Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Heidelbergse catechismus (1563)

Informatie terzijde

Titelpagina van Heidelbergse catechismus
Afbeelding van Heidelbergse catechismusToon afbeelding van titelpagina van Heidelbergse catechismus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (10.09 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Heidelbergse catechismus

(1563)–Caspar Olevianus, Zacharias Ursinus–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Christelicke onderrichtinghe, ghelijck die in kercken ende scholen der cheur vorstelicken Paltz, ghedreuen oft gheleert wort


Vorige Volgende
[Folio 38v]
[fol. 38v]

Huysghebeden,
voor de Christelicke huysvaders, ende haer huysghesinne.

Morghen Ghebedt.

GHeliefden inden Heere Jesu Christo, laet ons voor dat aenghesicht Gods neder knielen, ende hem wt gronde onses herten also aenroepen:

BErmhertighe eewighe God ende Vader, wy dancken dy, dat ghy ons desen Nacht so ghenadichlick behoedt, ende tot den huydighen Dach hebt laten ouerleuen: Ende bidden dy, dat ghy ons doch oock wilt desen dach behoeden, ende dyne genade bewijsen, dat wy desen gantschen dach in dynen dienste toebrenghen: Also dat wy niet en gedencken, spreken, noch doen, dan alleen daer mede wy dynen Vaderlicken wille ghehoorsaem zijn, ende dy welbehagen, op dat alle onse wercken, ter eeren dynes heylighen Naems, ende

[Folio 39r]
[fol. 39r]

tot opbouwinghe onses Naesten ghedijen. Ende ghelijck ghy nu seer wonderlick dijn Sonne op den Aerdtbodem schijnen laet, om onse Lichamen te verlichten: Also wilt doch oock door de klaerheyt dijns heyligen Gheests, onse verstant ende herten verlichten, op dat wy geleydt worden op den rechten Wech dyner gherechticheyt: Also dat wy in allen dinghen, daer toe wy ons begheuen sullen, dit bysondere ende voorneemste opset hebben, dat wy wandelen in dyne vreese, dy dienen, ende dy eeren, ende alle onse goet ende weluaert alleen van dynen Godlicken seghen ende gebenedijdinge verwachten: op dat wy ons niet met allen voornemen te doen, dat dy niet behagelick en zy. Daer beneuen verleent ons oock dyne ghenade, dat wy also arbeyden voor dat lichaem ende tijdtlicke leuen, dat wy doch alle tijdt aldereerst trachten na dijn Rijcke, ende na dyne Gherechticheyt: ende niet en twijuelen, dat andere alles sal ons oock toe vallen. Wilt ons oock bewaren aen lijf ende ziele, ende stercken teghen alle aenuechtinghe des Duyuels, ende ons verlossen wt alle perikelen, die in deser Werelt ons moghen aenkomen. Dewijle

[Folio 39v]
[fol. 39v]

het dan oock niet met allen en is, eenmael wel begonnen te hebben, somen niet en volhardet: So bidden wy dy, dat ghy ons niet alleen desen dach wilt in dijn heylighe leydinghe ende bewaringhe nemen, maer oock alle onse leuen lanck, wilt dyne genade in ons daghelicks beuestighen ende vermeeren, tot dat ghy ons volbracht sult hebben tot de volkomen vereenighinghe, met dynen Sone Jesu Christo onsen Heere, die daer is de warachtige Sonne onser zielen, schijnende dach ende nacht sonder ophouden, ende in eewicheyt. Gheeft oock dynen seghen, tot de Predicacie dijns heylighen Euangeliums, verstoort alle wercken des Duyuels, sterckt alle Kercken Dienaren ende Ouericheyt dijns volcks, troost alle veruolchde ende bedroefde herten. Maer op dat wy sulcke ende andere noodtdruft van dy verkrijghen moghen, so wilt ons doch alle onse sonden vergheuen, om dijns lieuen Soons Jesu Christi willen, welcke ons heeft beloeft, dat ghy ons alles, wat wy dy in synen Name bidden, ghewislicken gheuen sult, ende daerom ons also heeft beuolen te bidden:

Onse Vader. &c.
[Folio 40r]
[fol. 40r]

Verleent ons oock dyne ghenade, dat wy na dynen wille moghen leuen, welcken ghy ons in dyne Wet hebt geopenbaert, ende in dese thien Gheboden begrepen.

Dat eerste.

Ick ben de Heere dyn God. &c.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken