Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Goeroe (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Goeroe
Afbeelding van GoeroeToon afbeelding van titelpagina van Goeroe

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

Scans (4.83 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Goeroe

(1968)–Ewald Vanvugt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Uit het verborgen leven van Jezus


Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

Boek 4
tijdrijders

Dus iemand voor wie leven duurt flits & eeuwigheid berijdt de tijd?

 
De zon maakt een machtige baan!
 
Die gloeiende bal vuur waarbinnen en rondom
 
planeten draaien, is de beste advertentie die
 
bestaat voor zichzelf.
 
Absolute wereldheersers, - pharao's, keizers,
 
popsterren en priesters -, vergelijken zich met
 
het vuur lichaam als éen,
 
omdat al zo lang mensen bestaan zij deze bron
 
van leven vol vreugde ernstig bedanken,
 
tegelijk vrees uitdrukken en vleien dat zo'n
 
kracht nooit tegen hen zal draaien - want dan
 
komt de tijdelijke dood.

Zon aanbidden, zonnebaden...

De zeerand is versierd met allerlei vormen rotsblok door baldadige krachten van de bergmuur gebroken ook toen het lava nog niet was gestold.

[pagina 40]
[p. 40]

Rond de grillige vormen half land half water spelen veel dieren. Naakthuiden zijn hier graag uit de kleding!

11 palmbomen steil omhoog op een platte berg staat een wit vierkant huisje met aan 3 kanten ramen. Binnen achter gordijnen slaapt een jonge man in een zacht bed van kussen op matten op de grond. Gekleed in broek en hemd zijn knellende banden losgemaakt en harde voorwerpen als aansteker, beurs, mes en meer weggelegd.

Alles waaruit jij bent opgebouwd, speelt in slaap anders samen dan wakend.

Wie kijkt wordt gevoerd door tonelen & omgevingen vol alles wat hij kent, steeds weer anders gerangschikt! Altijd blijft iets meer bestaan dan wat de dromer kent... Dit apparaat waarmee die romeinse ridder de kaarten schudt, zag ik nooit eerder! Slaap is zo onschuldig veilig dat bij vol verstand makkelijk je hele leven erin verdrinkt. Wanneer je handelingen om in leven te blijven weinig zijn, slaap je makkelijk zo meer dan de helft van elk etmaal en 1 keer per week de zon rond! Kijk maar naar koeien en poezen!

Grote, sterke man in lang wit kleed komt soepel bewegend huisje in. Glimlachend kijkt hij door het gordijn naar de slapende jongen, zet een zakje voedsel neer en neemt van de voorwerpjes naast Jezus' hoofd een dun boekje. De man bladert tot bij foto van slaper met naam, fluistert; ‘Jezus... Jezus...’

Meteen is de jonge man wakker. Met half open

[pagina 41]
[p. 41]

ogen ziet hij vlakbij naast hem gehurkt breed lachende man ja knikken.

Jongen en man blijken eenzelfde taal te spreken.

Door de jongen geleerd van saaie meester aan een uitgekauwde draad, door de ander ergens in een gevangenis waar veel geld rondging en alles wat buiten is verboden in handen kwam van wie zijn plaats innam.

Wilde man nu erg kalm heet Oeroboros.

Midden in het vierkant wit huisje op een rieten mat eten de mannen zwart brood, verse druiven en schapekaas. Recht vooruit kijken zij door 2 grote ramen in zee lucht. Tussen de vensters is de schoorsteen, daaronder de vuurplaats. Alles stevig eenvoudig dik leem over rotsen gebouwd.

De man legt uit hoe hij een tijdje terug met anderen dit huisje bouwde naar eigen ontwerp. Veel mensen vonden het eerst vreemd, maar na korte tijd was iedereen aan dit nieuwe feit van bovenop de berg ook een huis gewend. Alleen een paar hardnekkige grappenmakers spraken er nog over (nu wrschnlk ook uitgestorven).

Helaas - om in leven te blijven - heeft Oeroboros het huisje moeten verkopen. Maar omdat bijna nooit iemand iets met dit huis wil, mag de ontwerper toch zelf in zijn bouw wonen.

Heel mooi! Spontaan herhaalt Jezus hoe zijn gevoel voor verhoudingen overeenkomt met dat van de man zoals uit dit huisje te leren kennen.

Heel graag hier wonen voor een tijdje!

[pagina 42]
[p. 42]

Meteen antwoordt de man dat dit huis zeker goedkoop is te huur, vandaag of morgen spreekt hij de eigenaar en zal de precieze prijs vragen.

Eigenaar, familielid, goede vriend, komt zeker goed. Na kort gepraat woont Jezus in dit huisje, 10 stappen lang en 11 stappen breed.

Op het grasveldje naast de woning zitten de mannen. Na de maaltijd is het goed pijp roken!

Nu hij juist vindt, wat hij zoekt (omdat hij zoekt, wat hij vindt) maakt gelukkig. Tenminste een tijdje zonder mensen en machines! Tenminste een tijdje om te ontmoeten wat drijft wat?

Rond dit huisje op deze berg tussen bomen tussen lucht en zee wil hij zeker veel nachten met volle maan dwalen en rondkruipen tussen sterren & muurvliegjes. Kalm losgebroken kleuter speelt graag in zachte natuur in maanlicht... Probeer het maar! Ook Wilde Man beweegt weinig nu. Hij vertelt.

Waargebeurd verhaal
 
Wie bewijst dat ik lieg, krijgt 2500 goudstukken.

In een land waar leeuwen en olifanten vrij rondlopen, gaat langs de zee een man. Eb: het strand is wijde zandvlakte. De zee ruist nog steeds. Halve maan met langsjagende wolken die soms opeens zo donker maken als met je handpalmen tegen je ogen.

 
Eindeloze ruimte...
[pagina 43]
[p. 43]

Iedereen is hier dagen van huis.

In de verte brandt een vuur. Daar rondom bewegen mensen, zonder twijfel bezig met voedsel te warmen. Pelgrims? Vissers? Rovers en moordenaars?

Koud en hongerig door een juweel aangetrokken gaat de man recht naar het vuur. Al zo dichtbij dat hij hout hoort knetteren, en hars en olie en vleessap ruikt, wordt op zijn rug getikt. Kalm draait de man zich om als denkt hij: Dat zal éen van de mensen van het vuur zijn.

Net verduistert een wolk het maantje en van de vlammen afgewend moeten de man's ogen in het donker even bijdraaien om goed te zien. Al zag hij meteen die geweldige gestalte tegenover zich staan! De beer tegenover de man is gekleed in een pels.

Nog eens beter kijkt de man! Let op! Vlak voor hem staat een beer!

‘Schrik niet!’ zegt de beer. ‘Mijn meester en ik zitten daar bij het vuur.

Terwijl mijn mensenlichaam slaapt, kom ik als beer u uitnodigen voor een hapje eten. Mijn meester zegt dat jij een goed mens bent.

Deze beer gaat 4 schurken verjagen die onuitgenodigd zich bovenmatig volvreten met mijn meester's voedsel!’

Deze man is inderdaad een goed mens, dus bang voor niets.

Met het beest loopt hij door naar het vuur. Daar zit een oudere koopman een tekst te lezen terwijl aan

[pagina 44]
[p. 44]

zijn voeten een knechtje slaapt.

Rond de kookpot zijn 3 vette luiaards in monnikspijen bezig met glimmende gezichten te eten, om tegelijk uit de voedselvoorraad de pot steeds vol te houden, steels over hun schouders glurend naar de koopman die niets schijnt te zien.

‘Groeauaaw! Groeauaaaw!’ Nu opeens brullend een volwassen bruine beer op zijn achterpoten in het grillig licht van de vlammen springt, kijken de 3 veelvraten geen tel om naar hun gastheer maar beginnen met hun dikke buiken vooruit jammerend en boerend in de richting van het bos te hollen. De maan beschijnt het hele toneel duidelijk. Opvallend schijnt de beer geen moeite te doen de hollende dikzakken in te halen, maar brullend blijft hij vlak achter hen opjagen tot de groep tussen de planten verdwijnt en de laatste ‘Groeauaaaw!’...

‘Hahahahahahahaha!’ schaterlacht de koopman zijn knechtje wakker. ‘Maar kom bij ons zitten beste man,’ nodigt de koopman de voorbijganger uit in de behaaglijke warmtekring te stappen.

‘Haha. Heel leuk om met zo'n grap te worden ontvangen!’ lacht de gast.

‘Ja, van sommige mensen kun je makkelijker houden dan van andere.’

Een wenk van de koopman doet het knechtje opspringen om een schaal heerlijk warme groenten te gaan opscheppen.

De man is niet verbaad. Op zijn reis maakt hij zo veel vreemde dingen mee!

[pagina 45]
[p. 45]
 
Mr. Ed, het Sprekende Paard
 
Jonas in de Walvis
 
televisie
 
gestold kwikzilver
 
km{su2}'s oceaan propvol inktvissen
 
het skelet van een hond 10 man hoog
 
vliegtuigen
 
........
 
.....
 
...
 
(vul zelf in)

Uren zitten de mannen bij elkaar zonder te spreken. Dan vertrekken ze in tegengestelde richting langs de zee die met elke golfslag hier over deze kiezeltjes knerpend zucht...

...onverschillig van verdriet of vreugde, net zoals je horen wilt!

 

Wilde Man zegt,

Als op vers voorjaars weitje opeens vee begint te dansen,
als in het bos een olifant vreugde fanfares tettert, zijn vaak speels langs komende wezens zonder lichaam binnen gewipt.

Gebundeld in je lichaam lijk je gevangen, maar wie beseft hoe zijn leven overal bestaat, en zich daarop richt, spitst in één punt licht uit het lijf, die zak gereedschap...

Zo reis ik zover ik wil terug of vooruit door de tijd

[pagina 46]
[p. 46]

langs alle lichamen en vormen drijven op dezelfde kracht.

Ik ben moeras in waterrijke atmosfeer, waarschijnlijk in ander zonnestelsel.

Ik ben atoomdeeltje van de houten tafelsplinter.

Ik ben spermatozoïd.

Moeizaam met mijn 36 poten en 2 voelsprieten worstel ik door de ruimte in rondjes eieren leggen en door de schaal breken en eieren leggen en...

Veel van wat de man vertelt is niet nieuw voor Jezus. Eerder hoorde hij fantastiese verhalen over hoe meesters lichamen beheersen van zichzelf en anderen.

De jongen kan nog niet geloven welke krachten in hem zelf ook bestaan tot nu toe niet ontdekt. Die fakir moet een kunstenmaker zijn!

Dan zegt de man, terwijl hij opstaat richting schaduw want de zon draait razendsnel voorbij.

Zeg nooit dat wat jij nog niet kent, niet bestaat.

Ik reed door de tijd in allerlei lichamen en onthield heel wat, maar nog...

Niets weet ik! En dit lichaam zal nooit iets weten voorbij die duizenden zonnen in éen pit licht waarbuiten niets of niemand trilt.

Geen tijd. Geen ruimte. Geen tegenstelling.

Want priesters laten schrikken, of minnaar van een maagd zijn, leuke grappen!

 
In een speelse bui!

Nooit zal ik kunsten maken, alleen om later over te worden gepraat.

[pagina 47]
[p. 47]

Uiteindelijk verdwijnt elke vorm ook de tijd voorbij.

De jongen vraagt, Jij weet. Kan ik ook weten?

Ik weet niets. Misschien kun jij ook niets weten?

Kan ik meemaken waarover jij praat?

 
Nu altijd maak jij het mee!

Eens zullen wij door de afleiding van de zintuigen en alles wat zij opbouwen heenbreken.

Zon en bergen branden. Kom! De man wenkt naar het dorp en maakt drinkbeweging.

 
Laten we gaan!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken