De koningspoes
(1907)–Kees Valkenstein–
[pagina 1]
| |
[pagina 3]
| |
Dan was er een ijzeren Ridder ![]() ![]() Die had een zwarte Does. | |
[pagina 5]
| |
![]() De Poes en de Hond kregen ruzie In 't weiland bij een sloot, | |
[pagina 7]
| |
De zwarte Hond die won het En beet het Poesje dood. ![]() | |
[pagina 9]
| |
![]() Dat zag de oude Koning
En hij werd vreeslijk kwaad, ![]() | |
[pagina 11]
| |
![]() Hij zond zijn dikken Raadsheer
Vlug om een dapper Soldaat. ![]() | |
[pagina 13]
| |
Toen sprak de booze Koning ![]() Spring jij eens over die sloot | |
[pagina 15]
| |
![]() En sla met je scherpe sabel
Dien valschen Hond eens dood. ![]() | |
[pagina 17]
| |
![]() De Ridder kwam aangereden Op een heel groot, pikzwart Paard. | |
[pagina 19]
| |
Hij groette niet eens den Koning. ![]() ![]() Maar sloeg den Soldaat met z'n zwaard. | |
[pagina 21]
| |
Zij raakten samen aan't vechten ![]() En sloegen elkander ![]() dood! | |
[pagina 23]
| |
Van schrik viel toen de Raadsheer ![]() Achterover in de sloot. | |
[pagina 25]
| |
![]() De Koning riep om hulp toen
zijn wijzen Toovenaar aan, ![]() | |
[pagina 27]
| |
Die zei: o. goede Koning ![]() 'k Zal dadelijk medegaan. | |
[pagina 29]
| |
De wijze Toovenaar zette ![]() Hen allemaal weer recht op | |
[pagina 31]
| |
Maar de Koning was nog nijdig ![]() En gaf den Hond 'n schop. | |
[pagina 33]
| |
De Toovenaar droogde den Raadsheer ![]() Met z'n zakdoek eerst wat af. | |
[pagina 35]
| |
Toen gingen ze met den Koning ![]() Naar huis toe op een draf. |
|