Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rodeo of zuster Bertram (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rodeo of zuster Bertram
Afbeelding van Rodeo of zuster BertramToon afbeelding van titelpagina van Rodeo of zuster Bertram

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

Scans (6.47 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rodeo of zuster Bertram

(1964)–Ewald Vanvugt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

22

Pleidooi. ‘Ja mevrouw, ik wilde heel graag nog iets zeggen. Zelfs heb ik een soort pleidooi opgesteld, - voor zover ik dit tenminste ken van film en tv - , en ik wilde u vragen, mij, indien mogelijk, niet te onderbreken’ (indien mogelijk, ik moet beleefd blijven, want per slot ben jij hier de baas in huis en kun je me er ieder moment uit laten zetten en uit wraak haar alimentatie verhogen). ‘Wat u gezegd hebt is inderdaad, op enkele kleine details na’ (die ik je niet vertel omdat ik weet dat ik je daar een plezier mee zou doen en dat je ogen zouden gaan blinken net als in de tijd dat ik op jou verliefd was en tussen de ogen van je dochter steeds jouw hoge lach zag, zoals die keer toen ik bij je moest komen en je voor je kaptafel zat en je ogen opmaakte en mij via de spiegel aankeek als de vrouw waar ik altijd aan dacht) ‘kan ik daaraan niets veranderen. Waar ik het even over wilde hebben, zijn dingen waar u niet over gesproken hebt’ (indertijd, wanneer ik bij mijn vrienden moest komen omdat er ergens iets vermist werd en ze vermoedden dat wij met de tas weg waren, hield ik mezelf en de jongens steeds voor, dat we het beste de waarheid, de hele waarheid konden vertellen, omdat deze waarheid voor iedereen onbelangrijk was, maar dat we beter een andere waarheid konden maken, wanneer dat de

[pagina 38]
[p. 38]

vaagheid van onze vorige bewering vergrootte) ‘maar die voor ons beiden zeer belangrijk kunnen zijn. U weet’ (althans, u kunt het nu wel raden) ‘wat er in bedoelde nacht is gebeurd’ (nadat ze me had opgebeld en we samen in de regen langs enkele vrienden waren gegaan totdat we er een thuis troffen) ‘maar hoe het is gebeurd weet u zeer beslist niet’ (hij deed open en zei dat we snel en geluidloos boven moesten komen omdat hij pas met de eigenaar ruzie over nachtelijk bezoek had gehad. Hij kon nu geen koffie zetten omdat wanneer het kookplaatje aan was, noodgedwongen de radio begon te spelen. We moesten vóór 7 uur weg omdat er dan iemand opstond. Hij had dekens en een belachelijk grote matras, - voor ons, de dwazen en verliefden, die hij van de zolder haalde en in een klein kamertje legde, - zo hard hijgend en piepend dat ze dacht dat er een baby sliep). ‘U begrijpt dat ik, in mijn situatie, moeilijk met u hierover in details kan treden, alhoewel dat zeer belangrijk is’ (ik zie je lichaam al hellen en je mond al vochtig) ‘en u merkt dat ik zenuwachtig begin te worden’ (als toen ik mijn schoenen had uitgedaan en we onder de deken lagen, ik merkte dat ik zenuwachtig werd. Ik was ontzettend moe en ach ja, - ik kende haar al weken) ‘maar om u een zo goed mogelijk verslag te doen zal ik proberen mij te beheersen. 's Avonds hadden we een flinke wandeling door de polders gemaakt en we waren juist op weg naar

[pagina 39]
[p. 39]

huis, aan het begin van dat bos, u zult het wel kennen, toen ze plotseling, terwijl ze zich voor de grap wilde verstoppen, over een grote tak viel’ (en toen we eenmaal lagen en ongeveer een uur hadden geslapen, zoals we om een bepaalde reden vaker deden, maakte ze me wakker door zachtjes met mijn hand over haar profiel te strijken. Ik was me meteen bewust waar we waren), ‘het bleek dat ze op een been niet meer kon staan. Ik heb haar gedragen, maar midden in het bos kon ik niet meer, trouwens met dit tempo zouden we pas tegen de morgen thuis zijn gekomen’ (je kijkt alsof je aandachtig luistert, maar ik zie aan je ogen dat je me niet gelooft, dat je niet gelooft dat alles zo vreselijk gedwongen ging, zo zonder romantiek, maar hard en ruggelings in koud stro). ‘Daarom dacht ik dat we beter naar de schuur konden gaan, die ik daar toevallig weet te staan, om er de nacht door te brengen’ (maar ik was me bij deze bekende gebaren ook meteen bewust welke tijd van het jaar het was en waarom ik zo verschrikkelijk moe was en minder hongerig) ‘en dan de volgende dag met een tractor mee naar de stad te rijden. We begrepen wel dat u daar bezwaren tegen zou hebben, maar ik wist niet wat we anders konden doen. Ik heb haar naar de schuur gedragen’ (en toen ik haar aanraakte wist ik dat ik werkelijk van haar hield, zou blijven houden, maar mijn lichaam was hard en afwezig) ‘waar we van stro een soort bed maak-

[pagina 40]
[p. 40]

ten en mijn grote jas over ons heenlegden. Omdat het koud was gingen we dicht tegen elkaar liggen’ (want nu was anders dan gewoonlijk, we kusten totdat ze begon te huilen en ze het merken liet) ‘en we sliepen zo. Het moet ongeveer 3 uur in de morgen geweest zijn toen ze me, omdat ze allerlei angstige geluiden hoorde, riep’ (en ik gehoor gaf om de eenvoudige reden dat we minder kind waren dan we vermoedden en wisten) ‘en ik troostte haar en we kusten elkaar’ (en ik naderde haar en ik wist dat de kans groot was, maar ik was blij, oneindig blij, zoals ik nu blij ben) ‘en ze legde haar handen tegen mijn rug en ze lachte en huilde en ik wist niets van de dingen die ik nu weet’ (al 6 jaar van nabij meemaak) ‘en u begrijpt hoe het verder is gegaan. 's Morgens, toen we aankwamen, stond de stad in brand, was de kathedraal van goud.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken