen om de klimaten der aarde overeenkomstig den wensch der betrokkene bevolkingen te regelen. Dat is te zeggen, ik zal klimaten op bestelling verschaffen, voor geld of geldswaardig papier, terwijl ik de oude klimaten gedeeltelijk in betaling aanneem, voor zooverre zij in zulk een toestand verkeeren, dat zij met geringe kosten kunnen hersteld worden, en ze in huur geven aan armoedige en verwijderde streken, die niet in staat zijn om zich een goed klimaat aan te schaffen. Mijne studiën hebben mij tot de overtuiging doen komen, dat de regeling der klimaten en het vervaardigen van nieuwe variëteiten naar willekeur uitvoerbaar is. Inderdaad ben ik er van overtuigd, dat dit vroeger ook wel gedaan is - in vóórhistorische tijden bij nu vergetene beschaafde natiën. Overal vind ik de bewijzen voor het kunstmatig vervaardigen van klimaten in vroegere tijden. Neem de ijsperiode maar eens! Werd deze bij toeval tot stand gebracht? Volstrekt niet; dit werd voor geld gedaan. Ik heb wel duizend bewijzen daarvoor en zal ze te eeniger tijd publiek maken.

Ik wil u eene korte schets van mijn idee toevertrouwen. Het bestaat daarin, mij de zonnevlekken ten nutte te maken, ze te beheerschen, begrijpt ge, en de ontzettende kracht, die zij uitoefenen, aan te wenden tot weldadige doeleinden in het reorganiseeren van onze klimaten. Tegenwoordig geven zij maar last en brengen schade aandoor het te voorschijn roepen van cyclonen en andere soorten van electrische stormen; maar als zij eenmaal onder een verstandig beheer staan, zullen zij dit niet langer doen en een zegen voor de menschheid worden.

Ik heb mijn plan geheel uitgewerkt, waardoor ik hoop en verwacht, dat ik eene volledige contrôle over de zonnevlekkeu zal verkrijgen, alsmede de bijzonderheden omtrent de methode, waardoor ik deze uit het oogpunt van handel zal bezigen; maar ik wil hieromtrent niet in bijzonderheden treden, voordat ik octrooi hierop heb verkregen. Ik

[pagina 144]
[p. 144]

hoop en verwacht, dat ik in het klein aan de kleinere landstreken tegen eene billijke vergoeding zal kunnen verkoopen, en in het groot aan de grootere rijken tegen een vastgesteld tarief, tegelijk met denkbeeldige branden voor kroningen, veldslagen, en andere bijzondere gelegenheden. Er zijn billioenen met deze onderneming te verdienen: geen kostbaar materiaal wordt daartoe vereischt, en ik zal binnen weinige dagen beginnen te innen - binnen weinige weken op zijn hoogst. Ik zal in staat zijn om voor Siberië kontant te betalen, zoodra het aan mij geleverd wordt, en op die wijze mijne eer en mijn crediet redden. Ik reken hierop vast. Ik zou graag hebben, dat ge u tot een reis gereed maaktet, en naar het Noorden vertrokt, zoodra ik u telegrafeer, hetzij bij dag of bij nacht. Ik wensch, dat ge de geheele streek opneemt, die zich van de Noordpool in eene zuidelijke richting uitstrekt, en Groenland en IJsland koopt tegen den prijs, waarvoor ge ze kunt krijgen, nu zij nog goedkoop zijn. Het is mijn plan, een van de keerkringen daarheen te brengen en de bevrorene luchtstreek naar de evennachtslijn te verplaatsen. Ik zal den geheelen Noordpoolcirkel tot een zomerverblijf voor het volgende jaar aan de markt brengen en het surplus van het oude klimaat gebruiken, boven en behalve hetgeen aan de evennachtslijn kan gebruikt worden om de temperatuur te regelen. Maar ik heb genoeg gezegd om u een denkbeeld te geven van mijn plan en het uitvoerbare en ontzaglijk winstgevende daarvan. Ik zal mij in Engeland bij u aansluiten, zoodra ik eenige van mijne voornaamste klimaten verkocht en met den Czar beschikkingen omtrent Siberië gemaakt heb.

Wacht inmiddels op een teeken van mij. Over acht dagen zullen wij ver van elkander verwijderd zijn, want ik zal mij dan op de kusten van de Stille Zee bevinden en gij zult ver weg op den Atlantischen Oceaan in de nabijheid van Engeland zijn. Op dien dag, indien mij het leven gespaard wordt en mijne verhevene ontdekking bewezen en in praktijk gebracht is, zal ik u een groet doen toekomen, en mijn boodschapper zal dien aan u overbrengen, waar ge ook wezen moogt; want ik zal een groote zonnevlek dwars over de zonneschijf werpen, en ge moet deze als mijn groet beschouwen en zeggen: ‘Mulberry Sellers brengt ons een groet toe dwars door het heelal heen.’

 

EINDE.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken